VWO Aardrijkskunde Systeem Aarde
Hoofdstuk 1
§1 Het ontstaan en de opbouw van de aarde
Sommige processen hebben enorme gevolgen voor de geologische gebeurtenissen op aarde. Om
het verleden te achterhalen moet men bepaalde technieken gebruik. Eentje daarvan is de
actualiteitsprincipe, processen die we nu zien hebben zich vroeger ook zo gewerkt. Ons
zonnestelsel is ook ontstaan in een dergelijke kraamkamer. Ongeveer 4,6 miljard jaar geleden
ontstonden in een kleine nevel van heet gas en stof door samentrekking een zwaartekracht
concentraties van deeltjes.
De aarde kent twee unieke eigenschappen: water en inwendige gelaagdheid. De chemische
samenstelling: meteorieten zorgden voor veel warmte, de aarde smolt, een kern van ijzer en een
mantel. Figuur 1.3 toont het ontstaan van de maan door een grote hemellichaam. Daardoor was
er opnieuw afkoeling. Op deze manier ontstonden schillen met verschillende chemische
samenstelling, differentiatie. Het binnenste van de aarde wordt gevormd door de aardkern. Dan
komt de aardmantel, magnesium en ijzer. En als laatste de aardkorst. En deze kent vormen als
continentale korst (graniet) en de oceanische korst (basalt). Wat betreft de fysische
samenstelling:
Lithosfeer: de harde, vaste buitenlaag van de aarde
Asthenosfeer: een zachtere laag, op een paar plekken gesmolten (bij
magmahaarden) maar vooral plastische gesteente (beetje stroperig).
Binnenmantel: Hogere druk, vaster.
Vloeibare buitenkern
De binnenkern: hard gesteente. De aarde krijgt haar warmte van inwendige en
uitwendige bronnen:
Inwendige: Meteorietinslagen, ontstaan van nevelgassen, radioactiviteit sommige
gesteente.
Uitwendige: De zon
§2 Gesteente
De aardkorst is opgebouwd uit heel veel verschillende soorten stenen. Een gesteente bestaat uit
een mengsel van minerale en/of organische stoffen die in de natuur voorkomen. Een mineraal is
een verbinding die in de natuur voorkomt met een bepaalde chemische eigenschap (kristalvorm,
hardheid). De volgende indeling kan worden gemaakt:
, lOMoARcPSD|12798044
Stollingsgesteente: ontstaan door afkoeling en stolling van magma
Dieptegesteente: Langzaam stolling, grote kristallen, graniet mengsel van
mineralen.
Uitvloeiingsgesteenten: ontstaat bij vulkanisme. Over de hellingen waardoor door
de koude buitentemperatuur het snel afkoelt en gaat stollen. Basalt. Veel ijzer en
magnesium.
Ganggesteenten: is een tussenvorm. Afkoeling in de vulkanische gangenen. Kleine
kristallen met hier daar een grote, ansediet.
Sedimentgesteenten: ontstaat dor afzettingen van bijv. zand of klei in lagen
worden neergelegd en samengeperst. De volgende twee type:
Klastische sedimenten: zand en klei worden gesedimenteerd tot dikke lagen.
Chemische of Organische sedimenten: ontstaan door het neerslaan van mineralen in
een oplossing, of door opeenhoping van organisch materiaal.
Metamorf gesteente: langer tijd onder invloed van hoge druk en hoge temperatuur staat.
De samenstelling van het gesteente veranderd (dit gebeurt diep in aardkorst/aardmantel).
De hoofdtypen van gesteenten onder bepaalde omstandigheden kunnen onder bepaalde
omstandigheden overgaan in het andere type. Deze kringloop noem je de gesteentecyclus.
§3 Schuivende continenten
Na onderzoek op gesteente en het bestuderen van geologische processen kwamen ze tot de
volgende 2 conclusies:
1. Alle sedimenten worden in horizontale beddingen afgezet. Vinden we geplooide lagen
dan weten we dat ze door druk zijn gevormd.
2. Ligt een aantal sedimenten op elkaar dan is een sediment jonger dan de
onderliggende laag. Dit principe heet: superpositie.
Met behulp van dateringsmethoden en veel vergelijken van gesteenten over de hele wereld kon
men een geologische tijdschaal opstellen. Dat de oostkust van Zuid-Amerika en de westkust van
Afrika vroeger aan elkaar lagen is begin 20e eeuw nieuw leven in geblazen:
Flora en Fauna vertonen heel veel overeenkomsten.
Gesteenten sluiten op elkaar aan
Aanjagers van gelijktijdige vergletsjering
De VS bracht de oceaanbodem in kaart om te weten waar Russische onderzeeërs zouden kunnen
zitten. Nadat het beeld naar enkele jaren vrij was gegeven kwam men er achter dat er van noord
naar zuid een bergketen lag.
Met paleomagnetisme kan de richting van aardmagnetisch veld in oude
gesteenteformaties worden vastgesteld. Soms kan de magnetische Noordpool snel
veranderen van in de magnetische Zuidpool en andersom. Aan weerszijden van de
middenoceanische ruggen is hetzelfde patroon van ompolingen in het gestolde gesteente.
Tegenwoordig kunnen satellieten het wijken van de platen en het breder worden van de
oceanen meten. Daarmee is de theorie van Wegener bewezen, de platentektoniek.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thijshermans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.