100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Contemporary Management $6.40   Add to cart

Summary

Samenvatting Contemporary Management

 34 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van alle secundaire literatuur van het boek Contemporary Management. Management en Organisatie van de Vrije Universiteit eerste jaar.

Preview 4 out of 31  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1,2,3,4,6,7,8,9,10,11,13,18
  • November 28, 2022
  • 31
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Secundaire literatuur M&O:
Artikel Lee & Lings:
Onderzoek doen is een ontdekkingsreis doen die nooit eindigt. Onderzoek gaat over het genereren
van kennis over wat jij denkt dat de wereld is. Het kent veel verschillende definities, maar één
algemeen kenmerk is dat het gaat om het genereren van kennis over de wereld.

Deductie: het proces van het trekken van conclusies uit rationele en logische principes.
Inductie: het proces van de overgang van specifieke waarnemingen naar een meer algemene theorie.
Empirisch: waarneembaar door zintuigen; waarneembare gegevens uit de wereld om ons heen.

Bij commerciële onderzoeksprojecten ligt er zelden een theorie ten grondslag aan het project, maar
gaat de onderzoeker gewoon de wereld in en zoekt naar antwoorden. Een opdrachtgever komt met
een opdracht voor onderzoek. Het enige belangrijke is het oplossen van dat probleem. Commerciële
onderzoekers hebben de neiging zich te laten leiden door gegevens die ze verzamelen
(datagedreven) in plaats van gegevens te interpreteren in het licht van eerdere theorieën.

Academisch onderzoek is meestal gericht op het genereren van nieuwe kennis over iets. Deze kennis
kan algemeen zijn of toegepast op een specifieke situatie. Het berust op een theorie van wat kennis
is en wat niet.

Puur onderzoek: onderzoek dat wordt gedaan om de kennis te verbeteren. Gericht op het ontdekken
van nieuwe dingen of het uitbreiden van bestaande kennis en theorieën naar nieuwe contexten. Het
belangrijkste is dat elk wetenschappelijk/zuiver onderzoek een bijdrage moet leveren aan de
bestaande kennis. Het moet ons (1) iets vertellen dat we niet eerder wisten en (2) op een rigoureuze
manier worden uitgevoerd.

Sociale wetenschappen: taak van de academische onderzoeker om bevindingen te produceren die
van enig nut zijn voor de relevante beroepsoefenaar.

Toegepast onderzoek: onderzoek dat gericht is op het oplossen van een bepaald probleem. Niet te
verwarren met commercieel onderzoek. Een vorm van academisch onderzoek dat zowel een
antwoord wil geven op een specifiek probleem als een bijdrage aan de theorie.

Om iets bekend te maken, moet het op zijn minst op een soort betrouwbaar bewijs berusten. Je
moet op de een of andere manier in staat zijn om een stukje informatie te rechtvaardigen om het
kennis te laten zijn.
Gezond verstand is op zichzelf geen kennis, tenzij het berust op een hoeveelheid bewijs of een
betrouwbare theorie.

Vier sleuteltermen voor verschillende concepten van het kennisgeneratieproces, die kunnen
verschillen naargelang hoe je de wereld waarneemt en wat we erover kunnen weten:
- Ontologie: de studie van de aard van de werkelijkheid.
- Epistemologie: de studie van wat we kunnen weten over de werkelijkheid.
- Axiologie: de doelen van je onderzoek.
- Methodologie: hoe je je onderzoek gaat doen.

Positieve theorie: houdt zich bezig met wat er werkelijk gebeurt, niet wat er zou moeten gebeuren.
Normatieve theorie: houdt zich bezig met de juiste manier van doen.

Kennis: informatie die een zekere mate van rechtvaardiging heeft, maar die rechtvaardiging kan
verschillen naargelang iemands epistemologie en ontologie.

,Hoofdstuk 3: Values, attitudes, emotions and culture: the managers as a person
Organizational culture: s het geheel van gedeelde overtuigingen, verwachtingen, waarden, nonnen
en work routines die beïnvloeden hoe individuen, groepen teams met elkaar omgaan en
samenwerken om organisatorische doelen te behalen.
Sterke organisatiecultuur wanneer leden van de organisatie een intense commitment delen naar
culturele waarden, overtuigingen en routines.
Hoe sterker de organisatiecultuur, hoe meer er een personality van de organisatie ontstaat, deze
beïnvloedt het gedrag van werknemers.

Organisatiecultuur gecreëerd door topmanager (oprichter).

ASA: Attraction-selection-attrition framework: topmanagers vooral personeel zullen uitzoeken
waarvan de persoonlijkheden aansluiten op hun eigen persoonlijkheden. Personeel met andere
soorten persoonlijkheden zullen eerder geneigd zijn te vertrekken, terwijl personeel met dezelfde
persoonlijkheden zal blijven.

Hechte organisatiecultuur ervoor zorgen dat de organisatie resistent wordt tegen veranderingen.
Divers personeelsbestand ook veel voordelen met zich mee, dit leidt tot nieuwe inzichten.

Terminal values: waarden die een organisatie probeert te bereiken.
Instrumental values: waarden die een organisatie gebruikt om organisatorische doelen te bereiken.
Normen: ongeschreven, informele regels of richtlijnen die het juiste gedrag omschrijven in een
bepaalde situatie.

De organisatiecultuur wordt gehandhaafd en overgedragen op de leden door middel van:

- Values of the founder.
- Socialisatie: het proces waarbij nieuwe leden van een organisatie de vereiste waarden en
nonnen aanleren om het werk effectief te kunnen uitvoeren.
- Ceremonies and rites: Formele evenementen waarbij belangrijke gebeurtenissen van de
organisatie worden aangehaald.
o Rites of passage: hoe werknemers in dienst treden en uiteindelijk de organisatie
weer verlaten.
o Rites of integration: gedeelde aankondigingen van organisatorische successen of
bepaalde feesten, deze versterken de integratie van een organisatiecultuur.
o Rites of enhancement: de bijdragen van werknemers of een werknemer erkent en
beloond door de werknemer op een voetstuk te plaatsen.
- Stories and language.
Deze verhalen kunnen bepaalde waarden en normen laten doorschemeren, die de
werknemers moeten overnemen. Wanneer werknemers de taal van de organisatiecultuur
spreken en begrijpen, weten zij hoe ze zich moeten gedragen.



Cultuur beïnvloedt de manier waarop managers de 4 hoofdtaken uitvoeren.

Innovatieve cultuur Conservatieve cultuur
Planning Aanmoedigen lower-level Benadrukken van het belang
managers om deel te nemen in van top-down planning.
de planningprocessen en een
flexibele benadering van
planning te ontwikkelen.

, Organizing Een platte organisatiecultuur Een hiërarchische
te creëren met organisatiecultuur te creëren.
gedecentraliseerde autoriteit.
Leading Managers aan te moedigen Elke stap die managers zetten
risico’s te nemen en te kijken of deze in de juiste
experimenteren. richting is van de gestelde
doelen.
Controlling Erkennen dat er meerdere Welke (korte termijn) doelen
manieren zijn om succes te managers moeten bereiken en
bereiken en dat falen erbij op welke manier. Strikte regels
hoort. Lange termijn doelen. en procedures.
Sommige organisatieculturen zijn disfunctioneel, zij moedigen managers aan acties te ondernemen
die schadelijk zijn voor de organisatie.

Hoofdstuk 9: Value chain management: functional strategies for competitive
advantage:
Hoe kan een organisatie een competitief voordeel creëren?
- Efficiency
- Kwaliteit
- Innovatie, snelheid en flexibiliteit
- Reactie naar klanten

Value chain: opeenvolging van functionele activiteiten die waarde toevoegen aan het product →
hogere prijs vragen.
Value chain management: het geheel van functional level strategies die de business-level strategies
ondersteunen en het competitief voordeel versterken.

Product development: de activiteiten die nodig zijn om een nieuw product te creëren of een
bestaand product te innoveren zodat de waarde toeneemt.
Marketing functie: de activiteiten die nodig zijn om een product te promoten zodat consumenten het
gaan kopen, ook doet deze afdeling onderzoek naar de behoeften van consumenten.
Materials management functie: activiteiten om fysieke materialen bij elkaar te zoeken voorde
productie.
Productie functie: Verantwoordelijk voor het creëren, verzamelen en aanbieden van
producten/services (oftewel inputs in outputs omzetten).
Sales functie: geheel van activiteiten om een product te verkopen aan de consument.
Customer service functie: bezig met het aanbieden van after sales service en support.

Porter: organisaties hun value chains moeten koppelen aan de strategische doelen.
- Primaire activiteiten: dragen direct bij aan het maken van een product.
- Support activiteiten: dragen bij aan het creëren van waarde voor een product maar zijn niet
verbonden aan een specifieke product.
➔ Verbeteren van kwaliteit, efficiency, innovatie en de reactie naar klanten.

Het verbeteren van de responsiveness to customers is van levensbelang voor de organisatie. Klanten
willen: een lage prijs, hoge kwaliteit, snelle service en goede after-sales, producten met veel
waardevolle kenmerken en gecustomiseerde producten.
Managers willen de wensen van klanten zo graag vervullen dat ze de operation value chain
aanpassen. Dit kan echter wel in de kosten lopen.

, CRM: Customer relationship management: techniek die met behulp van IT een relatie «met klanten
ontwikkelt. Dit bevat drie verbonden componenten:
- Sales and selling: het analyseren van verkoopcijfers en aan de hand daarvan acties opstellen
om te verbeteren hoe het sales process functioneert. Bijv. analyseren of verkoopcijfers
grotendeels afkomstig zijn van bestaande of nieuwe klanten.
- After-sales service and support: het verzamelen van gedetailleerde informatie over follow-up
visits van klanten, aan de hand daarvan kunnen klanten beter geholpen worden bij een
volgend bezoek.
- Marketing: het verzamelen van informatie over veranderende consumentenbehoeftes, aan
de hand hiervan kan de marketing verbeterd worden.

Waarom wordt de kwaliteit van producten verbeterd en gecontroleerd?
- Organisaties bieden liever een product van hoge kwaliteit aan dan een product van lage
kwaliteit voor dezelfde prijs.
- Kwaliteit zorgt voor een hogere efficiency, immers er hoeven minder vaak kapotte producten
gerepareerd te worden.

TQM = Total Quality management: een techniek die zich focust op het verbeteren van de kwaliteit
van producten en services van een organisatie. Alle value chain activiteiten moeten zich richten op
dit doel. Managers moeten organisatorische waarden en normen ontwikkelen die als doel hebben de
kwaliteit te verbeteren.
Stappen om TQM te realiseren:
1. Build organizational commitment to quality. Achter het gebruik van TQM staan.
2. Focus on the customer. De klant bepaald wat kwaliteit Is, de organisatie moet dit zien als de
norm van de kwaliteit van producten.
3. Find ways to measure quality. Dit is makkelijker bij industriële producten dan bij het
aanbieden van services.
4. Set challenging quality goals and create rewards.
5. Solicit input from employees.
6. Identify defects and trace them to their source.
7. Introduce just-in-time inventory systems. Hierbij arriveren onderdelen wanneer ze nodig zijn,
niet eerder.
8. Work closely with suppliers. Zij leveren Immers onderdelen die ook defecten kunnen
bevatten.
9. Design for ease of production. Zorg dat het aantal stappen om een product in elkaar te
zetten wordt gereduceerd, zo neemt de kans op een defect af.
10. Break down barriers between functions of the value chain.

Six sigma: een techniek die wordt gebruikt om de kwaliteit te verbeteren door middel van het
verbeteren van de werking van value chains, vervolgens worden statistische methoden gebruikt om
de mate van verbetering te meten.

Ander doel van value chain management: verhogen van de efficiency. Meerdere manieren:
- Het veranderen van de facilities layout. Er zijn drie basis layouts:
o Product layout.
o Process layout: flexibiliteit centraal waardoor gecustomiseerde producten
geproduceerd kunnen worden. Niet heel efficiënt.
o Fixed-Position layout.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LoisCavis. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76747 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.40
  • (0)
  Add to cart