samenvatting ALLE tentamenstof (boek, hoorcolleges en belangrijke informatie werkgroepen) bestuursrecht UvA tweede jaar van de bachelor rechtsgeleerdheid.
Gemaakt door studente met cijfergemiddelde van 8.9
Week 1: het legaliteitsbeginsel en bevoegdheden.
Het legaliteitsbeginsel houdt in dat er een wettelijke grondslag voor bevoegdheden dient te
zijn. Leidt tot rechtszekerheid (en voorkomt willekeurig optreden).
Overheidsoptreden dat direct ingrijpt in de rechten en vrijheden van burgers.
- Presterend overheidsoptreden (zoals 4:23 Awb).
Kan op andere manieren ingrijpende gevolgen hebben voor burgers.
a. Leistungsverwaltung: presterend bestuur.
b. Voor zover deze tevens Eingriffsverwaltung is: leidt tot ingrepen in vrijheid of
eigendom.
Door jurisprudentie is onderstreept dat voor besluiten van bestuursorganen een titel in
geschreven recht is vereist.
Soms een geïmpliceerde bevoegdheidsgrondslag: de bevoegdheid tot terugvordering
vindt grondslag in de bevoegdheid tot toekenning.
Ook een communautaire verordening kan een bevoegdheid scheppen zonder dat
bevoegdheidsattributie naar nationaal recht heeft plaatsgevonden (dubbele
bevoegdheidsgrondslag bij EU-recht) – ondanks strijd legaliteit.
Een bevoegdheid wordt in principe toegekend bij wettelijk voorschrift.
- Uitdrukkelijke toekenning in voorschriften dat een orgaan iets ‘kan’ verrichten of
‘bevoegd’ is te besluiten.
- De bevoegdheid tot wijziging van een besluit is een geïmpliceerde bevoegdheid in de
bevoegdheid tot nemen of weigeren van het besluit.
o Die bevoegdheid behoeft wel uitdrukkelijke wettelijke grondslag.
o Soms op basis van de aard van een besluit bepaald dat een besluit zich niet
voor intrekking leent.
- Bevoegdheden toegekend in een vergunningsvoorschrift.
o Wanneer een bestuursorgaan voorwaarden kan stellen aan
vergunninghouder.
- Ook ongeschreven rechtsgrondslag.
o Onder omstandigheden afwijken: een ander beginsel komt meer gewicht toe.
o Door noodrecht, waarbij door buitengewone omstandigheden het
overheidsgezag niet kan functioneren terwijl algemene belangen dringend
moeten worden beschermd.
Attributie is het scheppen van een nieuwe bevoegdheid (Heffingsambtenaar).
Op grond van het legaliteitsbeginsel
moeten bevoegdheden op een voorschrift
gebaseerd moeten zijn.
Zij die kunnen attribueren zijn daarom: organen met wetgevende bevoegdheid.
a. Formele wetgever (art. 81 Gw).
b. Provinciale staten en gemeenteraden (art. 127 Gw).
Geattribueerd kan worden aan:
a. Bestuursorganen van de Staat, de provincies en gemeenten.
o Bestuursbevoegdheden van deze bestuursorganen kunnen ook bij APV
worden geattribueerd.
, o Zij kunnen ter verantwoording worden geroepen.
b. Zelfstandige bestuursorganen (zbo’s).
o Bestuursorganen die geen verantwoording verschuldigd zijn.
o Zijn niet hiërarchisch ondergeschikt.
Heeft gevolgen voor de omvang van ministeriele verantwoordelijkheid
en mogelijkheid van parlementaire controle.
Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
Die kent de ministers onder wier verantwoordelijkheid de zbo’s
werken invloed uit te oefenen.
De ministers kunnen ter verantwoording worden geroepen.
c. Ondergeschikten (ambtenaren).
o Zijn ondergeschikt aan het orgaan.
o Redenen.
Het grote aantal te nemen besluiten.
Vereiste vaktechnische kundigheid.
Noodzaak terstond op te kunnen treden.
o Hierdoor krijgt de ambtenaar een exclusieve bevoegdheid, dit maakt hem a-
bestuursorgaan.
Tegenstrijdig dat hij zowel ondergeschikt is als een exclusieve
bevoegdheid heeft.
Daarom kunnen instructies worden gegeven (10:22 Awb).
Delegatie is het door de delegans overdragen van een al, aan hem toekomende, bestaande
bevoegdheid aan de delegataris (10:13 Awb).
Dit geschiedt onder eigen naam en verantwoordelijkheid (SCE II).
- De delegans verliest de bevoegdheid (10:17 Awb).
o Draagt wel nog verantwoordelijkheid voor het delegeren.
o Kan de delegatie te allen tijde stoppen (10:18 Awb).
Ultimum remedium.
- De delegans is bevoegd beleidsregels vast te stellen (10:84 lid 1 Awb), maar mag
geen concrete instructies geven (10:16 Awb).
o Moeten op grond van 4:84 nageleefd worden.
o Blijft uit indien dit onevenredig is.
- Kan ook zelf beleidsregels vaststellen (10:13 Awb).
o Beleidsregels van de delegans gaan in geval van strijd voor.
Het delegeren kan alleen indien hiertoe bij wettelijk voorschrift is voorzien (10:15 Awb).
- Aan ondergeschikten kan niet (10:14 Awb), deze kunnen niet zelfstandig uitoefenen.
- Delegatie is pas aan de orde wanneer daar daadwerkelijk gebruik van is gemaakt
(10:15 Awb).
o Delegatiebesluit (10:19 Awb).
o Geclausuleerde delegatie is toegestaan.
- Ook is onderdelegatie (10:15 Awb) mogelijk indien hier wettelijke grondslag voor is.
Wanneer een bestuursorgaan een aan een ander toekomende bevoegdheid verplaatst naar
een door hem aan te wijzen bestuursorgaan is er sprake van overdracht (10:20 Awb).
Mandaat is het door een mandans machtigen van de mandataris om een al bestaande
bevoegdheid op naam en onder verantwoordelijkheid van het mandaat uit te voeren.
, a. Meest voorkomend is het beslissingsmandaat (10:11 Awb):.
De bevoegdheid om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen.
b. Ondertekeningsmandaat (10:11).
Blijft beperkt tot het ondertekenen van besluiten die door bestuursorganen
zelf zijn genomen.
Hierbij vindt geen doorbreking van de oorspronkelijke bevoegdheidsverdeling plaats en geen
verschuiving van verantwoordelijkheid (10:2 Awb).
- Wettelijke grondslag is niet vereist (10:3 Awb), behoudens (Drukkerij ‘’Die Haghe’’):
o Het wettelijk voorschrift kan een verbod van mandatering inhouden. Het
vormt een wettelijk beletsel.
o De aard van de bevoegdheid kan zich ertegen verzetten.
Bevoegdheid als zodanig (ingrijpendheid).
Persoon aan wie gemandateerd wordt (in sfeer normale
bevoegdheidsuitoefening).
- Algemeen mandaat (praktische noodzaak) geschiedt schriftelijk (10:5 lid 2 Awb).
o Bekend gemaakt volgens 3:42 Awb.
o Beëindiging (10:8 lid 2 Awb) ook.
- Voor concreet mandaat is gen besluit vereist.
- De mandaatgever blijft bevoegd zelf te beslissen (10:7 Awb) en blijft verantwoordelijk
voor alles binnen de grenzen van de mandatering.
o Kan instructies geven (10:6 Awb).
o Hierdoor dient een niet-ondergeschikte in te stemmen met verlening,
wanneer aan hem wordt gemandateerd (10:4 lid 1 Awb).
Altijd door besluit (10:5 lid 2 Awb).
Laatste jaren terugtred van de wetgever: wetgever in formele zin laat in toenemende mate
de rechtsvorming over aan lagere wetgevers.
Veelal discretionaire bevoegdheden omdat de wetgever de bevoegdheden niet of
nauwelijks normeerde.
In tegenstelling tot gebonden bevoegdheden hebben bestuursorganen hierbij
vrijheid om naar eigen inzicht besluiten te nemen.
Elk wettelijk voorschrift waarin een bestuursbevoegdheid wordt toegekend stelt
bevoegdheidsvoorwaarden waaraan moet zijn voldaan in het geval dat het bestuursorgaan
de bevoegdheid uitoefent.
1. Is aan de bevoegdheidsvoorwaarden voldaan?
a. Gebonden beoordelingsruimte.
b. Beoordelingsruimte (discretionair).
o Het bestuursorgaan is vrij om zelfstandig te
beoordelen of aan de voorwaarden is voldaan
2. Als aan de voorwaarden is voldaan. Discretionaire bevoegdheid.
a. Beleidsruimte.
o ‘’Of’’ beleidsruimte.
o ‘’Hoe’’ beleidsruimte.
b. Geen beleidsruimte.
Elke bevoegdheid behoeft in beginsel wettelijke grondslag.
- In veel gevallen voorzien van bevoegdheidsvoorwaarden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bettemaxim. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.