Recht en maatschappij - Rechtsgeleerdheid
Hoorcollege 1: Back to basics: de rechtsstaat
In dit college wordt de rechtsstaat conceptueel nog eens verkend en
geproblematiseerd. Wat is ook al weer een rechtsstaat en welke
verschillende theorieën zijn er van rechtsstatelijkheid? Hoe verhouden deze
theorieën en concepten zich tot elkaar?
Literatuur:
- Zouridis/Institutionele crisis van de rechtsstaat, hoofdstukken 1 en 3
- European Commission for Democracy through Law (Venice Commission),
Report on the Rule of Law (zie de link op Canvas)
Doelen van het vak
4 ects & 2 november responsiecollege
- Rechtsstaat multidisciplinair leren begrijpen
- Empirisch onderzoek verbinden met recht en rechtsstaattheorie
- Spanningen in de rechtsstaat en tussen recht en maatschappij analyseren
De rechtsstaat
= legaliteit + trias politica + grondrechten + rechterlijke toetsing
Maar klopt deze formule wel? Er zitten wat onopgehelderde vragen in.
--> een zuiver systeem van trias politica bijvoorbeeld is nog nooit
waargenomen Anomalieën en onopgeloste kwesties:
- Wat is eigenlijk legaliteit? En is legaliteit altijd goed?
- Bestaat er wel zoiets als een trias politica? En kan een zuivere trias
politica wel werken?
- Welke grondrechten en welke beperkingen aan grondrechten?
- Rechterlijke toetsing: maar hoe ver en voorzien van welke drempels?
Kortom: we moeten een spadediepte dieper slaan, en komen dan op
theoretische grondslagen
Rechtsstaattheorie
Het rechtsstatelijk basisprincipe staat gebonden aan het recht
(gemeenschappelijke noemer). --> Zo wordt de rechtsstaat in dit vak
gedefinieerd.
Maar: wat zegt dit? Dit moet wel nog toegespitst worden want het roept nog
steeds veel vragen op.
De staat is gebonden aan het recht, dus:
- Staat?
- Recht?
- Binding?
,Drie mogelijke en uiteenlopende invullingen van wat (wel of niet) een
rechtsstaat is, en deze kunnen worden gekoppeld aan 3 filosofen
1. Hobbes: de rechtsstaat als orde (vis-à-vis wanorde: de soeverein creëert
een orde)
2. Locke: de rechtsstaat als gebonden staatsmacht, de macht van de
soeverein is begrensd en aan regels gebonden. Tegenovergestelde
van Hobbes (vis-à-vis ongelimiteerde staatsmacht)
3. Van Augustinus tot Nussbaum: de rechtsstaat als rechtvaardige
inrichting van de samenleving (vis-à-vis de onrechtstaat)
Twee dimensies
1. Gaat het rechtsstaat begrip uit van een formele benadering
(procedureel rechtvaardig, iedereen gelijk/hetzelfde
behandelen)
2. Een materiële versie: ieder het zijne. Dus uiteindelijk gaat het niet om
procedurele, formele criteria voor een rechtsstaat maar materiële
inhoudelijke criteria
3. Rule of law: dun, tot democratie en legaliteit: dik. Ook van individuele
naar sociale rechten
Formal legality: er is een eis dat er niet alleen wetten zijn, maar dat die
ook worden nageleefd. Het is een extra eis. Het zijn verschillende
rechtsstaatbegrippen.
Ga je links onderin het schema dan kom je uit bij grondrechten. Deze kun je
steeds verder uitbouwen en steeds “dikker” maken.
Bij substantive versions: In de meest linkse variant van het schema zijn het
meer vrijheidsrechten, in de tweede recht van waardigheid toegevoegd en in
de derde variant komen er ook rechten van onderwijs etc bij kijken. Het
stapelt zich dus op.
In dit vak is in principe de keus gemaakt voor de
formele versie
- Niet “rule by law”, maar ook niet een heel dikke
definitie
- Rechtsstaat = legaliteit + rechtszekerheid + rechtsgelijkheid
,Nederland in schema: ergens rechtsonder. Vooral materiële begrip van de
rechtsstaat - grossomodo vindt dat een rechtsstaat een staat is waar in ieder
geval alleen maar recht en democratie is maar ook sprake is van sociale
rechten.
, Hoorcollege 2: Het maatschappelijk belang van rechtsstatelijkheid
In allerlei theorieën is rechtsstatelijkheid bij uitstek de sleutel voor een
welvarende, gelukkige en vreedzame samenleving. Hoe werkt die sleutel
eigenlijk? En is dat alleen in theorie of is hiervoor ook empirisch bewijs?
Literatuur:
- Zouridis/Institutionele crisis van de rechtsstaat, hoofdstuk 2
- Holcombe, Rodet, Rule of Law and the size of government, in: Journal of
Institutional Economics (zie de link op Canvas)
- Glaeser, LaPorta, Lopez-De Silanes, Do Institutions Cause Growth, in:
Journal on Economic Growth (zie de link op Canvas) (Dit artikel behoort
tot de aanbevolen literatuur.)
Rechtsstaat volgens de docent: legaliteit + rechtszekerheid + rechtsgelijkheid,
want hier is het maatschappelijk belang/effect gelegen. Dit is de meest
superieure vorm van besturen.
De aanleiding:
Ambitie Ministerie BZK: bestuur ten behoeve van
economische groei Onderzoeksvragen: (Zouridis et al,
2017)
- Is er een verband tussen bestuurlijke instituties en economische/sociale
effecten in de literatuur, dus wordt zo’n verband waargenomen en
aangetoond
- Is er een verband tussen good governance en economische/sociale
effecten in het bijzonder in de literatuur
6 criteria met betrekking tot bestuurlijke instituties:
- Politieke stabiliteit
- Democratie
- Rechtsstaat
- Afwezigheid van corruptie
- Effectieve bestuur
- Kwaliteit van de regulering
--> deze doen er toe, los van de inhoud van het beleid
- Als dat verband er is, dan: Hoe zijn bestuurlijke instituties
verbonden met economische/sociale effecten
- Bestuurlijke instituties: karakteristieken van de inrichting en
functioneren openbaar bestuur (in brede zin), dus GEEN beleid
Bevindingen: (“conclusie”)
Bestuurlijke instituties doen ertoe, ook good governance doet ertoe.
Karakteristieken lijken universeel en niet contextueel (ontwikkelingslanden).
Welke karakteristieken/instituties doen ertoe?: dit wordt beantwoord in de casus:
Nogales
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottehanssen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.