Samenvatting Duurzaam denken en handelen - Sociologie
28 views 0 purchase
Course
De Duurzame Verpleegkundige : Inleidend
Institution
Arteveldehogeschool (Artevelde)
Dit is de samenvatting van Sociologie van de module 'Duurzaam denken en handelen'.
5 hoofdstukken: Wat is Sociologie?, Cultuur, Structuur, Sociale ongelijkheid en stratificatie, Socialisatie.
(De studie van Mead over primaire socialisatie is niet samengevat)
Geslaagd met 17/20 in eerste zit.
Wat is Sociologie: inleiding
Socio-: samenleving -logie: wetenschap, studie van …
Sociologie: Wetenschappelijke bestudering van de interactie (benadert het
handelen vanuit sociale relaties) tussen personen en sociale eenheden, factoren
die de interactie bepalen, de gevolgen daarvan op menselijk gedrag.
Wetenschap: sociologie moet berusten op wetenschappelijk onderzoek.
Interactie: elk gedrag dat gericht is op anderen of beïnvloed wordt door
anderen. (Fysiek contact is niet noodzakelijk, handelen tussen mensen
onderling, op elkaar reageren, sociaal handelen.)
Gedrag: alle cognitieve, affectieve of dynamische uitingen van een
individu. De maatschappelijke context beïnvloedt menselijk gedrag via zijn
invloed op menselijke interacties.
o Voorbeeld: het effect van gezinsgrootte op de studieprestaties van
kinderen.
Basisvormen van interactie
Elke interactie leidt tot wederzijdse beïnvloeding van het doen of denken van de
betrokkenen.
1: Uitwisseling of sociale ruil: ‘de sociale ruiltheorie’. Gaat ervan uit dat
mensen slechts relaties, dus langdurige interacties aangaan als ze denken dat ze
daar voor zichzelf voordeel uit kunnen halen.
Die interactie wordt dus voorafgegaan door een soort kosten-batenanalyse. Enkel
als die analyse voor beide partijen gunstig lijkt uit de vallen, gaat de interactie
door.
Voorbeeld: als een vriend mij altijd belt voor problemen met haar PC, dan twijfel
ik toch wat ik aan die vriendschap heb.
2: Economische ruil: zowel de aard van de tegenprestatie als de termijn voor
het vervullen ervan worden vooraf bepaald.
3: Samenwerking: partijen hebben een gemeenschappelijk doel voor de ogen.
Wanneer verschillende mensen samenwerken aan een gemeenschappelijk
project, gaan ze vaak over tot een zekere taakverdeling.
Voorbeeld: ouders die in een gezin samen instaan voor het opvoeden, voor het
voorzien van inkomen en voor huishoudelijke taken. Er ontstaat een
taakverdeling.
4: Conflict: ontstaat wanneer er zich objectieve of subjectieve tegenstellingen
voordoen tussen de betrokken partijen als gevolg van de ongelijke verdeling van
schaarse elementen die zowel van materiële als immateriële aard kunnen zijn.
Voorbeeld: staking is een conflict, het kan gaan om een hoger loon( materieel
schaars element) of om meer inspraak in beleid (immaterieel schaars element).
Contextuele factoren die de interactie beïnvloeden
= kenmerken van de maatschappij, omgeving of van groeperingen waarbinnen
onze interacties plaatsgrijpen. (5 belangrijke kenmerken)
, 1: Demografische factoren: meetbare eigenschappen van een bevolking of
bevolkingsgroep en van de samenstelling ervan die het gedrag van mensen
kunnen bepalen en een maatschappij als geheel kunnen veranderen.
(Bevolkingspiramide, nationaliteit, burgerlijke staat, statistieken.)
Voorbeelden vergrijzing van bevolking: Er worden minder kinderen geboren,
ouderen worden steeds ouder. Hierdoor komt een grotere pensioenlast die hen
doet vrezen dat ze een lager pensioen zullen krijgen, waardoor ze doen aan
pensioensparen. Dat heeft een invloed op hun consumptie en dus op de
economische groei.
2: Ecologische factoren: klimatologische en geografische kenmerken van de
omgeving.
Klimatologische kenmerken: houden in hoe het klimaat ons gedrag kan
beïnvloeden.
Voorbeeld: In warme landen rond de Middellandse Zee valt het openbare leven
stil (siësta) tijdens hete middaguren.
Geografische kenmerken: houden in hoe aardrijkskundige kenmerken ons
gedrag beïnvloeden.
Voorbeeld: Vroeger vormden de Alpen een bijna onoverkomelijke barrière voor
communicatie tussen Zwitserse regio’s die aan beide zijden van dit gebergte
lagen waardoor de Zwitserse kantons een sterke bestuurlijke autonomie kregen.
3: Materiële factoren: grondstoffen, technologie en infrastructuur van een
maatschappij.
Vb. elektronische massamedia op microniveau: sinds de opkomst van TV en
internet brengen we onze vrije tijd steeds meer thuis door. Dit kan leiden tot
vereenzaming, maar het kan ons sociaal leven ook stimuleren.
Vb. elektronische massamedia op macroniveau: Global village: De TV
bracht westerse levensstijl, cultuur enz. tot in de meeste afgelegen dorpen op
aarde. Zo gaat de wereld steeds meer op 1 groot dorp lijken.
4: Economische factoren: factoren die in verband staan met productie,
distributie en consumptie van goederen.
Voorbeeld: Er is een hoge werkloosheid door economische recessie en
mondialisering jongeren gaan langer studeren als alternatief voor
werkloosheid en om eigen positie op de arbeidsmarkt te versterken.
5: Sociologische factoren: zijn zelf het resultaat van interactie tussen
personen of sociale eenheden, die op hun beurt nieuwe interactiepatronen
beïnvloeden.
Belangrijkste sociologische factoren: cultuur en structuur die in elke groepen
ontstaan. Ze hebben een blijvende invloed op alle verdere interacties.
Cultuur: verwijst naar wat mensen typeert, wat hen onderling verbindt
gemeenschappelijke kennis, verwachtingen, waarden en normen enz.
Structuur: verwijst naar de opbouw van de samenleving diverse groeperingen
van de maatschappij en de zeer verschillende posities die individuen daarin
innemen.
Sociologie – Cultuur
Wat is cultuur?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller serhatkl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.09. You're not tied to anything after your purchase.