ADHD
Aanhoudend patroon van inattention and/or hyperactiviteit hoger
dan gemiddeld
Symptomen
- Gebrek aan aandacht, aandacht ergens anders
- Niet kunnen reageren op instructies
- Hyperactiviteit
- Impulsiviteit (komt naar voren als ongeduldigheid)
- Problemen met executive functioning
- Geen lager IQ maar doordat aandachtstekort en
hyperactiviteit leidt tot frustratie, woede-uitbarstingen en
laag zelfbeeld worden academische prestaties verminderd
Diagnostische subtypes
1. Attention deficit hyperactivity disorder, predominantly
inattentive presentation
- Leiden het meest in termen van academische
prestaties
2. Attention deficit hyperactivity disorder, predominantly
hyperactive/impulsive presentation
- Leiden het meest door afwijzing van
leeftijdsgenoten
3. Combined presentation -> both inattentive presentation
and hyperactive/impulsive
Prevalence
- 5% bij kinderen en 2,5% bij volwassenen
- De helft bij diagnose in kindertijd draagt het mee naar
volwassenheid (vooral aandachtsproblemen later)
- In kindertijd meer jongens diagnose, in volwassenheid
geen verschil in sekse
- Comorbiditeit; ODD (oppositional defiant disorder) bij kinderen (25%) en conduct
disorder bij volwassenen (45%) met hoger risico op depressie, angst en
middelengebruik
Oorzaken
Biologische oorzaken
Genen
- Er is een 76% erfelijkheidsfactor (grootst onder psychische stoornissen)
- Abnormaliteiten in neurotransmitter systemen, tekort aan dopamine (wat voor
tekorten zorgt in inhiberend gedrag) en teveel serotonine (impulsiviteit)
- Gene-environment interaction (een hogere kans op ADHD wanneer blootgesteld aan
bepaalde omgevingsfactoren zoals nicotine en alcohol)
,Hersenen
- De hersenen van kinderen met ADHD zijn kleiner en ontwikkelen zich langzamer
- Minder volume in frontale cortex (executive functioning), basale ganglia
(hyperactiviteit) en cerebellum (choosing, initiating and carrying out complex motor
and cognitive responses) en minder GM. Cortex bereikt later pas piek dikte.
Prenatale factoren
- Nicotine en alcohol tijdens de zwangerschap
- Laag geboortegewicht, ademnood en geboorte verstikking
Psychologische factoren
Ouder-kind interacties
- Inconsistent en ineffectief ouderschap kan bijdragen aan de ontwikkeling van ADHD
maar is niet de enige oorzaak. Ouders hebben vaak ook ADHD. Belonen, versterken.
- Hyperactiviteit ontstaat wanneer een aanleg voor ADHD gepaard gaat met autoritaire
opvoedingsmethoden.
Theory of mind (TOM) tekorten
- De mogelijkheid om iemands eigen en de ander zijn mentale status te begrijpen
(kritiek is dat het tekort niet door TOM komt maar door tekorten in executive
functioning)
Behandeling
Psychostimulantia
- Hebben geen paradoxaal effect
- Meest gebruikte stimulantia zijn Ritalin, Dexedrine,
Cylert, and Adderall
- Deze zorgen door toename dopamine voor
verhoogde alertheid en arousal, verbeterde
aandacht, meer geconcentreerd, doelgerichter en
verminderde hyperactiviteit
- Strattera; Non-stimulerende medicatie die
norepinefrine (noradrenaline) opname inhiberen.
Vaak voorgeschreven bij volwassenen. Kan
ernstige bijwerkingen hebben zoals verhogen
suïcidale gedachten.
- Antidepressiva; vaak gebruikt omdat mensen met ADHD vaak ook depressie
hebben. Alleen gebruikt wanneer psychostimulantia niet werken.
- Clonidine; verlaagd agressief gedrag. Vaak in combinatie genomen met
psychostimulantia. Nadeel plotselinge dood.
- Combined (medicatie en gedragstherapie) en controlled medication management zijn
de beste behandelingen
- Gedragstherapie is op lange termijn beter dan medicatie
- Effecten op aandacht en leren zijn minder zeker dan op hyperactiviteit en impulsiviteit
- Op lange termijn geen verbeteringen
Bijwerkingen
- Verminderde eetlust, moeilijk in slaap komen, verhoogde hartslag en langzamere
lichamelijke groei
,Artikel
Wat zijn andere goede niet-farmacologische interventies?
Resultaten
- Preschoolers: Oudertraining
- School age: Group parent training programmes and classroom behavioral
interventions (door comorbide gedragsproblemen zoals opstandigheid,
ongehoorzaamheid en agressief gedrag)
- School age with severe impairments: Interventies zijn effectiever wanneer
gecombineerd met stimulante medicatie
- Middle school/adolescent: Multimodal interventions (sociale vaardigheid training)
(manifestaties beginnen te veranderen → hyperactiviteit minder zichtbaar, 50%
neemt ADHD uit kindertijd mee naar adolescentie, comorbide problemen zoals
antisociale persoonlijkheidskenmerken, depressie, angst en middelenmisbruik)
- Jongens meer behandelingen gericht op gedragsbeheersing en meisjes meer gericht
op sociale en stemmings aspect
- Volwassenen: Stimulante medicatie maar ook goede bewijzen voor CBT
Als kinderen ouder worden hebben ze andere behoeften en omstandigheden waardoor ze
misschien ook andere medicatie of behandelingen nodig hebben.
, Autistic spectrum disorder (ASD)
Parapluterm voor stoornissen met autistische kenmerken
Symptomen
- Vanaf 1-jarige leeftijd al zichtbaar dat een kind
problemen heeft in de ontwikkeling (teruggetrokken,
niet sociaal, problemen met vaardigheden leren en
ongeïnteresseerd in omgeving)
- Geen begrip van emoties of intenties van anderen
en universele desinteresse in de omgeving (falen
ontwikkeling TOM)
- 80% van mensen met diagnose hebben een IQ van
70 of lager
- Triad: Social impairments, communication
impairments and restricted repetitive behaviors
Prevalence
- 1% krijgt diagnose, 80% hiervan zijn jongens
Oorzaken
Biologische oorzaken
Genen
- Er is een 2-14% erfelijkheidsfactor, in sommige
tweelingstudies tot 90% erfelijkheid
- Er is niet een bepaald gen maar verschillende genetische invloeden, komt vaker voor
bij PKU en missing X syndrome
Neurotransmitters
- Lage levels neurotransmitters serotonine en dopamine (welke nodig zijn voor
effectieve cognitieve, gedrag en motor functioneren en mood regulation)
Perinatale factoren
- Maternale rubella (rode hond virus) en moederlijke bloedingen na eerste semester,
maar dit is niet duidelijk. Aangeboren en perinatale factoren zijn niet de oorzaak
Hersenen
- Afwijkingen in limbische structuren en cerebellum
- Neuronen in limbische systeem zijn onderontwikkeld en afwijkingen in cerebellum
zorgt voor problemen met motor vaardigheden
- Grotere hersenen en hersenkamers (voornamelijk the frontal, temporal regions and
the cerebellum - gebieden geassocieerd met language, social and emotion-based
abilities).
- De snelle groei van hersenen vindt plaats in de eerste jaren en na 4 jaar gaat de
groei opeens heel langzaam. GM niet in verhouding met WM.
- Abnormalities in a number of brain regions: frontale kwabben, limbisch systeem,
cerebellum en basale ganglia
- Slechtere communicatie tussen neuronen
- Gebrek aan TOM door verminderde activatie van de prefrontale cortex and amygdala
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Psychologiestudent22. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.94. You're not tied to anything after your purchase.