VWO Economie Economische Modellen
Hoofdstuk 1
Conjunctuurschommelingen
conjuncturele werkloosheid → werkloosheid ontstaan door het teruglopen van de vraag
effectieve vraag = de totale bestedingen, bestaat uit de bestedingen gedaan door gezinnen,
bedrijven, overheid en buitenland
totale besteding < productiecapaciteit = onderbesteding
→ kenmerk van conjuncturele werkloosheid
totale besteding > productiecapaciteit = overbesteding
→ er ontstaat een tekort aan aanbod van goederen en de prijzen gaan omhoog, leidt dus tot
inflatie
bestedingsevenwicht = de bestedingen zijn gelijk aan de productiecapaciteit
bezettingsgraad → geeft weer welk deel van de productiecapaciteit wordt ingeschakeld voor
productie
bezettingsgraad = productie / productiecapaciteit x 100%
Onder conjunctuur verstaan we de schommelingen in
de bestedingen ten opzichte van de productiecapaciteit.
trendmatige groei = de ontwikkeling van de
productiecapaciteit, is berekend over een langere tijd
effectieve vraag = de golvende lijn
In een periode van toenemende bestedingen,
spreken we van een economisch herstel, het
nationaal product neemt dan toe en er kan overbesteding ontstaan.
Is er een daling van het nationaal product, dus is er sprake van een krimp, dan ontstaat er
een recessie. Dit kan leiden tot onderbesteding. Als een economische krimp zich over een
periode van jaren uitstrekt, is er sprake van een depressie.
Er zijn dus drie conjuncturele situaties:
1. onderbesteding
2. bestedingsevenwicht
3. overbesteding
Crisis
Kredietcrisis → economische crisis
gevolgen van het instorten van de amerikaanse huizenmarkt:
- Banken gaan failliet, geld lenen wordt moeilijker en er is minder te besteden, er wordt
minder geconsumeerd en minder geïnvesteerd, bestedingen dalen dus ook minder
productie wat leidt tot minder werkgelegenheid.
- Consumentenvertrouwen neemt af, ze gaan sparen ipv consumeren, productie en
werkgelegenheid dalen.
- Gaat slechter met banken, aandelenkoersen dalen, zo dalen ook de aandelenkoersen van
andere bedrijven, aandelenbezitters worden armer, consumentenvertrouwen wordt
aangetast en bestedingen dalen
, De vraagzijde
In de vorige paragraaf las je dat een land in een neerwaartse spiraal terecht kan komen,
maar vaak begint zo’n crisis aan de vraagkant van de economie. Als je kijkt naar de vraag
naar goederen en diensten, kun je de volgende vragens onderscheiden:
gezinnen/consumenten, ondernemingen, overheid en het buitenland. Bij de consumenten
ga je ervanuit dat zij dingen kopen, puur voor hun eigen behoefte en niet met als plan
verder te produceren. Bedrijven daarentegen kopen producten om verder te produceren.
De derde groep is de overheid. De overheidsbestedingen zijn in te delen in 2 groepen:
overheidsinvesteringen (zoals het aanleggen van kanalen, wegen, havens, ect) en
overheidsconsumptie (uitgaven aan bedrijven, zoals pennen, computers, maar ook de
salarissen van ambtenaren). Als laatste hebben we de vraag van het buitenland. Dit noemen
we export.
De aanbodzijde
Hoewel de oorzaak van crisis vaak aan de vraagzijde ligt, kan het ook aan de aanbodzijde
liggen. Er zijn dan problemen met het productieproces of met de productiekosten. Een
verandering in de omvang, de kwaliteit en de kosten van de productiefactoren kan een crisis
verzorgen. Als er door veranderingen in de aanbodzijde van de economie werkloosheid
ontstaat, is dat structurele werkloosheid.
Conjuncturele en structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid is werkloosheid die het gevolg is van een te lage effectieve
vraag ten opzichte van de productiecapaciteit. Dat is het geval bij laagconjunctuur. Deze
werkloosheid hoeft maar van korte duur te zijn. Als werkloosheid niet conjunctureel is, is
het structureel. Structurele werkloosheid is werkloosheid die wordt veroorzaakt door
veranderingen aan de aanbodzijde.
Hoofdstuk 2
Klassieken: loon = kosten
De klassieken heeft denkbeelden over hoe werkloosheid bestreden kan worden. Deze
theorie zegt dat dit makkelijk kan door de loonkosten te verlagen. Een bekende klassieke
econoom is Adam Smith. Hij beweerde dat door prijs- of marktmechanisme de economie
steeds in evenwicht zal komen. Hij sprak over ‘an invisible hand’ voor dat evenwicht. Ook de
arbeidsmarkt werkt in de visie van de klassieken het marktmechanisme. Je kunt deze
theorieën schematisch weergeven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thijshermans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.