100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Bestuursrecht samenvatting $6.86
Add to cart

Summary

Bestuursrecht samenvatting

 12 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Bestuursrecht samenvatting

Preview 4 out of 64  pages

  • November 25, 2022
  • 64
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Bestuursrecht - Rechtsgeleerdheid
Week 1: Aard van het bestuursrecht. Nederlands en
Europees bestuursrecht. Partijen in het bestuursrecht.
Aard van het bestuursrecht
Wat is bestuursrecht?
Hij noemt hier aantal voorbeelden: coronacrisis, klimaatcrisis en
verkiezingen behoren tot bestuursrecht.

Functies van het
bestuursrecht
Bestuursrecht heeft 3
functies:
1. Instrumentele functie = de rol die het bestuursrecht speelt ten
behoeve van de vaststelling en uitvoering van het overheidsbeleid.
Daarbij wordt het bestuursrecht gezien als middel tot het bereiken
van bepaalde doeleinden. Het middel moet slagvaardig en efficiënt
zijn.
2. Legitimerende functie = het bestuursrecht voorziet het
bestuursoptreden van een juridische grondslag. Concreet komt de
legitimerende functie van het bestuursrecht tot uiting in het tot
leven roepen van bestuursorganen, het toekennen van
bestuursbevoegdheden en het regelen van het
besluitvormingsproces. Kijk hierbij naar uitzonderingen in de wet!
3. Waarborgfunctie = door de bestuursrechtelijke normering van het
bestuursorgaan wordt de rechtspositie van de burger t.o.v. de
overheid gewaarborgd. Hierbij valt te denken aan de
rechtsbescherming van de onafhankelijke rechter, maar ook aan de
algemene en bijzondere rechten en procedures die het
bestuursrecht biedt. Burgers verkrijgen rechten, waardoor de
overheid plichten krijgt.

Tussen de functies is een spanning waarneembaar. Een teveel aan
waarborgen kan afbreuk doen aan de slagvaardigheid van het bestuur en
daarmee aan de instrumentele functie. Vanwege deze spanning tussen de
drie functies geldt er een zogeheten optimaliseringsgebod: er moet een
oplossing worden gezocht die aan alle drie de functies zoveel mogelijk
recht doet. Niet alle functies kunnen volledig worden verwezenlijkt. De
spanning van deze functies vraagt om keuzes.

Gelede normstelling
Coronacrisis, vluchtelingencrisis, etc. zijn de terreinen waarop je goed de
3 functies kan zien van het bestuursrecht. Bestuursrecht geeft
instrumenten om de crisis te lijf te gaan en om problemen op te lossen.
Die instrumenten zijn bevoegdheden, gebaseerd op de wet. Tenslotte
geeft het bestuursrecht waarborg bij de uitoefening, zoals openbaarheid,
zorgvuldige afweging, rechtsbescherming, etc. Maar ook ander punt wordt
laten zien, namelijk tussen wet en burger zitten 1 of meer
bestuursorganen: gelede normstelling. Dat betekent dat bestuursrecht
niet alleen enkel uit de wet is te kennen, maar het is een samenspel van
hoge en lagere rechtsbeslissingen.
In 20e eeuw is overheid steeds meer belangen gaan aanhechten door

,uitbreiding bevolking en door ontwikkeling van democratie. Ze kregen
steeds meer taken en dat ging in de vorm van bestuursrecht.

,Het is sterk uitgedijde bestuursrecht met haar geleden normstelling
heeft twee nadelen.
1. Ten eerste kreeg het bestuur er hele grote mate van vrijheid om
dwingend in de samenleving in te grijpen met als risico willekeur >
jurisprudentie van onbehoorlijk bestuur ontwikkeld en
bestuursrechtspraak ontwikkeld
2. Weinig systematisch in elkaar zat en onrechtmatige verschillen had >
Tegenwicht hiertegen (ongesystematiseerdheid) is Awb gemaakt.

Verhouding algemeen en bijzonder deel
Al die wetten en lagere regelgeving is bijzonder delen van het
bestuursrecht. Wat in bundel zit is maar een fractie van alles. Dus hier
zitten alle instrumenten en bevoegdheden.
Als in de wet aan bestuursorgaan een bevoegdheid wordt toegekend of
verplichting wordt opgelegd, dan is het bestuursrecht. Wat dat betreft zit
zelfs in BW bestuursrechtelijke bevoegdheden.
In het algemene deel staan alle regels die voor alle
bestuursorganen gelden, ongeacht wat zij doen. Dit wordt
voornamelijk dit jaar behandeld!
Ook in bestuursrecht te maken met algemeen en bijzonder deel. Materiële
aanspraken verplichtingen zitten in bijzonder deel vaak met bijzondere
procedures. Altijd de Awb erbij nemen. Bijzonder deel is eigenlijk het
belangrijkst, want daar staan alle rechten en verplichtingen van de
burgers en de bevoegdheden van de bestuursorganen.

Nederlands en Europees bestuursrecht
Primair en secundair EU-recht
Primair recht: verdragen > harde
kern Secundair recht:
1. Verordeningen > mogen niet worden omgezet, worden geacht
rechtstreeks te werken.
2. Richtlijnen > richten zich tot lidstaten en moeten worden omgezet
tot nationaal recht en zijn verbindend ten aanzien van het te
bereiken resultaat en hebben tot doel de regelgeving van lidstaten
te harmoniseren. Zijn in beginsel
niet rechtstreeks werkend
3. Beschikkingen >
Waar het primair omgaat: Europese recht staat boven Nederlandse recht >
supranationaal. Bestuursorganen moeten deze regels in acht nemen,
vanwege het
beginsel van loyale samenwerking.

Doorwerkingsinstrumenten
Manieren om de supranationaliteit door te drukken:
• Rechtstreekse werking > als het gaat om een verdragsbepaling,
dan kunnen burgers zich daar niet op beroepen, behalve in
sommige situaties:
onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig zijn geformuleerd.
Rechtstreekse werking van richtlijnen dan krijgt lidstaat tijd om die
te implementeren en die tijd is verstreken dan kan het
rechtstreekse werking hebben.
• Conforme interpretatie > steunt op beginsel van de
gemeenschapstrouw en die brengt mee dat de rechter nationaal
recht Europees recht conform moet uitleggen.

, • Francovich-aansprakelijkheid > Europese recht werkt zo dat als een
lidstaat zich niet aan de Europese regels houdt dat dan de
commissie de lidstaat voor
het Europese hof kan dagen en dan wordt die lidstaat veroordeeld
om het wel te doen. Burgers wier rechten onvoldoende door de
lidstaat worden verwerkelijkt, daarvoor zijn lidstaten aansprakelijk
voor schade die daaruit voortvloeit.

Vervlechting
• Aanvankelijk vooral in de bijzondere delen (landbouw,
mededinging, later milieu) > Europese recht heeft hier het
nationale recht verdrongen.
• Steeds meer gevolgen voor het algemeen deel. Zoals:
o Beginselen van behoorlijk bestuur in het algemeen > zoals het
transparantiebeginsel, want die hadden we in het NL recht nog
niet
o Vertrouwensbeginsel
o Hoorplicht > art. 4:7 en art. 4:8 Awb
o Formele rechtskracht > als je bij bestuursrecht een beroep wil
instellen dan na verstrijking van termijn ben je niet
ontvankelijk. In EU recht
kleine mogelijkheid tot doorbreking
o Vergunningen (Dienstenrichtlijn) > bevat veel vergunningen
en ontheffingen die burgers moeten hebben om in een
lidstaat diensten te mogen verrichten
Algemeen deel van bestuursrecht worden ook steeds meer
beïnvloedt door Europees recht > vervlechting

Beginsel institutionele en procedurele autonomie
EU laat lidstaten de vrijheid zelf hun bestuurlijke organisatie, bestuurlijke
procedures, rechtsbescherming en procesrecht overeenkomstig hun eigen
wensen in te rechten
> is dus niet zo dat EU recht het nationale recht helemaal
verdringt Twee randvoorwaarden waar het nationale recht
aan moet voldoen:
• De nationale bepaling die wordt gehanteerd ter effectuering van
het EU recht mag niet ongunstiger zijn dan de bepaling die van
toepassing is op
soortgelijke nationale verordeningen
(gelijkwaardigheids- of non- discriminatiebeginsel)
• De nationale bepaling mag de uitoefening van het Unierecht niet
onmogelijk of uiterst moeilijk maken (doeltreffendheidsbeginsel)

Partijen in het bestuursrecht: bestuursorgaan (art. 1:1 Awb)
Art. 1:1 lid 1 Awb: a-organen en b-organen
• A-orgaan: een orgaan van een rechtspersoon die krachtens
publiekrecht is ingesteld
- Organen van openbare lichamen, bijv. ministers, regering
College van B&W, burgemeester, etc.
- Organen van ‘rechtspersonen sui generis’, bijv. bestuur van de
Dienst Wegverkeer (art. 4a Wegenverkeerswet: er is een
dienst wegverkeer, in het maatschappelijk verkeer aangeduid
als RDW. De dienst bezit rechtspersoonlijkheid en is gevestigd
te Zoetermeer.)
• B-orgaan: een ander persoon of college, met enig openbaar gezag
bekleed

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pupstraver. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.86. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51036 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.86  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added