Nederland is een welvarend land. Wereldwijd zijn er grote verschillen tussen rijke westerse
landen en ontwikkelingslanden. Om vast te stellen of een land rijk of arm is, wordt vaak
gekeken naar het gemiddelde inkomen per inwoner van een land. Dit inkomen per hoofd van
de bevolking bereken je door het nationaal inkomen te delen door het aantal inwoners. Toch
zegt een laag inkomen per inwoner onvoldoende over de welvaart in een land. Je moet
bijvoorbeeld ook weten hoe de inkomens in dat land zijn verdeeld. Dat kun je zien aan de
Lorenzcurve.
In ontwikkelingslanden is niet alleen het inkomen per inwoner laag. Er is ook slechte
gezondheidszorg, gebrek aan scholing en veel werkloosheid. Dit alles is er de oorzaak van dat
de economische groei in een ontwikkelingsland achterblijft.
De armoede in ontwikkelingslanden is ook een oorzaak van veel andere problemen. Arme
landen zitten vaak in een vicieuze cirkel. Om die te doorbreken, is meestal hulp van buitenaf
nodig.
Bij rampen of andere noodsituaties is noodhulp nodig om de bevolking meteen te helpen. Om
een land op langere termijn economisch zelfstandig te laten zijn, is structurele hulp nodig.
Denk hierbij aan goed onderwijs en bijvoorbeeld moderne machines om meer te kunnen
produceren.
Opdrachten
1 a Nederland:
$ 885 miljard ÷ 17,5 miljoen = $ 885.000 miljoen ÷ 17,5 miljoen = $ 50.571
Tsjaad:
$ 25,5 miljard ÷ 17,5 miljoen = $ 25.500 miljoen ÷ 17,5 miljoen = $ 1.457
b Een inwoner van Nederland verdient gemiddeld 35 keer zoveel als een inwoner van
Tsjaad.
2 10% van de bevolking = 0,1 × 17,5 miljoen = 1,75 miljoen inwoners.
2,5% van het nationaal inkomen = 0,025 × $ 25.500 miljoen = $ 637,5 miljoen
$ 637,5 miljoen ÷ 1,75 miljoen = $ 364
3 x Als de prijzen van producten per land verschillen, kun je de koopkracht moeilijk met
elkaar vergelijken.
□ Bij een ongelijke inkomensverdeling is een klein deel van de bevolking arm en een
klein deel van de bevolking rijk.
□ Landen hebben evenveel welvaart als het inkomen per hoofd van de bevolking er
hetzelfde is.
4 De bevolking groeide per jaar met gemiddeld 470% ÷ 60 jaar = 7,8%. De bevolking
groeide dus harder dan het bbp (4,5% per jaar). Dat betekent dat de bevolking
gemiddeld armer werd.
1 a Ruim tweeduizend miljardairs zijn rijker dan 4.680.000.000 mensen.
Berekening:
60% van de wereldbevolking = 0,6 × 7,8 miljard = 4,68 miljard = 4.680.000.000
b $ 6 per dag = per maand $ 6 × 365 ÷ 12 = $ 182,50
3 Het nationaal inkomen van Luxemburg is ongeveer 7 keer zo groot als dat van Eritrea.
Het inkomen per hoofd van Luxemburg is ongeveer 70 keer zo groot als dat van Eritrea.
4 Nee, want de prijzen verschillen per land. In het ene land kun je voor $ 1,90 meer kopen
dan in een ander land.
5 Door zelfvoorziening voorzien mensen in hun behoeften zonder producten te kopen. Dat
maakt hun welvaart groter zonder dat er geld aan te pas komt en staat dus los van het
bbp.
6 a Inkomen in de informele sector is vóór de inkomensdaling 100%, na de
inkomensdaling 80%.
80% = $ 1,90
100% = $ 1,90 ÷ 80 × 100 = $ 2,38
b Sociale vangnetten zijn bijvoorbeeld uitkeringen zoals de WW en de bijstand. Als
mensen in de informele sector hun inkomen verliezen, krijgen zij geen uitkering. Zij
worden extra hard geraakt door de crisis omdat ze dan helemaal geen inkomen meer
hebben.
7 a Denemarken:
$ 336,5 miljard ÷ 5,9 miljoen = $ 336.500 miljoen ÷ 5,9 miljoen = $57.034
Lesotho:
$ 5,8 miljard ÷ 2,2 miljoen = $ 5.800 miljoen ÷ 2,2 miljoen = $ 2.636
b De rijkste 10% van de bevolking in Denemarken verdient ongeveer 2,5 keer zo veel
verdient als de armste 10%. In Lesotho verdient de rijkste 10% van de inwoners 26
keer zo veel als de armste 10%.
c Denemarken: 10% van de bevolking = 0,1 × 5.900.000 = 590.000 inwoners
- Armste deel: 0,095 × $ 336.500.000.000 = $ 31.967.500.000
$ 31.976.500.000 ÷ 590.000 = $ 54.182
- Rijkste deel: 0,24 × $ 336.500.000.000 = $ 80.760.000.000
$ 80.760.000.000 ÷ 590.000 = $ 136.881.
Lesotho: 10% van de bevolking = 0,10 × 2.200.000 = 220.000 inwoners
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller N97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.