Dit document is een oefentoets voor module 3 op de AVAG, bestaande uit 90 vragen inclusief antwoorden. en.
De oefenvragen zijn volledig gemaakt op basis van de literatuur en de gegeven colleges in Module 3. Let op: de oefenvragen zijn zelf bedacht en bieden enkel ondersteuning tijdens het leren...
1. De radius ligt (…) van de ulna.
A. Mediaal
B. Lateraal
C. Proximaal
D. Distaal
2. Abductie/adductie vindt plaats in het (…) vlak.
A. Frontale
B. Sagittale
C. Transversale
3. Osteoclasten zorgen voor:
A. Opbouw
B. Afbraak
C. Regulatie
4. Anteflexie is het naar (…) bewegen van bijvoorbeeld het glenohumerale
gewricht.
A. Naar voren
B. Naar achteren
5. Welk van de onderstaande venen/arteriën is niet zuurstofrijk?
A. v. Pulmonalis
B. a. Carotis
C. v. Cava inferior
D. Aorta
6. Wat is geen kenmerk van een capillair bloedvat?
A. Er vindt uitwisseling plaats tussen bloed en weefsels
B. Dunne wanden van de bloedvaten
C. Kleppen verhinderen de terugstroom
7. Welke (slag)ader verwacht je niet in de buurt van de uterus?
A. a. vesalica inferior/superior
B. a. uterina
C. a. ovarica
D. v. portae hepatica
8. Wanneer een neonaat op een koud aankleedkussen zonder overtrek
wordt gelegd, is er sprake van convectie.
A. Juist
B. Onjuist, er is sprake van evaporatie
C. Onjuist, er is sprake van conductie
D. Onjuist, er is sprake van radiatie
,Oefentoets M3, Jaar 1
Noah Boshuizen
9. De tempratuur van de vrouw tijdens de baring gaat gemiddeld met 2
graden omhoog vanwege spieractiviteit, maar mag niet boven de 37.8
graden Celsius zijn.
A. Juist
B. Onjuist
10. Wat is de normale tempratuur van de volwassene en de neonaat?
A. Volwassene: 36.5-37.5 graden Celsius – neonaat: 36.0-37.5 graden
Celsius
B. Volwassene: 36.0-37.5 graden Celsius – neonaat: 36.0-37.5 graden
Celsius
C. De tempratuur van de neonaat en volwassene zijn gelijk en ligt tussen de
36.5-37.5 graden Celsius
11. De verhouding van oppervlakte/inhoud bij neonaten is:
A. Oppervlakte is 3-4x groter dan de lichaamsinhoud
B. Oppervlakte 2-3x groter dan de lichaamsinhoud
C. Inhoud is 3-4x groter dan lichaamsoppervlakte
D. Inhoud is 2-3x groter dan lichaamsoppervlakte
12. Het urogenitaal-stelsel ontstaat uit:
A. Endoderm
B. Ectoderm
C. Mesoderm
13. Wat is niet waar over bruin vet?
A. Bruin vetweefsel ligt rond de (bij)nieren, nek, schouderbladen en langs de
grote bloedvaten
B. Lipolyse verloopt 2x zo snel als bij wit vet
C. Bruin vet wordt door het sympathisch zenuwstelsel geïnnerveerd
D. Bruinvet wordt opgeslagen vanaf week 24 tijdens de zwangerschap
14. Wat is geen gevolg van hypothermie?
A. Acidose
B. Hypoglykemie
C. Verminderde surfactant synthese in de longen van de neonaat
D. Hypoxie
E. Anemie
15. Bij controle van de neonaat wordt er een tempratuur van 36.2 graden
Celsius gemeten. Wat doe je?
A. Niets, dit is een goede tempratuur voor de neonaat
B. De baby huid-op-huid en aan de borst leggen
C. Doorverwijzen en onder de warmtelamp leggen
16. Wat is geen symptoom van een mogelijke infectie bij een pasgeborene,
volgens de KNOV-richtlijn postnatale zorg?
A. Kreunen
B. Slecht drinken
C. Koorts
, Oefentoets M3, Jaar 1
Noah Boshuizen
D. Lethargie
E. Verlaagde ademhalingsfrequenti
17. Wat voor gewricht is het radio-ulnaire gewricht?
A. Kogelgewricht
B. Ellipsoïde gewricht
C. Zadelgewricht
D. Scharniergewricht
E. Rolgewricht
18. Welk type kraakbeen vindt je in de tussenwervelschijven?
A. Hyalien
B. Vezelig
C. Elastisch
19. Tot welke groep botten behoort de femur?
A. Pijpbeenderen
B. Platte beenderen
C. Onregelmatige beenderen
20. Wat behoort niet tot het os coxae?
A. Os ilium
B. Os pubis
C. Os ischii
D. Spinae ischiadicae
21. Waar ligt het SI-gewricht?
A. Tussen het sacrum en het os pubis
B. Tussen het sacrum en het os isschii
C. Tussen het sacrum en het os ilium
22. Welk van onderstaande ducti is een groot lymfevat?
A. Ductus arteriosus
B. Ductus thoracicus
C. Ductus thyroglossus
D. Ductus hepaticus
23. De drie-lagige kiemschijf ontstaat uit:
A. Hypoblast
B. Epiblast
24. Welke spieren bevinden zich in de oppervlakkige laag van de
bekkenbodemspieren?
A. M. sphincter ani externus & M. sphincter urethrae externus
B. M. ischiocavernosus & M. transversus perinei superficialis & M.
bulbospongiosus
C. M. piriformis & M. obturatorius internus
25. Wat is het doel van de lumbale lordose die optreedt tijdens de
zwangerschap?
A. De afwijkende stand van het bekken compenseren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noah_boshuizen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.18. You're not tied to anything after your purchase.
