Werkcollege 6 SZR - Bijstand, activering en inkomensbescherming - 2015-2016
Docent begint eerst met beantwoorden van Vraag 2.
Vraag 2
De bijstand is een voorziening tegen het risico van behoeftigheid. Door te kijken of je echt behoeftigt
bent, dus of er binnen de leefvorm waarin jij zit echt niemand zit die voor jou de klappen kan ontvangen
is het juist wel geïndividualiseerd. Over wat het begrip geïndividualiseerd inhoudt kun je dus
discussiëren.
In de Participatiewet is de afstemming geïndividualiseerd, maar die is wel gericht op de
gezinsomstandigheden. Dus de leefsituatie van iemand. De behoefte is geobjectiveerd. De objectivering
zit met name in het feit dat de vraag wanneer je behoeftigt bent is geobjectiveerd in ieder geval voor de
bijstandsnormen. En die normen kun je vinden in art. 20 e.v.
De gemeente bepaalt misschien in een verordening wat de behoefte moet zijn aan die bijzondere
voorziening. Dus je kunt er makkelijk semantisch over discussiëren.
Deze vraag is in het handboek uitgelegd.
Belangrijke kenmerk van bijstand brengt de middelentoets mee. Dat is bijzonder aan de bijstand. Je moet
echt behoeftigd zijn want dat is het risico dat gedekt wordt. De middelentoets staat in art. 31. En art. 11
betreft de regeling over het recht op bijstand. Middelen zijn alle vermogens en inkomensbestanddelen
waarover de alleenstaande of het gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. Waarom is het soms
relevant om vast te stellen of iets een som geld over inkomen is? Waarom is het verschil relevant?
Vermogen wordt kort gezegd pas relevant wanneer het vermogen de norm van de vrijlating bedoeld in art.
34 lid 3 overschrijdt. Wanneer je onder die norm zit van bijv. voor een alleenstaande 5895 euro, dan heeft
dat geen invloed voor het recht van uitkering. Inkomen komt zonder meer in mindering op het recht op
bijstand. Dus soms is het gunstiger om iets tot vermogen te rekenen en niet tot inkomen. Begrip inkomen
is bijvoorbeeld gedefinieerd in art.32 lid 1. Je moet je realiseren dat 32 lid 1 geen limitatieve opsomming
betreft. Het kan zijn dat je periodieke inkomsten hebt die niet met name genoemd zijn in 32 lid 1 sub s
maar toch in het inkomen vallen. Voor periodieke inkomsten geldt meestal dat het voor inkomen wordt
gerekend.
Dan heb je in art. 31 middelenomschrijvingen.
In het boek wordt een voorbeeld gegeven van een vrouw die in de bijstand zit en minimaal 6 maanden, 3
dagen per week gratis voor de kinderen van haar neef heeft gezorgd, kan dat voor rekening van inkomen
komen? Heeft het gevolgen voor haar bijstand? Het antwoord was JA. Dit was een inkomensbestanddeel
waarover zij redelijkerwijs kon beschikken volgens de CRvB. En de redenering daarbij was: omdat zij 3
dagen per week oppaswerkzaamheden is zij redelijkerwijs in staat om inkomen uit arbeid te verdienen. En
dat is ook op geld waardeerbaar. Bij een eenmalige vriendendienst is deze vraag niet ter sprake. Over het
algemeen kom je aardig eind met de vraag of de activiteiten die je hebt gedaan in wezen op geld
waardeerbaar zijn.
De middelentoets is bijzonder voor de particitpatiewet. Maar komt in de casus niet echt aan bod.
Vraag 1 A
Deze vraag stuurt naar de kostendelingsnorm. Ze is een alleenstaande ouder en daarvoor gelden normen.
Als hoofdregel zou bij een alleenstaande ouder gelden dat de kostendelersnorm niet van toepassing is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller advocaat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.06. You're not tied to anything after your purchase.