Summary
Communicatie samenvatting boek Trainingsgespreksvaardigheden Social Work
- Course
- Institution
- Book
samenvatting boek ISBN- 2475
[Show more]
Connected book
Book Title:
Author(s):
- Edition:
- ISBN:
- Edition:
17 reviews
By: gabrielfloor93 • 2 year ago
By: oswaal • 3 year ago
By: liesbethowusu • 3 year ago
By: ashantigomes • 3 year ago
By: Itsrobin87 • 3 year ago
By: sunnyspittel • 3 year ago
By: mandywortel • 5 year ago
Seller
Followjacklynnvoigt
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 1: BasisgespreksvaardighedenEr bestaan verschillende vaardigheden om met een cliënt te kunnen
communiceren. Je kan niet – niet communiceren. 90% gebeurt non – verbaal en
slechts 10% verbaal. Hieronder bespreken we de volgende basisvaardigheden bij
communicatie:
1. Actief luisteren
Bij actief luisteren gaat het erom om de volle aandacht te hebben voor je cliënt
en zijn verhaal. Veel hulpverleners raken afgeleid in het gesprek met hun cliënt
en interpreteren vanuit hun eigen interpretatie in plaats van op feitelijke
informatie. Bij actief luisteren ligt daar dan ook de focus. Voorbeelden = wat is de
beleving van de cliënt? Hoe gaat hij met de gebeurtenissen of problemen in zijn
leven om? In het gesprek ga je na of je je cliënt begrijpt en laat je de
betrokkenheid bij het gesprek in woord en gedrag zien. Door actief luisteren leer
je ook het verhaal achter het verhaal van de cliënt te begrijpen. hierdoor kun je je
cliënt helpen verbanden te leggen tussen wat hij feitelijk verteld en wat er
eigenlijk aan de hand is.
Non – verbaal:
- Laat zien dat je een openhouding heb
- Laat zien dat je oplet naar de gesprekspartner en zijn verhaal
- Laat je cliënt merken dat hij welkom is om zijn verhaal te vertellen
2. Vragen stellen
Als professional zul je moeten doorvragen om samen met de cliënt tot eenzelfde
definiëring te komen. Er zijn verschillende soorten vragen die je kan stellen:
Open vragen = deze vragen kan je stellen aan je cliënt door te beginnen
met ‘wie’, ‘wat’, ‘waar’, ‘wanneer’ en ‘hoe’. Deze vragen kan je cliënt niet
beantwoorden met een simpele ja of nee en heeft de cliënt veel meer
ruimte om zijn verhaal te vertellen.
Gesloten vragen = deze vragen kan de cliënt beantwoorden met ‘ja’ of
‘nee’. Deze vragen zijn geschikt om exacte informatie te achterhalen of om
feiten te checken.
Risico van gesloten vragen stellen:
- Dat je niet tot de kern van het probleem komt, omdat je niet de vragen
stelt die daadwerkelijk bij het probleem passen of de situatie niet
voldoende exploreert.
- Cliënten vinden het vaak ook vervelend als je teveel sturing geeft in je
vraagstelling, omdat ze daardoor minder mogelijkheid hebben hun eigen
verhaal te vertellen.
Je kan op twee manieren doorvragen:
1. Diepte vragen stellen = e-in-vraag
Dit is een vraag waarbij je dieper ingaat op wat de cliënt je hebt verteld.
Voorbeeld = Hoeveel schuld heeft u precies bij de kredietverstrekker?
2. Breedte vragen stellen = e-ex-vraag
Dit is een vraag die wel gerelateerd is aan wat de cliënt zegt, maar zijn verhaal
breder maakt.
Voorbeeld = Zijn er nog meer schuldeisers dan deze kredietverstrekkers?
Bij allebei de vragen staat de ‘e’ voor exploreren.
, Driewereldenmodel = bij vragen stellen werk je op verschillende niveaus. Je
brengt door de vragen die je stelt de situatie van de cliënt op drie verschillende
fronten in kaarten: de feiten, de normen en de gevoelens.
3. Concretiseren
Concretiseren = Het precieze informatie vraagt over datgene waarmee de cliënt
zit en om de feiten te achterhalen. Laat het probleem helder worden.
4. Samenvatten
Het verhaal tussendoor samenvatten zodat het voor jezelf helder wordt en voor
de cliënt.
Parafrasen = samenvatting van de kern en wat de cliënt heeft gezegd, maar dan
weergeven in je eigen woorden. Een goede parafrase of samenvatting start of
eindig je altijd met de vraag of het weergeven deel van het gesprek klopt. De
cliënt heeft hiermee de gelegenheid eventuele verkeerde interpretaties weg te
nemen of nuances aan te brengen.
5. Checken van interpretaties
Checken van de interpretaties gaat het erom dat je het verhaal van de cliënt zo
zuiver mogelijk houdt en niet vervuild met jouw ideeën of belevingen. Er bestaat
ook een grote kans dat je verkeerd interpreteert als je de situatie en het
referentiekader van de cliënt helemaal niet kent. Ook als je niet je interpretaties
nagaat (checkt), dan kan je cliënt zich onbegrepen voelen.
6. Problematiseren
Problematiseren is een vaardigheid die je inzet om helder te krijgen wat er
precies met de cliënt aan de hand is. Je stelt de vragen aan de cliënt waardoor hij
erachter komt wat de essentie van zijn probleem is. Kan ingezet worden als je
doelen wilt stellen.
7. Non-verbale communicatie
Alle communicatie buiten het verbale (sprekende communicatie) om. Het zijn
gezichtsuitdrukkingen, handelingen, manier van kleden etc.
8. Gebrek van stiltes in een hulpverleningsgesprek
Door een stilte in een gesprek te laten vallen, geef je je gesprekspartner de tijd
en ruimte om dingen te laten vertellen die dwars zaten of rond spookte in
zijn/haar hoofd. Zo geef je ook ruimte in het gesprek zodat beide kanten nog iets
kunnen toevoegen. Ook kan jij, als gesprekleider, de ruimte hebben om zaken
van het gesprek te overdenken.
9. Het gebruik van letterlijke ruimte in het hulpverleningsgesprek
Kijk van te voren goed hoe je de setting van je gesprek in elkaar zet. Wie zet je
waar neer tijdens een gesprek en waar ga je zelf zitten. Ook is het belangrijk om
te weten hoe je wilt gaan zitten in een gesprek. Als het in groepsverband is
tijdens een intervisie, is het wellicht een idee om in een (halve) cirkel te gaan
zitten. Met één op één gesprekken kan je ervoor kiezen om ieder aan de kant van
een tafel te zitten of tegenover elkaar zonder tafel (ligt aan het vorm van het
gesprek en persoon die je tegenover je heb). Verder zorg je ervoor dat jezelf
veilig stelt door altijd achter de deur te zitten. Mocht het gesprek uit de hand
lopen, kan je altijd veilig weglopen uit de ruimte. Gaat het om een emotioneel
gesprek, dan geef je de cliënten de ruimte dat hun snel weg kunnen uit de
ruimte, dor hun zo dicht mogelijk in de buurt van de deur te zetten.
10.Gevoelsreflectie geven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jacklynnvoigt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
67096 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now
Recently viewed by you
