Dit is een samenvatting van het gehele boek 'Inleiding Groepsdynamica'. Het boek is de tweede druk, en waar nodig zijn de afbeeldingen in het bestand gescand. De samenvatting bevat 62 bladzijden.
Werken met groepen
Literatuur
Inleiding Groepsdynamica
Hoofdstuk 1: Mensen in groepen
1.1 Groepsdynmica
De sociale psychologie en de groepsdynamica, een deelgebied van sociale
psychologie, bieden wetenschappelijke inzichten in het gedrag van mensen in
groepen. De sociale psychologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de
manier waarop de gedragingen, gevoelens, wensen en opvattingen van mensen
worden beïnvloed door de sociale omgeving waarin zij verkeren. De Duitse
psycholoog Kurt Lewin (1890-1947) is een van de eerste geweest die het belang
ondererkende van de invloed van de sociale omgeving op het doen en laten van
mensen. Hij ontwikkelde de veldtheorie waarin hij stelde dat het gedrag (G) van
een persoon een functie (F) is van zijn persoonskenmerken (P) en de kenmerken
van de sociale omgeving (S). Hij formuleerde dit als volgt: G = f (P,S).
Dat mensen door hun omgeving worden beïnvloed is al lang geleden aangetoond
door Sherif (1936). Hij stelde vast dat wanneer mensen in een groep te maken
krijgen met een onduidelijk probleem of een onduidelijke situatie, ze hun
inschattingen en opvattingen met elkaar in overeenstemming brengen, totdat
een bepaalde mate van groepsconsensus is bereikt. De groepsleden gingen door
het proces van wederzijdse beïnvloeding steeds meer toe naar een soort
gemeenschappelijke opvatting. De veldtheorie van Lewin zou aan deze situatie
kunnen worden aangepast als: dat het gedrag (G) van mensen een functie is van
hun persoonskenmerken (P) en van de kenmerken van de groep (K), in formule: G
= f (P,K).
Een groep heeft een bepaalde invloed in het doen en laten, omdat mensen
denken dat ze in een groep ander gedrag kunnen vertonen dan normaal. Al in
1895 publiceerde LeBon de opvatting dat het lijkt alsof mensen zich in een groep
als collectief gaan gedragen. Het lijkt wel alsof ze bewogen worden door een
gemeenschappelijke wensen of gedachte (collective mind) en daardoor de
controle over hun gedrag verliezen. Ze geven hun individualiteit op en doen
dingen die zij alleen nooit gedaan zouden hebben. Volgens LeBon werken de
volgende factoren het mechanisme in de hand:
- Anonimiteit: ze voelen de macht van het aantal en de anonimiteit van
zichzelf
- Besmetting: ze laten zich meeslepen door wat anderen doen
- Suggestibiliteit: ze zijn vatbaar voor de meningen en opvattingen van
anderen
Om gedrag beter te kunnen begrijpen, moet je ook kijken naar het groepsgedrag,
want mensen brengen het meeste van de tijd door in een groep: wat dus een
belangrijke invloed zal hebben op het gedrag van de mens. De groepsdynamica
is de wetenschappelijke discipline die processen in groepen en het groepsgedrag
bestudeert. Deze definitie roept een belangrijke vraag op.
1.2 Bestaat de groep?
Het gedrag van groepsleden wordt zowel bepaald door hun persoonskenmerken
als door de groep.
De eerste opvatting stelt dat de groep slechts bestaat uit individuele personen.
Verklaringen voor het gedrag van de groepsleden worden gezocht in hun
opvattingen, motieven en persoonskenmerken. In deze individualistische
benadering hebben groepen geen eigenschappen van zichzelf. Volgens de
,Amerikaanse psycholoog Allport (1924): groepen bestaan niet. Ze hebben geen
zenuwstelsel en kunnen niet zoals mensen denken en voelen, ze zijn slechts een
optelsom van individuele gedragingen van de leden.
,De tweede opvatting stelt dat de groep een eigen identiteit heeft en dat het
gedrag van de groepsleden daardoor wordt beïnvloed: de groepsbenadering. De
eigen identiteit van groepen kan worden bestudeerd en de kenmerken van
groepen kunnen worden vastgelegd. Groepsgedrag is bv. lastig, rumoerig, rustig
etc. Groepskenmerken kunnen ervoor zorgen dat iemand zich in de ene groep
anders zal gaan gedragen dan in de andere groep.
De derde opvatting stelt dat het gedrag van de groepsleden zowel bepaald wordt
door hun persoonseigenschappen als door de kenmerken van de groep waarvan
ze doel uitmaken: interactionele benadering: deze benadering sluit het beste aan
bij de benadering van Lewin. Er wordt onderzocht hoe mensen met elkaar een
groep vormen, welke eigenschappen zich in die groep ontwikkelen en hoe die
eigenschappen vervolgens weer van invloed zijn op het gedrag van de
groepsleden.
1.3 Leven in groepen
Over het algemeen zijn mensen lid van vijf of meer groepen.
1.4 Wat is een groep?
Het gevoel dat iemand met anderen een groep vorm, is kennelijk afhankelijk van
bepaalde kenmerken. In dit broek spreken we van een groep, wanneer aan de
volgende kenmerken is voldaan:
- Interactie: er moet sprake zijn van een regelmatige interactie tussen twee
of meer personen
- Identiteit: de personen die regelmatig met elkaar omgaan moeten het
gevoel hebben een groep te zijn
- Doelen: de personen die met elkaar omgaan hebben gemeenschappelijke
doelen
- Afhankelijkheid: de personen die met elkaar omgaan hebben elkaar nodig
om die gemeenschappelijke doelen te kunnen bereiken
Groepen verschillen in de mate waarin deze kenmerken aanwezig zijn. Hoe meer
groepskenmerken aanwezig zijn, hoe meer er sprake is van een echte groep.
1.5 Soorten groepen
Indeling van groepen zijn mogelijk op:
- Indeling naar functie
- Het onderscheid tussen formele en informele groepen
- Het onderscheid tussen reële en virtuele groepen
Indeling naar functie
Groepen kunnen in eerste plaats worden onderscheiden naar hun functie voor de
groepsleden.
Overleggen, beoordelen en besluiten:
In organisaties zijn vaak vele verschillende overleggroepen te onderscheiden,
zoals het managementoverleg, het werkoverleg op een afdeling, het
teamoverleg, het overleg van de ondernemingsraad, het overleg van
projectgroepen en commissies.
Produceren:
Produceren in groepsverband kan veel vormen aannemen. Te denken valt aan het
in teamverband:
- Produceren van goederen en diensten
- Ontwikkelen van nieuwe producten
, - Maken van een film of documentaire
- Leveren van een sportprestatie
- Doen van onderzoek
- Geven van muziekuitvoeringen
Vrije tijd en recreatie:
Moet jou groep iets doen voor de leuk in je vrije tijd, zoals het repeteren met je
band, vissen, voetballen, fietsen etc.
Politiek, geloof, opvattingen:
Mensen kunnen behoefte hebben aan het gezamenlijk uiting geven aan een
bepaald geloof of een opvatting. Ze kunnen zich dan aansluiten bij een
kerkgenootschap, een sekte, een actiegroep of bij een politieke partij.
Therapie:
Mensen kunnen deelnemen aan therapie in groepsverband. Bij groepstherapie
wordt ervan uitgegaan dat een deel van het gedrag van mensen wordt
bekrachtigd door de sociale omgeving (groep) waarin ze leven, en dat
gedragsverandering alleen kan standhouden als die sociale omgeving het nieuwe
gedrag niet tegenwerkt, maar juist versterkt.
Formele en informele groepen
Er is sprake van een formele groep als de leden van een groep zijn aangesteld. In
organisaties zijn veel formele groepen te onderscheiden. Informele groepen is
meestal sprake van een bepaalde, van tevoren vastgestelde rolverdeling. Er is
sprake van een informele groep als deze spontaan en zonder druk van buitenaf
tot stand is gekomen. Ze ontstaan, breiden zich uit, krimpen weer in en kunnen
na verloop van tijd weer verdwijnen. Als er een rolverdeling is, is deze in de loop
van de tijd ontstaan.
Reële en virtuele groepen
We spreken van een reële groep, als de groepsleden in elkaars nabijheid zijn,
zodat zij op een directe manier face-to-face met elkaar kunnen communiceren.
Het is ook mogelijk om in een groepsverband te werken, zonder in elkaars
nabijheid te zijn. In dit geval is de communicatie uitsluitend via de elektronische
weg. We spreken dan van een virtuele groep.
1.6 De structuur van groepen
De identiteit van een groep wordt pas zichtbaar, als een groep langer bestaat en
als de manier waarop de groepsleden met elkaar omgaan een vast en herkenbaar
patroon laat zien. Dit vaste patroon wordt de structuur van de groep genoemd.
Vijf kenmerken typeren de structuur van een groep.
1. Communicatiepatronen: wat het meest zichtbaar is in het groepsgedrag,
de manier waarop de groepsleden met elkaar omgaan. Als we dit beperken
tot de verbale communicatie: wie zegt het meest leider; wie zegt er
minder terughoudender of bescheiden
2. Status en invloed: groepsleden die veel aan het woord zijn, veel hun
mening en wensen naar voren brengen en in staat zijn om hun wensen
door te drukken, zullen veel invloed hebben en daarmee ook status
verwerpen. Ongelijkheid tussen groepsleden in status en invloed is een
kenmerk van groepen.
, 3. Rollen: Zowel in formele (liggen vast, bv. voorzitter, verslaglegger etc.) als
in informele (rollen die vanzelf ontstaan bv. grappenmaker, sfeerbewaker
etc.) groepen kunnen groepsleden bepaalde rollen vervullen.
4. Normen: opvattingen over hoe met elkaar dient om te gaan, ontstaan na
verloop van tijd
5. Affectieve relaties: groepsleden kunnen ruzieachtig, vijandig, vriendelijk,
zakelijk, intiem etc. met elkaar om gaan. Uit de manier waarop
groepsleden met elkaar omgaan, blijkt welk patroon van affectieve relaties
er tussen de groepsleden is ontstaan. Zijn de relaties goed, dan is dat een
bindende factor en is er sprake van een hechte groep (sterke
groepscohesie)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller niinjaturtel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.