Voor het tentamen mens in organisatie krijg je 50% Gedrag in organisatie en 50% HRM. Samenvatting is Inclusief afbeeldingen uit het boek. DIT IS ALLEEN EEN SAMENVATTING VAN HET BOEK GEDRAG IN ORGANISATIES.
ZIE BUNDELVERSIE voor samenvatting boek HRM VOOR MANAGERS plus samenvatting boek GEDRAG IN O...
1.1 Motivatie
betekent het totale aantal redenen en afwegingen dat op een bepaald moment
aanwezig is binnen een persoon. Die redenen en afwegingen kunnen als
gevolg hebben om iets wel of niet te doen.
Drie stromingen bepalen de motivatie
1. Interne krachten (behoeften)
2. Externe krachten (situatie)
3. Betekenisgeving aan situatie en behoeften.
1.1.1 Motivatie door interne krachten
Interne krachten worden ook wel behoeften genoemd. Over deze behoeften
zijn verschillende theorieën bedacht.
Theorie van Maslow
Maslow zegt dat vijf verschillende behoeften het gedrag van mensen bepalen.
Deze behoeften zijn:
1. Fysiologische behoeften behoeften waardoor je in leven blijft.
2. Veiligheidsbehoeften behoeften die zorgen voor veiligheid, zekerheid en
bescherming.
3. Sociale behoeften behoefte aan sociaal contact.
4. Erkenningsbehoeften mensen hebben behoefte aan waardering.
5. Zelfactualiseringsbehoeften behoeften die ervoor zorgen dat je jezelf
ontwikkelt.
Twee uitgangspunten zijn belangrijk voor Maslows theorie. Als een behoefte
onvoldaan is (deprivatie), zal de mens er iets aan doen (activatie). Daarnaast
zijn de behoeften hiërarchisch geordend. Zijn bijvoorbeeld de fysiologische
behoeften voldoende voorzien, dan gaan de veiligheidsbehoeften overheersen.
De eerste vier behoeften zijn de deficiëntiebehoeften, omdat deze ontstaan
vanuit een tekort. Bij de laatste behoefte, zelfactualiseringsbehoeften, worden
de mensen niet meer geprikkeld door een gebrek. Deze behoefte wordt
gestimuleerd doordat de mens
zich zo ver mogelijk wil ontwikkelen.
,Theorie van Alderfer, Alderfer heeft drie soorten behoeften beschreven in
zijn ERG-theorie
1. Existentiële behoeften mensen hebben behoefte aan materiële zekerheid.
2. Relationele behoeften mensen hebben behoefte aan sociaal contact,
waardering, aanzien,
liefde, etc.
3. Groeibehoeften mensen hebben de behoefte om zichzelf te kunnen
ontwikkelen.
Note: Een verschil met Maslow is dat in de theorie van Alderfer verschillende
soorten behoeften op het
zelfde moment aanwezig kunnen zijn..
Theorie van McLelland
McLelland beweert dat iedere persoon in zijn of haar eerste levensjaren een
eigen behoefteprofiel ontwikkelt. De persoon richt zich op een behoefte die
dominant is in zijn profiel, onafhankelijk van de situatie rondom die persoon.
Er zijn drie behoefteprofielen
1. Prestatiebehoefte wanneer deze behoefte overheerst, dan wil de persoon
vooral goede
prestaties verrichten. Daarnaast staat hij open voor uidagingen.
2. Machtsbehoefte Als deze behoefte overheerst bij een persoon, dan wil hij
invloed en controle
uitoefenen over anderen.
3. Affiliatiebehoefte Hierbij willen mensen goede verstandsverhoudingen,
relaties, met anderen.
1.1.2 Motivatie door externe krachten (de situatie)
Niet alleen aanwezige behoeftes, maar ook situaties kunnen het gedrag van
mensen bepalen.
Trial and error: de ene keer levert gedrag wel het gewenste resultaat op en de
andere keer niet.
Skinner (1953) heeft hier een theorie voor bedacht, namelijk de wet van het
effect:
het effect van een handeling bepaalt of een persoon de prikkel heeft om die
handeling opnieuw te doen of niet te doen.
,positieve bekrachtigingen gevolgen die aantrekkelijk zijn
negatieve bekrachtigingen gevolgen die onaantrekkelijk zijn
Een handeling is geconditioneerd als een bepaalde handeling steeds een
positieve bekrachtiging oproept. Hierdoor zal na verloop van tijd in een zelfde
situatie automatisch dezelfde handeling gedaan worden.
Stimuli De kenmerken van een situatie bepalen het effect van een bepaalde
handeling.
1.1.3 Motivatie door betekenisgeving aan situatie en behoeften
Mensen kunnen bepaald gedrag vertonen door de situatie die zich voordoet
(trekkende kracht), maar ook door de behoeften die ze willen vervullen
(duwende kracht). Er zijn twee theorieën > de verwachtingstheorie en de
attributietheorie.
Verwachtingstheorie
Volgens Vroom hangt de keuze voor een bepaald gedrag af van verschillende
overwegingen
1. Het verband tussen inspanning en prestatie.
2. Het verband tussen prestaties en opbrengsten.
3. De waarde van de opbrengsten.
De verwachtingstheorie zegt dat iemand meer zijn best zal doen als hij
verwacht goede resultaten te halen, waaraan bepaalde opbrengsten vastzitten
en als hij verwacht dat deze opbrengsten meer waard zijn.
Het gaat bij de verwachtingstheorie hoofdzakelijk om subjectieve
overwegingen en inschattingen.
Billijkheid en zelfbeeld spelen hierbij een grote rol.
Attributietheorie
De reden waarom mensen zich willen inspannen wordt verklaard in de
attributietheorie. Mensen
spannen zich in als ze verwachten dat ze met hun inspanning een bepaald
gewenst resultaat kunnen
halen. Mensen komen tot deze inschatting door te attribueren.
, Attribueren is een proces waarin mensen gaan zoeken naar de redenen van
hun eigen gedrag en dat van anderen. Mensen gaan zoeken naar de redenen
van hun falen of slagen.
Interne attributie is als de persoon de oorzaak van het slagen of falen bij
zichzelf zoekt. Als men het falen of slagen een gevolg vindt van de
omstandigheden dan is er sprake van externe attributie.
Als mensen de oorzaak van het falen of slagen bij zichzelf zoeken (interne
attributie), dan heeft dat gevolgen voor hun zelfbeeld. Er is sprake van
zelfdienende vertekening als mensen geneigd zijn selectief te werk te gaan en
positieve dingen eerder bij zichzelf te zoeken, terwijl ze de negatieve dingen
aan de omgeving toeschrijven. Dit komt doordat mensen het liefst een positief
zelfbeeld hebben.
Een andere fout die bestaat is de fundamentele attributiefout: de neiging die
mensen hebben om de redenen van een bepaald gedrag bij andere personen
eerder bij de eigenschappen van die persoon neer te leggen dan bij de
omstandigheden waarin die persoon zich bevindt.
1.1.4 Intrinsieke en extrinsieke motivatie
Voor organisaties is het belangrijk om te weten wat de motieven voor hun
werknemers zijn om goed te presteren. De werkintrinsieke motieven om goede
prestaties neer te leggen zijn gebaseerd op het werk zelf. Hierbij gaat het niet
zo zeer om het salaris, maar meer om de behoefte om zichzelf te kunnen
ontwikkelen, ergens goed in te zijn, en zelfstandig en ergens verantwoordelijk
voor te zijn.
De werkextrinsieke motieven om goed te presteren hebben wel te maken met
hetgeen er door het werk verdiend kan worden. Werkintrinsieke opbrengsten
hebben meer invloed op de motivatie dan werkextrinsieke opbrengsten.
1.2 Capaciteiten en competenties
Mensen beschikken over specifieke en algemene capaciteiten. De algemene
capaciteit is de intelligentie. Intelligentie wordt bepaald door een IQ-test. Dit
zegt natuurlijk niet alles, want andere capaciteiten spelen ook een grote rol.
Competenties zijn de punten waarover iemand moet beschikken om een baan
te krijgen. Het zegt dus niet alleen wat over de kennis en vaardigheden die een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HBOstudente. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.80. You're not tied to anything after your purchase.