Samenvatting Eindtermen eindexamen filosofie: Het goede leven & de vrije markt
3 views 0 purchase
Course
Filosofie
Level
VWO / Gymnasium
Book
Het goede leven
Een samenvatting van alle eindtermen voor het eindexamen filosofie over "Het goede leven en de vrije markt" van Ad Verbrugge.
De eindtermen zijn uitgewerkt en uitgelegd met informatie uit het boek en uit de filosofielessen. Ieder afzonderlijk aspect van de eindtermen is toegelicht.
4. De kandidaten kunnen de vraag naar het goede leven relateren aan de vraag wat het betekent dat
de mens ‘zich tot zichzelf-in-de-wereld verhoudt’.
Met dat de mens ‘zich tot zichzelf-in-de-wereld verhoudt’ wordt bedoeld dat we naar onszelf kijken in
relatie tot de wereld (andere mensen, de samenleving, de wereld als geheel), en dus ook op
onszelf-in-de-wereld reflecteren. Dieren kunnen dit bv niet, zij accepteren de omstandigheden waar ze
zich in bevinden, maar een mens wordt sterk beïnvloed door de omstandigheden. Deze vraag relateert
aan het goede leven, omdat mensen door deze verhouding ook de vraag naar het goede leven kunnen
stellen.
Socrates’ opvatting dat het niet onderzochte leven niet de moeite van het leven waard is
Socrates zegt dat een leven dat zichzelf niet kritisch onderzoekt, het niet waard is geleefd te worden.
Reflectie (dus jezelf tot jezelf-in-de-wereld verhouden) is noodzakelijk voor een goed leven.
het verschil tussen mensen en dieren volgens Cassirer
Volgens Cassirer is de mens een animal symbolicum. Dit betekent dat mensen hun ervaringen en
gemoedstoestand (dus: hoe zij zich tot zichzelf-in-de-wereld verhouden) tot uitdrukking brengen in
tekens/symbolen. Vb: religie, kunst, taal, wetenschap. Een dier doet dit niet.
Nietzsches opvatting van de mens als ‘niet-vastgesteld dier’.
Volgens Nietzsche is de mens een niet-vastgesteld dier, omdat we niet bepaald zijn door een
biologisch programma en dus zelf kunnen vaststellen wat we zijn. We zijn ziek door de
reflexiviteitsstress, dus de stress om constant te reflecteren. Een manier om deze stress te verlichten
is door hem te delen, maar Nietzsche is tegen de gedeelde moraal. Mensen die de kudde volgen zijn
Untermenschen. Mensen die zelf hun normen en waarden maken zijn Übermenschen = een heel
individualistische opvatting. Deze Übermensch is zeldzaam, de meeste mensen kunnen het nooit
worden.
5. De kandidaten kunnen de kritiek van Nussbaum weergeven op de opvatting dat het bruto
nationaal product (BNP) als criterium voor het goede leven kan worden gehanteerd.
Kritiek Nussbaum op BNP als criterium: het BNP is niet toereikend en zegt niet alles over de welvaart
van een land, omdat een hoog BNP niet automatisch tot een goed leven leidt.
Daarbij kunnen ze de capabilities approach, uitleggen, toepassen en beoordelen.
Een capability is een vermogen waarover een mens zou moeten kunnen beschikken om te floreren,
dus voor een goed leven. De capabilities approach gaat ervan uit dat het mens-zijn zelf een aantal
capabilities veronderstelt. Een goede samenleving garandeert de mogelijkheid tot deze capabilities.
Een samenleving mag de capabilities niet onderdrukken. Kritiek: het is niet realistisch, je hebt niet
altijd zelf de keuze voor een capability te maken, sommige dingen zijn er gewoon (bv de natuur).
6. De kandidaten kunnen Plato’s argumentatie voor de ‘ideale staat’ reconstrueren en evalueren.
Plato’s ideale staat is alles gericht op de stabiliteit van de orde en samenwerking: HET COLLECTIEF.
Deze is zelfvoorzienend; er is weinig handel, want dit maakte mensen ten onrechte rijk. Heersers
mochten ook geen privébezit of familiebanden hebben.
,de kritiek van Plato op de democratie
Plato vond de democratie stom, omdat het volk er te dom was en politici handelden uit eigenbelang.
De democratie werd dus niet geregeerd door de rede. De burgers verloren de aretè (het besef van een
waardig, edel, deugdzaam leven) en de democratie werd een ochlocratie (schrikbewind van de
massa).
uitleggen wat bij Plato het verband is tussen de hiërarchische orde in de samenleving en de drie
delen van de menselijke ziel
Volgens Plato is de staat de mens-in-het-groot. Rede = filosoof-koningen, vurigheid = strijders,
begeerte = werklieden. Als iedere stand zijn bijdrage levert is er orde in de ziel/stad. Goed leven is dus:
je schikken in je stand.
beargumenteren dat Plato’s ‘ideale staat’ zowel als een utopie als een dystopie kan worden
beschouwd en daarbij de kritiek van Popper betrekken.
Plato’s staat is een utopie omdat de besten regeren en de staat floreert door samenwerking. Het is
een dystopie omdat maar een klein groepje regeert, dus het is anti-democratisch. Kritiek van Popper:
het is een totalitair & anti-democratisch regime zoals het nationaalsocialisme en communisme.
7. De kandidaten kunnen Aristoteles’ argumentatie dat er verschillende goede staatsvormen zijn,
reconstrueren en evalueren.
Er zijn verschillende goede staatsvormen; de staatsvorm maakt niet uit, de goedheid van de mensen
in de staat wel.
uitleggen welke rol de rede (logos), de deugd (aretè) en het handelen (energeia) als werkelijkheid
van de ziel daarin spelen;
De mens is een zoön logon echon, een mens met rede. Een goed mens heeft rede (logos) nodig om te
handelen (energeia). De deugd (aretè, een bepaalde toestand of houding van de ziel) helpt ons om
goed te handelen. Volgens Aristoteles is een gelukkig mens een goed mens, dus streven naar geluk =
streven naar het goede. Geluk (eudaimonia) = het in-werking-zijn (energeia) van de ziel krachtens een
volkomen deugd (aretè, ook wel dikaiosunè: rechtvaardigheid).
Om te handelen gebruik je de rede en om goed te handelen gebruik je de deugd. Handelen is het
in-werking-zijn/de werkelijkheid van de ziel.
beargumenteren dat deugdzaamheid en geluk (opgevat als eudaimonia van het praktische leven)
uitsluitend bereikt kunnen worden binnen de polis (stadstaat);
Het geluk is alleen te bereiken met de juiste middelen. De polis biedt deze middelen, dus is de beste
staatsvorm hiervoor.
met voorbeelden uitleggen dat staatsvormen volgens Aristoteles kunnen ontaarden.
Als een machthebber alleen gericht is op eigenbelang kan een staat ontaarden. Monarchie > tirannie,
aristocratie > oligarchie, politeia > democratie (slecht, omdat de mening van de domme massa geldt).
8. De kandidaten kunnen de opvatting van Aristoteles over een deugdzaam leven uitleggen en
toepassen.
, Deugdzaam leven is een leven waarin je streeft naar het goede en handelt vanuit de volkomen deugd.
Het doel van de mens is ook goed (gelukkig) zijn.
een definitie geven van deugd en deze definitie uitleggen en toepassen;
Een deugd is een bepaalde houding of staat van de ziel; een intentionele houding in het redelijk
bepaalde midden. Een deugd bevindt zich altijd op de gulden middenweg, tussen twee uitersten. Deze
gulden middenweg is afhankelijk van de situatie.
uitleggen dat het streven naar geluk (eudaimonia) samenvalt met het goede voor zichzelf en de
gemeenschap;
Streven naar geluk is het streven naar het goede, want een gelukkig mens = een goed mens. Een
gelukkig mens kan goed redeneren, dus goed handelen, en dat is goed voor jezelf én de
gemeenschap.
het onderscheid tussen dianoëtische en ethische deugden uitleggen;
De ziel heeft twee delen van de ziel met elk zijn eigen deugden. De dianoëtische deugden horen bij het
denkende deel van de ziel (intelligentie, kennis, wijsheid). Hierbij is de fronèsis belangrijk
(bedachtzaamheid, praktische wijsheid). Je moet namelijk bij je zelf kunnen nadenken hoe je in een
bepaalde situatie edel kunt handelen.
De ethische deugden horen bij het strevende deel van de ziel (moed, gematigdheid, trots). Dit deel van
de ziel kan luisteren naar de logos/rede. De inhoud van ons streven is verbonden met onze
gewoonten. Deze deugden beïnvloeden dus hoe we gewoonlijk handelen en omgaan met situaties:
onze houding in een situatie.
uitleggen dat de verschillende deugden elkaar vooronderstellen.
De deugden vooronderstellen elkaar omdat ze elkaar als het ware beteugelen. De één kan niet zonder
de ander. Je moet je verstand kunnen bewaren, of je verlangens kunnen beteugelen. Daarnaast:
omdat de ethische deugden gaan over gewoonten, en de dianoëtische deugden (o.a.) over praktische
wijsheid, breng je in een situatie dus je gewoonten én de praktische wijsheid over de specifieke
situatie samen.
dat ‘volkomen deugd’ niet is weggelegd voor de massa;
In de volkomen deugd worden de ethische en dianoëtische deugden verenigd tot de rechtvaardigheid,
en uitdrukkelijk in verhouding gebracht tot het recht en welzijn van de medemens (de mens is een
gemeenschapswezen, en de deugd is altijd ingebed in het geheel van de sociale verhoudingen). Deze
is slechts weggelegd voor welgestelde mensen, want zij hebben de juiste middelen.
wat ‘ware vriendschap met zichzelf’ betekent en een afweging maken in hoeverre dit voor mensen in
de samenleving van toen mogelijk was en nu is.
De gelukkige mens is de ware vriend met zichzelf. Dat houdt in dat je niet ten prooi valt aan
zelf-destructief gedrag.
9. De kandidaten kunnen uitleggen en evalueren welke rol de deugd rechtvaardigheid bij Aristoteles
speelt bij de zelfverwerkelijking van de mens in de polis.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jismijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.