Examen:
- Multiple choice (40 Vragen met 3 antwoordmogelijkheden en 1 juist antwoord)
- Geen gis.
- Hogere cesuur 27 juiste vragen
Boeken:
- Recht en onderneming deel 1 & 2
- Ondernemingsrecht in hoofdlijnen (Eric Dirix, Reinhard Steennot, Hendrik Vanhees)
Wat is recht?
- Recht zal ons gedrag ordenen
- Het functioneren in de maatschappij ordenen
- Recht moet afdwingbaar zijn
- Ook wijzigingen in het recht
Recht = het geheel van bindende regels tot ordening van de samenleving.
Rechtsregels = regels die afdwingbaar zijn met maatschappelijk geweld.
Zijn:
- Onvermijdelijk
- Fundamenteel
Objectief vs Subjectief recht
Objectief: recht zoals het bestaat, regels die worden uitgevaardigd door federaal of vlaams
parlement. (het geheel van rechtsregels
Subjectief recht: rechten die u ontleent aan het objectief recht. Je hebt recht van vrije
meningsuiting, rechten die u toekomen.
Indeling van het recht:
Nationale recht: recht dat hier in België gemaakt wordt, federaal/vlaams parlement,
gemeenteraad, provincieraad. Recht van Belgische oorsprong.
,Internationaal recht: Rechtsregels die voorkomen uit internationale bron. Europees
recht
Nationaal recht in 2 delen:
- Privaat recht: het recht dat de relaties regelt tussen private personen (burgers onderling)
- Publiek recht: regelt de relatie tussen burgers en de overheid. Ook de relatie tussen
overheden onderling.
Privaatrecht: p9
1) Burgerlijk recht: regelt ons hele functioneren. Regels over de geboorte,
meerderjarigheid, handelingsbekwaamheid, huwelijk, samenleving.
Bewijsrecht: hoe bewijs je iets? Bv aankopen van fiets.
2) Ondernemingsrecht: wie is onderneming? Geeft veel technieken aan ondernemingen
om handelsactiviteiten te doen.
WER: wetboek economisch recht: alle economische reglementeringen in één verzameling.
Alle ondernemingsbepalingen samengebracht.
3) Privaatrechtelijk procesrecht of gerechtelijk recht: het effectueren van het recht.
Publiek recht
1) Grondwettelijk recht (Grondwet): regelt de meeste fundamentele inrichting van de
staat, de basisstructuren van de machtsuitoefening en de scheiding der machten:
- Staatsstructuur: wie maakt recht? Wie is het staatshoofd en wat zijn diens
bevoegdheden? Wie wordt belast met rechtspraktijk?
- Rechten en vrijheden van de mens (onderwijs)
2) Bestuursrecht: regelt de inrichting en de werking van de uitvoerende macht: het
statuut van ambtenaren.
3) Fiscaal recht: regelt de staatsinkomsten: inkomstenbelastingen
4) Het strafrecht: strafwetboek (handelingen en hun straf) handelingen waarvan de
overheid ze niet aanvaard, die stellen ze strafbaar en stellen ze sancties op.
5) Het strafprocesrecht: het vervolg van het strafrecht.(Wetboek van strafvordering)
Bepaalt de procedures met betrekking tot strafrechtelijke feiten. De wijze van
procederen is fundamenteel anders dan in het privaatrechelijk procesrecht.
,Aanvullend recht of supplementief recht: regels die bestaan maar waar je kan van afwijken.
Voorbeeld: huwelijksvermogenstelsel. (scheiding van goederen)
Openbare orde: regels die bestaan en waar je niet van kan afwijken:
- Vele regels van strafrecht
- Regels inzake het huwelijk
- Faillissement
Regels van dwingend recht: in principe ook regels waar je niet van kan afwijken. Beschermen
private belangen.
Het onderscheid tussen publiek en privaatrecht is echter relatief. Het is moeilijk om iets vast
te plakken aan publiek of aan privaatrecht.
Het economisch recht: Regels voor ondernemingen. bevat heel wat regels over de
organisatie van de markt waarop ondernemingen functioneren.
Het sociaal recht:
Opgesplists in 3 delen:
1) Individueel arbeidsrecht: betrekking op de overeenkomst die u sluit met de
werkgever
2) Het collectief arbeidsrecht: regelt de relaties tussen de werknemers als groep. Valt
niet onder te delen in privaat of publiekrecht
3) Het socialezekerheidsrecht: regelt de relatie tussen de verzekerden en de instelling
van de sociale zekerheid.
Europees recht: maakt geen onderscheid tussen publiek en privaat recht.
De overheid maakt meer en meer gebruik van het privaatrecht waardoor het onderscheid
minder urgent wordt. Ze doet afstand van haar bevoorrechte machtspositie om zoals andere
particulieren contracten af te sluiten.
, Het internationaal recht
1) Internationaal privaatrecht
- Nationaliteit van personen in kwestie is belangrijk.
- Tot doel uit te maken welke nationale wetgeving van toepassing is op een
rechtsverhouding, waarin buitenlandse elementen voorkomen.
- Er moet worden uitgemaakt welk recht van toepassing is.
2) Internationaal publiekrecht of volkerenrecht:
- Regelt relaties tussen landen en internationale organisaties onderling.
- Defensie, dubbelbelastingverdraging, uitleveringsverdragen enz.
3) Europees recht
- Bepaalt in grote mate ons functioneren
- Als u toetreedt tot de EU draagt u een deel van uw bevoegdheden over. De EU mag
reglementeren.
Europees recht wordt versterkt door 2 belangrijke kenmerken:
1) De primauteit of de voorrang van het europees recht: bij conflict tussen een regel
van nationaal recht en een regel van europees recht heeft het europees recht
altijd voorrang.
2) De rechtstreekse werking of directe werking. Het Europees recht creëert
rechtstreeks rechten en plichten voor de burgers. Burgers kunnen tegen de
rechtbank zeggen dat de belgische wetgeving in strijd is tegen het europees
recht.
Deel 2: Publiek recht P.17
De Rechtsstaat: de rechtsstaat houdt in dat de staat er in de eerste plaats niet is om zichzelf
te versterken, maar om de burger te dienen.
- Functie: de fundamentele rechten van de burger beschermen.
Raad van Europa: hoort niet bij europese unie. Turkije is lid van de raad van europa, Rusland
ook maar zijn geen leden van EU.
EVRM: Europees verdrag voor de rechten van de mens: dit verdrag maakt de scheiding
tussen de fundamentele rechten van de mens en de staat nog scherper.
Wetsstaat: wetgeving zodat iedereen van de rechten en vrijheden kan genieten. Niet alleen
de gegoede burgers.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sandermortelmanss. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.15. You're not tied to anything after your purchase.