Samenvatting Orthopedagogiek als handelingswetenschap, ISBN: 9789463934459 Kwaliteit van Leven: mensen met een beperking
52 views 0 purchase
Course
Kwaliteit van Leven: mensen met een beperking
Institution
Hogeschool Gent (HoGent)
Book
Orthopedagogiek als handelingswetenschap
In deze samenvatting vind u de lesinhouden terug van lesweek 1 tem 8
volgende zaken komen aanbod:
- H4: Beeldvorming: ontwikkeling
< Begrippenkader
< orthopedagogische ondersteuning
-mensen met een visuele beperking
- fysieke beperking
- auditieve beperking
Kwaliteit van Leven: mensen met een beperking
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
stephaniehesters
Content preview
H4: Beeldvorming: ontwikkeling (les1)
- Mensen met visuele beperking: zeer heterogeen (normaal ziend → niets ziend)
o De zintuigelijke ervaring verloopt anders, waardoor altijd gevolgen voor de ontwikkeling,
maar mits ondersteuning kan een persoon zich aanpassen en een normaal leven leiden
De ontwikkeling van kinderen met een visuele beperking.
Sensorische ontwikkeling
Het gezichtsorgaan (ogen) is zowel een verte zintuig als een nabij zintuig, dit val
dus weg voor mensen met een visuele beperking
Gemis aan visuele informatie wordt gecompenseerd door:
- Tast (bv. voelen aan stenen, het volgen van een muur,…)
o Soms tactiele afweer; kinderen trekken handen terug omdat ze iets vies vinden/pijn hebben
- Gehoor (bv. voor de weg vinden luisteren naar het geklap van de leerkracht)
- Geheugen
- Smaak
- Reuk (ruiken als het geregend heeft)
Echo locatie: het gebruik van geluidsgolven en echo's om te bepalen waar dingen zich bevinden.
Restvisie: kunnen nog kleine contrasten onderscheiden, terwijl ze functioneel blind zijn (vermoeiend)
Motorische ontwikkeling: op bepaalde gebieden trager, maar niet anders
- Statische vaardigheden (niet bewegen → zitten, staan) ontwikkelen zoals bij ziende kinderen
- Locomotore of dynamische vaardigheden (in beweging →komen tot zit, kruipen, lopen…)
ontwikkelen trager doordat:
o Gebrek aan visuele stimulans (bv. ze zien geen speeltjes om naar toe te gaan)
o Gebrek aan veiligheid en vertrouwen (bv. trap afgaan met handen en voeten → angst)
Bij vrijwel alle blinde kinderen: BLINDISMEN
Bewegingen die zich herhalen en geen duidelijk doel en functie lijken te hebben voor
buitenstaanders. Bv. draaien met hoofd, in ogen wrijven (oogboren), voor- en achterwaarts bewegen
van het bovenlichaam, cirkelbewegingen met handen/onderarmen; huppen/springen, hand-/
vingerbewegingen naar het licht toe, …
Cognitieve ontwikkeling: op verkenning gaan (exploreren) = leren
Kinderen met visuele beperking
Minder exploratiedrang (passieve houding) Meer exploratiedrang (eerder roekeloos)
- Orde en overzicht bieden - Exploratie mag bestaan
- Uitdagen tot exploratie - Bescherming moet geboden worden
Objectpermanentie - innerlijke voorstelling van mensen en ruimte om zich heen
- ontwikkelt bij kinderen met visuele beperking gemiddeld 10 maand later
- Kan je vaststellen als het kindje zoekt naar iets dat het niet meer ziet
Hoe het zoekgedrag stimuleren? → Aanwijzingen geven om te zoeken,
Samen zoeken, Kiekeboespelletjes spelen, …
Conceptvorming (is - vanuit verschillende zintuigen informatie verzamelen over iets/abstract
nodig om de begrip, die we dan samenvoegen tot een geheel: een concept
wereld te o Verloopt anders bij blinde dan bij ziende peuters en kleuters
begrijpen) o Hebben goede woordenschat, maar begrijpen niet altijd de volledige
, betekenis ervan
o Gebruik van zweeftaal
Bv. niet alles vh concept ve boom snappen bv.dat een boom in een pot staat
Hoe conceptvorming ondersteunen?
- Gemiste visuele informatie aanvullen (andere zintuigen)
- kind helpen verbanden te leggen (‘de weg der dingen’ uitleggen)
- Het kind veel laten ervaren
Bv. Patatten → eerst schillen, dan koken en dan pas opdienen, Bv. vuilnis
buiten zetten → wordt opgehaald door vuilkar (het concept van die dingen)
Taal en - Jonge kinderen met visuele beperking:
communicatie o kunnen in het begin van de taalontwikkeling op steeds dezelfde
manier dezelfde zinnen of uitspraken doen (echolalie). Vermoedelijk
leren zij taal op een andere manier aan.
o kunnen moeite hebben met het correct gebruik van persoonlijke
voornaamwoorden (ik, jij, wij…). → gebrekkige visuele input.
- Maar doorgaans doen zij een inhaalbeweging en zijn lagere
schoolkinderen en volwassenen met een visuele beperking relatief sterk
in taal, zelfs sterker dan normaal ziende leeftijdsgenoten.
Non-verbale communicatie
o Moeite om de non-verbale uitdrukkingen van de interactiepartner
waar te nemen
o Eigen non-verbale uitdrukkingen (bv. zich richten naar
communicatiepartner) ontwikkelen niet op een natuurlijke manier,
maar kunnen door begeleiding aangeleerd worden
Psychosociale ontwikkeling
Het jonge kind - Minder spontane interacties moeder-kind door ontbreken van oogcontact, en
passievere contactname. Bv. baby draait gezicht weg om beter te kunnen luisteren als
er wordt gesproken → mama ervaart dit als gevoel van afwijzing; dit moet duidelijk
worden gemaakt aan ouders dat dit normaal is
- Emoties interpreteren via de handentaal (bv. ontspannen handjes → positief, gesloten
handjes → gespannen gevoel)
- Later optreden van eenkennigheid (bang voor vreemden) en het duurt veel langer en
scheidingsangst (mama gaat weg) dan bij normaal ziende kinderen.
Peuter- en - Kan heftige gevoelens van boosheid en prikkelbaarheid ervaren(door frustratie
kleuterleeftijd beginnen roepen)
- Hulp blijft nodig: mama en papa zijn armen en ogen (ondersteuning geven, maar niet
TE)
- Spelen met andere kinderen lukt enkel in gestructureerde en begeleide activiteiten.
Lagere schoolleeftijd - Worden zich bewust van het feit dat ze ‘anders’ zijn
- Vaak verwerkingsproces
- Kinderen willen niet ‘anders’ zijn, willen er gewoon bij horen
- Samen spelen nog steeds moeilijk
Jongeren en - Grootste uitdaging = ondanks de ondersteuning die ze nodig hebben van anderen toch
jongvolwassenen een zelfstandige volwassene worden (hun plan kunnen trekken)
- Enkele jongeren: weerstand tov. hulpmiddelen of aanwezigheid van een ondersteuner
- Hebben doorgaans een kleiner sociaal netwerk, hoger risico op eenzaamheid.
, H4. Beeldvorming: levensloopgerelateerde thema’s
Opvoeding
- Vroegtijdige begeleiding gezin
- Aanpak van ouders heeft impact op (zelfaanvaarding van) het kind
- Aandachtspunten:
o Vaardigheden ifv. interactie met het kind
o (over)beschermende houding?
o Aanbieden van prikkels en ervaringen
- Hulpverlener
o Aanleren gebruik hulpmiddelen,
o Mobiliteitstraining
o Computervaardigheden
o Praten over ‘gevoelige’ onderwerpen
Onderwijs
- Regulier onderwijs → valkuil: meer tijd nodig om leerstof te verwerken en integreren.
- Buitengewoon onderwijs → Type 6 onderwijs: vooral bij nood aan acute revalidatie (bv. leren van
braille), of wanneer er ook nog andere beperkingen zijn
- Toegang tot de geschreven wereld: individuele zoektocht (vergrotingssoftware, braille,…)
- Aanpassingen, hulpmiddelen
- Oriëntatie in het gebouw ifv. zelfstandige verplaatsing
Dagbesteding en tewerkstelling
Slechts 33% mensen met visuele beperking heeft een betaalde job.
Redenen:
- Te kleine financiële prikkel;
- Uitdagingen tgv. beperking;
- Beperkte info bij werkgevers
Ouder (mama/papa) zijn met een visuele beperking
- Kinderwens
- Implicaties erfelijke oogaandoeningen spelen een rol in deze keuze
- Vaak te veel focus op bezorgdheden en problemen en te weinig op mogelijkheden
Onze taak = zonder oogkleppen creatief mee op zoek gaan naar manieren om het ouderschap aan te
kunnen
- Hulpmiddelen
- Training bij organisaties voor personen met visuele beperking (brailleliga, licht en liefde)
Ouderdomsblindheid/-slechtziendheid
- Ouder dan 50 jaar: meer visuele beperkingen
- Kwetsbare groep want:
o +65: geen aanvraag meer bij VAPH
o Vaak minder technische vaardigheden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stephaniehesters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.