100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Cellulaire En Moleculaire Biologie $7.40
Add to cart

Summary

Samenvatting Cellulaire En Moleculaire Biologie

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het volledige vak Cellulaire en Moleculaire Biologie gegeven in het jaar 2020/2021 door Prof. Gheysen

Preview 4 out of 66  pages

  • November 27, 2022
  • 66
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Cellulaire en moleculaire biologie
DEEL I: INLEIDING EN CELLEN
Hoofdstuk 1: Wat is leven?
1.1 Definitie
Wikipedia:
Leven is een open fysico-chemisch systeem dat door middel van uitwisseling van energie en
materie met de omgeving en door een inwendig metabolisme in staat is om zich in stand te
houden, te groeien, zich voort te planten en zich aan te passen aan veranderingen in de
omgeving, zowel op korte (fysiologische en morfologische adaptatie) als op lange termijn
(evolutie).’

➔ Eigenschappen van leven:
• Cellulaire organisatie
• Homeostase
• Metabolisme
• Groei en ontwikkeling
• Reactie op stimuli
• Voortplanting en erfelijkheid
• Aanpassing door evolutie
➔ De cel is de bouwsteen van alle levende organismen
➔ Je moet vertrekken vanuit een al bestaande cel en daarin kan je synthetisch DNA in steken, maar
je kan geen synthetische cellen, synthetisch leven maken


1.2 Cellulaire organisatie van leven
➔ Prokaryoten (enkele µm groot) en eukaryoten (enkele -tallen µm groot)
➔ Eencellige en meercellige eukaryoten
➔ Cellen ontstaan uit cellen: een cel kan zich delen in twee dochtercellen
➔ Onderverdeling in 6 rijken:




Onderverdeling van de protista
1.3 Microscopie
1.3.1 Inleiding
Resolutie = de minimumafstand tussen 2 punten zodat die nog als afzonderlijke punten te zien zijn
door de microscoop. Hoe kleiner die afstand, hoe groter de resolutie. Menselijk oog heeft een
resolutie van 100 µm.

, 1.3.2 Lichtmicroscopie
Licht wordt gefocust op een preparaat
door middel van een lenzensysteem.

Hedendaagse microscopen zijn niet
krachtig genoeg om de fijne details van de
celstructuur te onderscheiden: 3 types
lichtmicroscopen:

➔ Brightfield: detectie van verschillende
celdelen door middel van contrast.
Geeft een laag contrast als het
preparaat niet gekleurd is, geeft een
goed contrast als het preparaat wel
gekleurd is, kleuring zorgt voor fixatie
van de cel
➔ Fasecontrast: licht wordt verstrooid 1
als het door regio’s gaat met
© 2017 Pearson
verschillende densiteit en dikte.
➔ Fluorescentie: soms geeft een molecule ‘licht’ bij een bepaalde frequentie of soms bevat een
molecule eiwitten die ‘licht geven’ bij een bepaalde frequentie. Men kan fluorescent gemerkte
antilichamen toevoegen aan een moleculen die zich binden op specifieke eiwitten die dan
zichtbaar worden.

1.3.3 Elektronenmicroscopie
Is gebaseerd op dezelfde principes als de lichtmicroscopie, maar werkt met elektronen in plaats van
fotonen. Die wordt gefocust aan de hand van elektromagneten in plaats van lenzen. Kan enkel met
zeer dunne coupes (=stalen), en in een vacuüm dus levende stalen zijn niet mogelijk. Er zijn 2 types:

➔ Transmissie-elektronen (TEM):
sectionering is verplicht doordat we met
dunne stalen moeten werken. Is gebaseerd
op de elektronenverstrooiing op zware
atoomkernen in de staal. Geeft goed
detail.
➔ Scanning-elektronen (SEM): scant de
oppervlakken van de cellen (3D-structuur).
Hier mag de staal wel groot en dik zijn.
Reflectie van de elektronen op het
celoppervlak.

,1.4 Eigenschappen van leven
➔ Cellulaire basis: elke cel is begrenst door een semipermeabel membraan.
➔ Homeostase: intern milieu wordt constant gehouden in wisselend extern milieu.
➔ Metabolisme: biochemische processen transformeren energie voor cellulaire activiteit, groei en
voortplanting (=opbouw en afbraak van organische moleculen).
➔ Groei: groter worden van cel/organisme.
➔ Ontwikkeling: geprogrammeerde verandering tijdens de groei, differentiatie van de cel.
➔ Reactie op stimuli: kunnen reageren op veranderingen in het uitwindig of uitwendig milieu op
korte termijn. Vb. plant groeit naar het licht.
➔ Voortplanting: een organisme produceert nakomelingen en zorgt voor het voortbestaan van de
soort.
➔ Erfelijkheid: de informatie voor de eigenschappen van de soort ligt opgeslagen in het DNA en
wordt zo doorgegeven aan de nakomelingen. Vb. cel deelt in dochtercellen.
➔ Evolutie: variatie creëren door mutaties in het erfelijk materiaal, survival of the fittest, de best
aangepaste cel deelt het meest.
Vb. de peper- en zoutvlinder in Engeland of de
hagedissen voor en na een doortocht van een
orkaan. Bestaat ook bij kankercellen.

1.5 Virussen, viroïden en prionen
Is een virus leven? NEE

➔ Een virus is geen cel
➔ Een virus kan zich niet op zichtzelf delen, is afhankelijk van de gastheer
➔ Infecteert de gastcel
➔ Reageert maar een beetje op stimuli en doet maar een beetje aan homeostase
MAAR
➔ Een virus past zich aan door de evolutie
➔ Groei en ontwikkeling komt eerder voor in een vorm van assemblage
➔ Voortplanting en erfelijkheid
➔ Bevatten ook RNA en DNA

Viroïden: bestaan enkel uit een RNA-molecule, zijn verwerkers van bepaalde plantenziekten

Prionen: infectieuze, abnormaal opgevouwen eiwitten die in cellen kunnen binnendringen, ze zetten
hun normale tegenhangers om naar de infectueuze vorm. Het gen voor een prion ligt in het genoom.
Veroorzaken de Gekke-koeienziekte.

EXTRA

Parasieten: bestaat wel uit cellen en heeft een gastheer nodig. Bv. Plasmodium in rode bloedcellen
(malaria)

, Hoofdstuk 2: Moleculen van cellen
2.1 Koolstofketens en water
Belangrijkste atomen in het leven:

Koolstof is de basis van het leven

➔ Eigenschappen van het c-atoom:
• Kan 4 stabiele covalente bindingen vormen
• Enkele, dubbele of trippele bindingen met andere c
• Lineaire of vertakte c-ketens, c-ringen
• Vormt gemakkelijk verbindingen
• Belangrijk voor glucose en andere suikers
• Vormt stereo-isomeren (linkse en rechtse isomeer)
➔ Eigenschappen van het h-atoom
• Meest voorkomende molecule in cellen
• Ongelijke verdeling van de elektronen en hoek tussen de atomen: polaire molecule
• Cohesief via waterbruggen
• Zorgt voor een stabiele temperatuur
2.2 Organisatie en polymerisatie



Suiker = aldehyde/keton



Lipide = glycerol met meerdere vetzuren



Aminozuur = vaste vorm (carboxyl,
aminogroep en c-atoom) met een
karakteristieke groep



Nucleotiden = suiker met een base en een
fosfaatgroep

Voorbeeldoefening: wat stelt deze structuur voor?

➔ Een peptideketen: verbinding tussen aminozuren,
carboxylgroep bindt aan de aminogroep en splitst H2O af.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller seppamaes. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.40
  • (0)
Add to cart
Added