Rechtsfilosofie B - Rechtsgeleerdheid
Week 1: Is de EU een politieke gemeenschap?
Hoofdvragen
De cursus richt zich op het beantwoorden van twee vragen:
1) In welke zin is de Europese Unie een gemeenschap?
- Is zij namelijk behalve een juridische en een economische ook
een politieke?
2) Indien er sprake zou zijn van de EU als politieke gemeenschap,
welke implicaties heeft dit voor de gedachte van een Europees
volk?
- Ziet op het Europese karakter van de EU.
Let wel, wij zullen het in de loop van de cursus uitsluitend hebben over wat
doorgaans de ‘1e pijler’ wordt genoemd. Het is dan ook in dit verband dat de vraag
wordt gesteld in hoeverre de EU een politieke gemeenschap is. Dit naar
aanleiding van artikel 1 van het Verdrag van Lissabon, dat bepaalt dat de EU de EG
opvolgt. Waar relevant wordt in het vervolg van deze en de volgende
samenvattingen gesproken van de EG in plaats van de EU.
Door het EG-verdrag als constitutioneel handvest te bestempelen bevestigd
het Hof de jurisprudentiële ontwikkeling die ontstaan is met het van Gend
en Loos arrest. Tegelijk legt de uitspraak een fundamenteel probleem van
de EG bloot: ‘’hoewel het EG-verdrag, als constitutioneel handvest van de
EG, het mogelijk maakt om de legaliteit van EU wetgeving te waarborgen,
lijkt dit op zichzelf onvoldoende om de legitimiteit ervan te waarborgen.
➔ Het Maastrichts-arrest van het Bundesverfassungsgericht werpt hier
een principiële vraag op: ‘’kan er sprake zijn van legitieme
wetgeving in Europees verband als de EG slechts een
rechtsgemeenschap is, en niet ook een politieke gemeenschap is?
- Deze vraag is relevant omdat de EG primair gericht is op het tot
stand brengen van een gemeenschappelijke interne markt, dus
op economische integratie. Er dient dus de vraag te worden
gesteld of de voltooiing van een gemeenschappelijke markt
überhaupt een politiek project is, en in verband daarmee, de
vraag op welke manier juridische en politieke eenheid zich tot
elkaar verhouden.
Teleologische interpretatie
De vraag op welke manier juridisch en politieke eenheid zich tot elkaar
verhouden hangt samen met de teleologische interpretatie van het
gemeenschapsrecht. Deze interpretatie stelt zich namelijk de vraag of er
werkelijk kan worden gesproken van een autonome rechtsorde als de
grondslag daarvan een gemeenschappelijke markt is? deze vraag wordt
op het einde van de cursus beantwoord. Van belang zijn de kenmerken
van de teleologische interpretatie:
1) Rechtstreekse werking
- Van Gend & loos: ‘het oogmerk van het E.E.G.-Verdrag, namelijk
de instelling van een gemeenschappelijke markt wier
werkzaamheid de ingezetenen der Gemeenschap rechtstreeks
betreft, meebrengt dat dit Verdrag meer is dan een
overeenkomst welke slechts wederzijdse verplichtingen tussen
de verdragsluitende mogendheden schept’.
2) Voorrang
- Costa/ Enel: ‘het verdragsrecht, dat uit een autonome bron
,voortvloeit, op grond van zijn bijzonder karakter niet door enig
voorschrift van nationaal recht opzij kan worden gezet, zonder
zijn
, gemeenschapsrechtelijke karakter te verliezen
en zonder dat de
rechtsgrond van de Gemeenschap zelf daardoor wordt
aangetast’
Dergelijke vragen lijken op het eerste gezicht tamelijk academisch te zijn.
Maar het advies van 12 september 2007 van de Raad van State, maakt
duidelijk dat deze vragen uiterst praktische en vergaande implicaties
hebben. Van deze vragen hangt bijvoorbeeld af of wij in staat zijn om een
adequaat antwoord te geven op de vraag in hoeverre rechtstreekse werking
en het voorrang van Europees recht, alsmede de duiding van het Verdrag
als een ‘ constitutioneel handvest’, überhaupt te rijmen zijn met onze
opvattingen over democratie.
De rechtstreekse werking en de voorrang van het gemeenschapsrecht
hebben als gevolg dat deze rechtsorde op ‘homogene wijze’ wordt
uitgelegd en toegepast in de EG. Met andere woorden, de relatie tussen
het gemeenschapsrecht en de nationale rechtsordes is, dankzij
rechtstreekse werking en voorrang, vergelijkbaar met de relatie tussen de
bondsstaat en deelstaten in een federale staat. In die zin kan men spreken
van het gemeenschapsrecht als ‘nieuw’ (Van Gend & Loos) en als ‘eigen’
(Costa v. ENEL), d.w.z. als een autonome rechtsorde. Dit roept de vraag op
in hoeverre is de EU Europees? En welke grenzen hanteert de EU en
derhalve waar houdt het HvJ EU op?
Het ‘teleologische’ van ‘s Hofs interpretatie van het gemeenschapsrecht is
in die zin te interpreteren dat een rechtsorde die op gelijke wijze wordt
uitgelegd en toegepast in alle lidstaten van de EG een middel is tot het
bereiken van de doelstellingen van deze gemeenschap.
Op grond van deze teleologische interpretatie noemt het Europese Hof het
EG- Verdrag het ‘constitutionele handvest’ van de EG (Les Verts-arrest),
waarbij het Hof, dankzij de ruime bewoording van art. 220 (ex 164) EG, in
feite als een soort constitutionele rechter fungeert, die over de horizontale
verdeling van bevoegdheden tussen de EG instellingen en de verticale
verdeling van bevoegdheden tussen de EG en haar lidstaten beslist.
Echter, juist naar aanleiding van de verantwoording van het
constitutionele karakter van het EG-Verdrag doet zich een fundamenteel
probleem voor: is dit verdrag eigenlijk een constitutie? Steve Boom, in zijn
artikel ‘The European Union After the Maastricht Decision: Will Germany
Be the “Virginia of Europe?’”, stelt het probleem als volgt voor:
1) The U.S. Constitution begins with the phrase, ‘We the people’...
2) The Treaty of Maastricht opens with ‘His Majesty the King of the
Belgians; Her Majesty the Queen of Denmark; The President of the
Federal Republic of Germany...,’
➔ leaving no room for doubt that the parties to the Treaty of
Maastricht
are the sovereign states of Europe, not the ‘people of Europe’
➔ The treaty does not refer to a singular European people;
rather, the many peoples of Europe are recognized as distinct
group.
This contrast between the United States and Europe highlights the
different nature of the U.S. Constitution and the Treaty of Maastricht. A
constitution by definition es- tablishes the basic principles and laws of a
nation or state; an international treaty, on the other hand, specifies the
contractual rights and duties of (more than one) distinct sovereign states’.
, De vraag die zich hierbij voordoet is dus of we ons tevreden kunnen
stellen met de aanduiding van de EG als een ‘sui generis’ gemeenschap
en of we niet juist principieel moeten onderzoeken of zij al dan niet een
politieke is.
Federatie of confederatie
De vraag naar een federaal of een confederaal Europa is de vraag naar de
gewenste samenwerkingsvorm, ofwel naar de gewenste verdeling van
bevoegdheden tussen overheidsverbanden. Zowel een federatie als een
confederatie is verdeeld in zelfstandige deelgebieden. Deze gebieden
werken samen in een groter overheidsverband.
Federalisme
Een federale staat, ook wel bondsstaat genoemd, is een samengestelde,
tweeledige, staat: behalve een centrale (federale) overheid, bestaat hij uit
deelstaten. De bekendste voorbeelden zijn de Verenigde Staten en de
Bondsrepubliek Duitsland.
Kenmerkend voor de federale staat is dat niet alleen de deelstaten een
eigen grondwet hebben, maar dat de samenwerking in de federale staat
ook is vastgelegd in een (federale) grondwet. Zowel de federale staat als de
deelstaten hebben een eigen parlement, een eigen regering en een
rechterlijke organisatie. De federale grondwet stelt niet alleen die organen
op federaal niveau in en verleent aan die organen bevoegdheden, maar zij
verdeelt ook de bevoegdheden tussen de federale staat en de deelstaten. Met
andere woorden: het is de federale grondwet die bepaalt welke belangen
de federale overheid en de deelstaten behartigen.
Omdat de federale grondwet bepaalt wie welke bevoegdheden uitoefent,
ligt op federaal niveau de soevereiniteit. De federale overheid heeft
uiteindelijk de bevoegdheid om zelf de omvang van de eigen
bevoegdheden te bepalen.
Veelal is er een constitutionele rechter, een grondwettelijk hof, dat toeziet
op naleving van de federale regelgeving en dat beslist in geschillen tussen
de federale overheid en de deelstaten over de uitoefening van
bevoegdheden.
Confederalisme
Een confederatie wordt ook wel een statenbond genoemd: een
samenwerkingsverband van staten. Er is echter geen sprake van een
staatsrechtelijke verbinding van deelstaten op basis van een grondwet.
In een confederatie werken staten samen op basis van een verdrag. Van
deelstaten kunnen we dan niet spreken; deze staten zijn soeverein. In het
verdrag delen de staten de uitoefening van bepaalde, specifiek benoemde
bevoegdheden toe aan een gezamenlijk orgaan, maar zij behouden verder
hun zelfstandigheid. Het centraal gezag is relatief zwak. Het betreft
derhalve een verdragsconstructie, waar een lidstaat ook weer uit kan
treden. Klassieke voorbeelden van confederaties zijn de Republiek der
Verenigde Nederlanden en de Verenigde Staten tussen 1776 en 1787.
Een korte karakterschets van de Europese Unie
De Europese Unie wordt traditioneel gekenschetst als een eigensoortig
samenwerkingsverband. Toch kunnen federale en confederale trekken
worden onderscheiden. Confederaal is dat de samenwerking geschiedt op
grond van verdragen. De lidstaten zijn soeverein. De Europese Unie heeft
geen mogelijkheid om zijn eigen bevoegdheden te regelen. Titel 1 VWEU
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottehanssen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.