Dit document bevat alle nodige informatie voor het examen sociaal beleid van Kris Dekeyzer in de opleiding Sociaal werk te Vives Kortrijk.
Ik behaalde met deze samenvatting een 18/20
3 criteria/indicatoren om intensief karakter van nationale welvaartsstaat te beoordelen:
Formele rechten en instellingen
Aangewende middelen (= sociale uitgaven in % van BBP = welfare effort)
, Behaalde resultaten (=welfare result bv. Aantal armen na sociale uitgaven)
recentelijk ook decommodifaction-index ~ Esping-Andersen
Typologie van Titmuss met 3 modellen van sociaal beleid -> traditionele benadering
Residuele model: overheid komt enkel tussen als private markt en gezin tekortschieten
Industrieel model: welvaartsstaat sterk geïntegreerd in economisch bestel en sociale rechten
gebaseerd op verdienste, arbeidsprestatie en productiviteit. O.a. sociale verzekeringen met
equivalentiebeginsel (loon-bijdrage-uitkering)
Institutioneel-herverdelende model: universele voorzieningen die los van markt aan sociale noden
tegemoetkomen.
Esping-Andersen: decommodificatie
Decommodificatie = mate waarin in een kapitalistische samenleving de welvaart van de burgers
onafhankelijk gemaakt wordt van hun positie op de markt in het algemeen en op de arbeidsmarkt in
het bijzonder.
Onder meer via waarborgen van sociale rechten of inkomens los van band met arbeid
Decommodificatie wordt gebruikt om graad van perfectie verwezenlijkt door bepaalde
welvaartsstaat te meten.
<-> klassieke manier: omvang van sociale overheidsuitgaven per hoofd van bevolking/% van
totale overheidsuitgaven/% van nationaal product -> probleem: sociale uitgaven kunnen
geconcentreerd zijn bij bepaalde categorieën van bevolking, hoge uitgaven kunnen ook
gevolg zijn van falend werkgelegenheidsbeleid, …
3 types/clusters van welvaartsstaten volgens Esping-Andersen:
Clusters gemaakt aan de hand van 3 criteria:
- Rol van bestaanszekerheidsbiedende instellingen nl. staat, markt en gezin
- Behoud of verdwijning van sociale stratificaties en ongelijkheden
- Graad van decommodificatie (= mogelijkheid om behoorlijke welvaartsstandaard aan te
houden ongeacht de deelname aan het marktgebeuren)
,Leibfried: rudimentair model – Latin-rim-landen -> Zuid-Europa
- Beperkt van opzet (behalve Italië)
- Mengsel van Bismarckiaanse proportionele vervangingsuitkeringen en Beveridgiaanse
regelingen (bv. Nationale gezondheidsdienst)
- Ontbreken van nationaal gewaarborgd recht op bijstand
- Centrale maatschappelijke instituties zijn familie, kerk, liefdadigheidsorganisaties en
omvangrijke informele economie
Mitchell: vergelijkt prestaties van landen niet op grond van welfare effort (=%s sociale uitgaven t.o.v.
BBP), maar wel o.b.v. welfare outcome of welfare results (= bv. vermindering armen na transfer)
Dus kortom: landen niet vergelijken o.b.v. van inspanningen, wel o.b.v. resultaten.
Welvaartsstaat kreeg in Europese landen zeer eigen nationale invulling. Dit houdt verband met:
- Nationaal-culturele eigenheid van elk land (bv. Politiek, sociale en culturele instellingen)
- Historische wortels – wetgeving
Bijlage 9: De Belgische route in perspectief: markt,
gezin en sociale zekerheid in de OESO-welvaartstaten –
Bea Cantillon
Welvaartsstaten onderscheiden zich door taakverdeling tussen de 3 grote maatschappelijke
instituties van de kapitalistische samenleving: de markt, het gezin en de overheid.
Public-private-welfare-mix: hoe meer wettelijke voorzieningen, hoe minder private en omgekeerd
Collectieve arrangementen zijn ook complementair met het gezin. -> door socio-demografische
veranderingen heeft welvaartsstaat aantal functies van traditionele gezin overgenomen. Bv.
Kinderopvang
Types van welvaartsstaatregimes volgens Bea Cantillon
Titmuss MODEL A MODEL B MODEL C
Residuele model Industrial-achievement- Institutioneel-
performance-model of herverdelende model
industrieel model
Relatie tot markt WVS komt enkel tussen WVS sterk geïntegreerd in Universele voorzieningen
als private markt en gezin economisch bestel + die aan noden tegemoet
tekort schieten traditionele gezinstype en komen, los van de markt
sociale rechten gebaseerd op
verdienste, arbeidsprestatie
en productiviteit.
, universele uitkeringen op Sociale rechten sterk Sociale rechten verbonden
laag niveau gezinsgerelateerd en met burgerschap
afhankelijk van sociale
klasse/status
Statusverschillen
gereproduceerd
Kenmerken Uitgangspunt: vrije markt Sociale rechten mogen Uitgangspunt: universele
levert beste resultaten bestaande maatschappelijke solidariteit en burgerschap
zowel bij orde niet omkeren/negeren,
maatschappelijke daarom gebaseerd op Decommodificatie meest
emancipatie als arbeidsverleden. universeel en doelmatig
economisch. verwezenlijkt
Sociale zekerheid gebaseerd
WVS enkel onder 2 op verzekeringsbeginsel Universeel sociaal stelsel
voorwaarden: + prinicipe van subsidiariteit
1. Less eligibility koppelt bescherming ook aan
principe gezinssituatie
2. Residuele
karakter WVS Wortels in katholieke sociale
leer
Minimale mate van
decommodificatie Repliceren bestaande
economische ongelijkheid
Less eligibility principe =
voordelen van WVS
moeten steeds minder
voordelig zijn dan
alternatief dat markt
verstrekt.
Residueel = enkel
tussenkomst als markt en
gezin tekortschieten!
Privé-verzekeringen en
voorzieningen op
bedrijfsniveau
Stigmatiserende en
weinig adequate
bijstandsuitkeringen
Zorgt voor sociale
ongelijkheid en
segregatie tussen
gebruikers en niet-
gebruikers van
voorzieningen (arm – rijk)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liesjke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.06. You're not tied to anything after your purchase.