Summary
Samenvatting Inleiding Belastingrecht Rechtsgeleerdheid
- Course
- Institution
Samenvatting Inleiding Belastingrecht Rechtsgeleerdheid
[Show more]
Seller
Follow
lottehanssen
Content preview
Inleiding belastingrecht - RechtsgeleerdheidWeek 1
Belastingopbrengsten 2021 = 231 miljard
Historie van belastingen
- De Romeinen
o Alle wegen leiden naar Rome
o Macht van de overwinnaar
- De Middeleeuwen
o Belastingheffing bij de armen
- Alva en de Tiende Penning
Doel van belastingen
- Dekking van overheidsuitgaven (om scholen te kunnen betalen,
lantaarnpalen)
- Ordening samenleving (milieu, kinderen etc.)
Vliegbelasting
Europese Unie gaat ook belasting
invoeren In 2021 komen nieuwe regels
hierover.
De inkomstenbelasting Wet IB 2001
IB is een draagkrachtheffing = fundament van de inkomstenbelasting
> Sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.
Indicatoren van draagkracht
- Inkomen
- Vermogen
- Consumptie
- Winst
Wat is draagkracht?
Wat is inkomen?
- Invulling is moeilijk
o Maatschappelijk
o Economisch
o Juridisch
- Benadering in de inkomstenbelasting
Box 1 (werk en woning)
- Periodieke uitkeringen en verstrekkingen (pensioen, arbeidsongeschikt,
alimentatie)
- Winst uit de onderneming (kleine ondernemingen)
- Loon
- Eigen woning (eigendom, geen huurwoning)
- Overige werkzaamheden
,Loonbelasting
- Salaris
- Inhoudingen aan de bron > werkgever houdt geld in en betaalt
dit aan de belastingdienst. Waarom doen ze dit? Stelsel van
minste pijn.
- Dubbele heffing? Loonbelasting is een voorheffing op de
inkomstenbelasting. Als je inkomen hebt, moet je elk jaar voor 1 mei een
aangifte inkomstenbelasting doen (belastingaangifte).
Box 2 en 3
- Inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2)
o Speciale heffing voor ‘groot’-aandeelhouders (ondernemers, BV.
Inkomsten die ze ontvangen uit de BV zijn belast met
aanmerkelijk belang)
o Tarief 26.9%
- Inkomen uit sparen en beleggen (box 3)
o Forfaitair = op 1 januari alles optellen wat je hebt aan
vermogen, over het vermogen wordt geacht een bepaald
rendement te hebben gemaakt. Die uitkomst wordt met 31%
belasting wordt belast.
o Tarief 31%
o Winner or loser? > hoe maar rendement je haalt, hoe minder
belasting je betaalt. Als je weinig rendement haalt, betaal je
meer belasting,
Rangorderegeling
Art. 2.14 Wet IB 2001. Eerste artikel in de wet die je tegenkomt, daar valt het
onder.
Fiscaal partners
- Partners zijn in ieder geval (art. 5a AWR)
o Gehuwden/Geregistreerde partner
o Ongehuwd meerderjarig met notarieel samenlevingscontract en
ingeschreven op zelfde woonadres
- Art. 1.2 Wet IB 2001, zelfde adres en:
o Gezamenlijk kind
o Kind erkend
o Pensioenregeling
o Gezamenlijk woning als hoofdverblijf en eigendom
o Minderjarig kind van één van beiden woont in
o In voorafgaande jaar al partner
Draagkracht bij partners: het compromis
Hoofdregel = Heffing bij afzonderlijke partners
Uitzondering = Heffing bij partner volgens keuze (verdelingsrecht)
Nederland heeft een individuele belasting heffing.
Als je alleen verdieners hebt betaal je meer belasting.
,Verdelingsrecht bij partners (art. 2.17 wet IB 2001)
- Gemeenschappelijke inkomensbestanddelen
o Eigen woning
o Aanmerkelijk belangaandelen (box 2)
- Privévermogen in box 3
Heffingskortingen
- Algemene heffingskorting
- Arbeidskorting
- Inkomensafhankelijke combinatiekorting
- Jonggehandicaptenkorting
- Ouderenkorting
- Alleenstaande ouderenkorting
- Korting voor groene beleggingen
Algemene heffingskorting
- Oorspronkelijk idee: bestaansminimum
- Uitbetaling algemene heffingskorting bij partners
o Art. 8.9 Wet IB 2001
- Hoe hoger het inkomen, hoe minder algemene heffingskorting
- Maximaal € 2.837 (2021)
Arbeidskorting
• Bonus op arbeid
• Niet te lezen……
• Hoe hoger het inkomen, hoe lager de korting
• Maximaal € 4.205 (2021)
Werkcollege week 1
> woensdag voor 17:00
Fiscaal partnerschap
Relevante
wetsartikelen:
• Artikel 2 en 5a AWR
• Artikel 1.2 wet IB 2001
• Artikel 2.17 wet IB 2001
• Artikel 7.8 wet IB 2001
Art. 5a AWR > basisbegrip voor fiscaal partner > het is geen keuze, je bent
het op basis van de wet. Bepaalt wanneer het begint en weer eindigt. Vroeger
kon je wel kiezen voor partnerschap. Objectief begrip. > HOOFDREGEL! (als je
vraag krijgt op tentamen kijk je eerst hier naar)
, Art. 5a lid 1 AWR:
• Gehuwden/geregistreerde partnerschap (art. 2 lid 6 AWR)
• Ongehuwd samenwonenden: MITS:
o Meerderjarig zijn
o Notarieel samenlevingscontract
o Op hetzelfde ingeschreven in GBD
Art. 5a lid 4 AWR: aan beide voorwaarden moet je voldoen! Dus aan sub a en sub
b voldoen! (echtscheiding EN wonen op ander adres)
Eigenlijk 1 september, maar kijk je naar art. 5a lid 2 AWR geldt 1 maart.
(partnerschap geldt voor het gehele jaar).
Als er op grond van art. 5a AWR geen sprake is van fiscaal partnerschap, dan
pas kijk je naar art. 1.2 lid 1 wet IB.
Wet IB is een uitbreiding op het fiscaal partnerbegrip.
Altijd nog toetsen aan art. 1.2 lid 4 wet IB! Kan zijn dat het alsnog geen
partnerschap is.
• Bloed en aanverwanten onder de 27 jaar. (= (stief)ouders en
kinderen/stiefkinderen)
• Geen inwoner van NL en ook geen kwalificerende buitenlands
belastingplichtige (art.
7.8 lid 6 wet IB).
• Meerderjarig pleegkind onder de 27 jaar.
Slecht 1 fiscale partner mogelijk! > art. 1.2 lid 3 wet IB
> oudste verbintenis gaat voor (art. 5a lid 5 AWR)
Als je samenloopt hebt met de AWR en wet IB dan gaat de AWR altijd voor!!
Belastbare inkomsten uit eigen woning > vaak negatief
bedrag Welke inkomensbestanddelen kunnen verdeeld
worden?
> art. 2.17 lid 2 wet IB 2001
Week 2
Heffingskortingen
• Algemene heffingskorting
• Arbeidskorting
• Inkomensafhankelijke combinatiekorting
• Jonggehandicaptenkorting
• Ouderenkorting
• Alleenstaande ouderenkorting
• Korting voor groene beleggingen
Werking heffingskortingen
Eerste inkomen wat je krijgt heb je nodig om te leven
(boodschappen). Primaire behoeften heb je nodig.
Algemene heffingskorting
• Oorspronkelijk idee: bestaansminimum
• Uitbetaling algemene heffingskorting bij partners
o Art. 8.9 Wet IB 2001
• Hoe hoger het inkomen, hoe minder algemene heffingskorting
• Maximaal € 2.837 (2021)
Aanrecht subsidie = mannen werkten, vrouwen waren thuis
Arbeidskorting
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottehanssen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
65863 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now