100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting: H4 & H5 Thinking About History (Inleiding Geschiedwetenschap Utrecht) $5.35   Add to cart

Summary

Samenvatting: H4 & H5 Thinking About History (Inleiding Geschiedwetenschap Utrecht)

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van hoofstuk 4 en hoofdstuk 5 van "Thinking about history" van Sarah Maza. Voor het vak Inleiding Geschiedwetenschap aan de Universiteit Utrecht.

Preview 2 out of 12  pages

  • No
  • Hoofdstuk 4 t/m 5
  • November 29, 2022
  • 12
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
H4. Hoe wordt geschiedenis geproduceerd?
Geschiedenis is uniek omdat het zowel in als buiten de academische wereld beoefend wordt:
academische vs populaire vs publieksgeschiedenis. Academische geschiedenis wordt hierbij
gezien als de plek waar nieuwe informatie wordt ontdekt, populaire geschiedenis is de
verspreiding van de geschiedenis bij een breder publiek. Tegenwoordig is er veel overlap,
maar dat was vroeger niet zo.


Academische geschiedenis
Tot in de negentiende eeuw werd geschiedenis vooral geschreven door algehele “geleerde
mannen”, die in veel verschillende disciplines (belangrijk: politiek) bedreven waren. Rond
1800 waren de nationale revoluties, waardoor er nationalisme en daarmee nieuwe
onderzoeksuniversiteiten ontstonden. Dit had 2 gevolgen.
1. Aan deze universiteiten werd rigoureus onderzoek gaan, meer “wetenschappelijk”,
objectief, om geschiedenis als wetenschap status te geven. De universiteiten hadden ook als
doel: burgers opleiden om bureaucratische rollen in de overheid te vervullen. Hiervoor was
kennis van de geschiedenis van de natie natuurlijk nodig.
2. De focus van deze uni’s lag op de natie, dus historici waren vaak verbonden aan de
overheid. Dit was natuurlijk logisch omdat in die tijd geschiedenis = geschiedenis van grote,
politieke figuren.
Academische historici gingen dus op zoek naar nieuwe informatie, op wetenschappelijke
wijze, om zich te meten met natuurwetenschappers etc. Hierdoor onderscheidden acad.
historici zich van amateurs: geen geleerde man, maar profi historicus, o.a. door PhD’s e.d. uit
te delen. Hier is natuurlijk wel een paradox: deze acad. historici wilden objectief en
professionneel zijn, maar verkondigden ondertussen wel het narratief van de natiestaat.


Publieke en populaire geschiedenis
Populaire geschiedenis heeft als doel het verspreiden van de geschiedenis bij een breed
publiek. Het is dus geschreven in helder proza en makkelijk te volgen zonder voorkennis. Het
heeft een sterke narratieve vorm, een traditionele onderwerpskeuze (is immers al bekend) en
is hierdoor toegankelijker. Pop. geschiedenis wordt minder aan dezelfde standaard
gehouden als acad. geschiedenis, het doel is ook niet nieuwe informatie produceren. Het
vervult de behoefte van “basic curiosity” bij zowel schrijver als lezer. Toch moet een nieuwe
pop. history vaak wel een bekend onderwerp vanuit een nieuwe invalshoek bekijken, om
interessant te zijn. Ook is het heel afhankelijk van het publiek waarvoor het geschreven
wordt.

, Vooral populair: biografieën, (omdat lezers het makkelijk vinden zich in te leven in één
persoon, en het is een mooi verhaal), en militaire geschiedenis. Toch is het belangrijkste het
narratief: is het een goed geschreven en opgebouwd verhaal?
Pop. geschiedenis neemt vaak wel een positie in een debat in, maar geen genuanceerd
debat. Bv was Napoleon een held of een dictator? Minder gecompliceerd dan acad.
geschiedenis. Het belangrijkste is: goed geschreven en kloppende informatie.
Andere vormen van pop. history: documentaires, films, games. Vooral documentaires: doen
zich voor als extreem waarheidsgetrouw en objectief: “reality effect,” worden gezien als
“geautoriseerde geschiedenis”. Voorbeeld: Ken Burns, maakt docu’s over VS onderwerpen.
Kritiek: te patriotic, hij zoekt een “emotional consensus” over algemene kern van
Amerikaanse cultuur. Dit is veel te idealistisch vergeleken met acad. geschiedenis: dat je die
consensus zoekt betekent niet dat hij bestaat, of dat je dingen moet weglaten om hem te
laten bestaan.
Algehele kritiek op historische docu’s: het is passief en nostalgisch, rooskleurig
entertainment, sentimenteel. Hierbij ook kritiek op idee van erfenis/heritage (nationale
geschiedenis waarborgen op fysieke plaatsen): hierdoor geschiedenis nog maar 1 functie,
mensen samenbrengen en geschiedenis vereren, ipv debatteren en nieuwe dingen inzien.
Voorbeeld: in Amerika wordt soms slavernij nagespeeld met acteurs. Vraag: waar ligt de lijn
tussen historische integriteit en simpel entertainment/exploitatie?
Musea: public history. Lange tijd vooral bevoorraad door philantropen en amateurs, dus
minder respect door acad. historici: geen onderscheid tussen onderwijs en entertainment.
Het publiek vindt musea top! Worden ook gezien als geautoriseerde en objectieve
geschiedenis, maar ook musea zijn subjectief: het gevolg van bewuste keuzes van een
curator over wat wel/niet tentoon te stellen. Voorbeeld: het tentoonstellen van de Enola Gay
(vliegtuig dat bom op Japan gooide) in 1995: directeur wilde hierbij genuanceerd verhaal
vertellen over vreselijke gevolgen in Japan en andere genuanceerde vragen, maar hier kwam
nationaal verzet tegen. Veteranen vonden het uitwissing van hun heldhaftige daden.
Vliegtuig uiteindelijk zonder verhaal tentoongesteld. Illustreert: dat de keuze van
tentoonstelling en het verhaal erbij net zo gekleurd zijn als boeken etc. Burgers en politici
hebben belangen bij het narratief dat er wordt tentoongesteld.
Ook vraag: wat te doen met koloniale artefacten? Veel musea melden koloniale verleden
simpelweg niet: ook dat is bewuste keuze. Voorbeeld: Koninklijk Congo Museum in België.
Lange tijd koloniaal narratief ondersteun (België bracht welvaart!), in 2005: The Memory of
the Congo: The Colonial Era. Licht revisionisme, maar lang niet genoeg, veel gruwelheden nog
gedownplayed.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jismijn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35
  • (0)
  Add to cart