Hoofdstuk 1: Situering van sociologische theorieën over
criminaliteit
1.1 Klassieke theorie
HISTORISCHE CONTEXT
grote transities in de 18de-19de eeuw in Europa
theorieën waren illustratief voor de politieke en maatschappelijke transities
o Van feodaliteit naar moderniteit
o Feodaliteit = systeem van een strakke hiërarchische opdeling van de samenleving
koning deelt stukken land uit aan graven, hertogen
in ruil daarvoor moeten die grootgrondbezitter loyaliteit bieden
de clerus en de adel vormden de grote standen, de eerste en de tweede stand
o Moderniteit = meer rationele denkbeelden in de samenleving, gebaseerd op de
menselijke mogelijkheden door geboorte en door ontwikkeling
opkomst van nieuwe klasse, een klasse van handelaren zorgde voor een
veranderingen systeem van feodaliteit kwam stilaan in verval
handelaren pasten niet in het systeem, maar ze zochten een plaats in het systeem dat
gedomineerd werd door de adel
handelaren vormden de derde stand
o Van brutale lichamelijke bestraffing (= niet-rationeel) naar op regels gefundeerde, institutionele
sanctie (= rationeel)
handelaren gingen kijken naar de manier van straffen willen naar een andere vorm van
sanctieregeling gaan, meer rationeel afstappen van foltering en de doodstraf
o Fundamentele rechten van de mens
mensen moeten volgens de handelaren ook tijdens hun bestraffing nog steeds beschikken
over bepaalde rechten
CESARE BECCARIA
= Dei delitti e delle pene (1764)
= een jurist
= vorm gegeven aan de verlichtingsideeën
= bijgedragen aan de vorming van een nieuw strafrecht, na de Franse Revolutie
o Doelstelling van straffen is preventie
= er wordt gestraft met het oog op het voorkomen van criminaliteit
o “Let the punishment fit the crime”
= straf moet overeenkomen met het niveau van het delict
1
,o Visie van utilitarisme met homo rationalis
= rationele mensbeeld komt sterk naar boven
= mensbeeld moet de criminaliteit verminderen
Kenmerken van straffen:
o Openbaar
o Snel
o Noodzakelijk
= om andere misdrijven te vermijden
o De ‘juiste’ straf
= straf moet aangepast zijn aan het misdrijf
= straf moet in verhouding staan met het misdrijf
= de laagst mogelijke straf
o Proportioneel
= straffen die niet in proportie zijn met het misdrijf, vormen een grotere schade voor de
samenleving
= die manier van straffen wordt ook gezien als een vorm van misdrijf
o ‘Nulla poena sine lege’ (geen straf zonder wet)
= geen rechtspraak zonder een wetboek
= straffen kunnen enkel worden uitgesproken als ze op voorhand in de wet vermeld zijn
volgens hem is het vreemd, absurd dat wetten nieuwe vormen van moord introduceren omdat ze
de oude vormen van moord bestraffen
om te vermijden dat bestraffing een punt van heropbouw van criminele feiten wordt, moeten
straffen voldoen aan de bovenstaande kenmerken
JEREMY BENTHAM
= leerling van Beccaria
= gelijkaardige ideeën als die van Beccaria
= legde de nadruk op de gevangenis als afschrikkingseffect
o Criminaliteit is inbreuk op het “greatest happiness principle”
wordt gezien als de vertegenwoordiger van het utilitarisme
heel zijn leven bezig gehouden met het bereiken van het maximale geluk
de bedoeling van de samenleving is om zoveel mogelijk geluk te genereren
criminaliteit is een inbreuk op dat principe criminaliteit zorgt voor negativiteit
o Achterliggende visie van de "hedonistische calculus“
hij probeerde te berekenen op welke manier geluk gegenereerd moet worden voor zoveel
mogelijk mensen tegelijk
o Invloed op penologische en juridische praktijk
‘panopticonmodel
beperkt aantal bewakers kunnen toezicht houden over zoveel
mogelijk gevangenen door toezicht te houden vanuit een centrale
plaats waaruit de bewakers alle gangen kunnen zien
2
, zo weinig mogelijk middelen om maximale bewaking te verkrijgen
EVALUATIE VAN DE KLASSIEKE SCHOOL
STERKTES
o Lot in eigen handen
= wat god op voorhand bepaalt heeft
o Rationele visie op mens en samenleving
= mens heeft vrijheden
= kan zelf zijn eigen keuzes maken
ZWAKTES
o Geen oog voor oorzaken
= er wordt niet gekeken naar de oorzaken
= enkel gesproken over de criminaliteit op zich
= niet gekeken naar de redenen bij het bepalen van de straf
o Geen oog voor types van criminaliteit
o Is plegen van misdaad echt een ‘vrije’ keuze?
= in welke mate is criminaliteit beïnvloed door de sociale factoren?
nieuwe denkbeelden zijn nog altijd niet voldoende om over criminaliteit te spreken
1.2. Overgang naar sociologische theorieën
ESSENTIELE INVALSHOEK
o Aandacht voor relatie criminaliteit en sociale omgeving
= natuurlijke omgeving, de sociale omgeving, mensen rondom je, opleidingsniveau,
tewerkstelling
o Nadruk op gelijkheid van criminelen en niet-criminelen
= blijkt dat iemand die criminaliteit pleegt niet fundamenteel anders is
= gelijkheid tussen criminologen en niet-criminologen
= vaak afhankelijk van de omstandigheden of iemand de stap zet naar de criminaliteit
= er zijn vaak geen fundamentele verschillen
PROBLEEM VAN DE INDIVIDUELE VERANTWOORDELIJKHEID
Is er vrije wil?
sociale druk, sociale invloed
eerder sociale druk dan individuele verantwoordelijkheid
3
, 1.3. Grondleggers van de sociologische benadering
1.3.1. Ecologische theorie
theorie die zich vooral bezig houdt met de ecologie, de omgeving in het algemeen de
omgeving = de natuurlijke omgeving en de menselijke omgeving die 2 samen worden opgenomen
in de ecologische theorie
HISTORISCHE CONTEXT
nieuw regime en nieuwe opstanden in Frankrijk, nadat Napoleon verslagen wordt
ANDRE-MICHEL GUERYY
= jurist
= amateurstatisticus
= analyse van de officiële misdaadstatistieken in Frankrijk (1833)
hij maakte meteen een onderscheid tussen criminaliteit tegen personen en eigendommen
criminaliteit tegen personen
Zuiden = veel criminaliteit tegen personen
Noorden = weinig criminaliteit tegen personen
criminaliteit tegen eigendommen
Zuiden = weinig criminaliteit tegen eigendommen
Noorden = veel criminaliteit tegen eigendommen
hij linkt de verdeling aan de urbanisatie in steden komt er in het algemeen meer criminaliteit
voor
ADOLPHE QUETELET
= bekend als wiskundig
= bekend als astronoom
= vreemd genoeg ook gezien als socioloog dit omdat hij zich bezig hield met statistieken die
betrekking hebben op de sociologie Vader van de sociale statistiek
2 werken geschreven:
1. Sur l’homme et le développement de ses facultés (1835)
= in zijn werk ging hij op zoek naar de mens
2. Essai de physique sociale (1835)
= verwijst naar de fysica men probeerde in die tijd de sociale fenomenen op dezelfde
manier te onderzoeken als de natuurfenomenen men probeerde ook voor de sociale
werkelijkheid wetten op te stellen
Conclusie: niet de vrije wil is belangrijk voor het begrijpen van gedragingen van mensen het is de
impact van sociale factoren die belangrijk is voor het begrijpen van gedragingen van mensen
Wat gaat Quetelet onderzoeken?
gaat onderzoeken welke zaken er invloed hebben op de neiging om criminaliteit te plegen
o Invloed van…
De seizoenen
Het klimaat
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nettebruyndonckx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.07. You're not tied to anything after your purchase.