Wijsbegeerte
Farmaceutische wetenschappen
1 Inleiding
1.1 Filosofie als denken over denken
- Eerst mythes; verhalen werden rondvertelt
-Daarna natuurfilosofie; goddelijke wezens vervangen door fysische verklaringen 1ste revolutie
àSpeculaties onderbouwen door kritische argumentatie en observaties
- Aristoteles ontwikkelde dominerend wereldbeeld (met steun v.d. kerk)
àDomineerde denken over natuur en hemel
-Aristotelische wereldbeeld werd verlaten; natuurfilosofie -> natuurwetenschap 2Van revolutie
àWiskunde en experimenten centraal
· Eerste orde denken = denken over de wereld of delen daarvan
· Tweede orde denken/ Meta-denken = denken over denken
-Veel onderdelen van filosofie vallen onder 2Van orde denken; vb. is het een goed argument,
welke eigenschappen maken dit een goed argument, …
-Aristoteles en Newton hielden zich hiermee bezig
· Logica
- Tot wat behoort het onderwerp van het argument
- wat maakt het argument goed, welke eigenschappen
· Wetenschap
- experimentele studie, natuurwetten
-m.b.v. wetenschappelijke methode verwerft men kennis over deel van werkelijkheid
- Wetenschapsfilosofie; denken over wetenschappelijke methode, haar
veronderstellingen en producten à *helpt inzicht te verwerven in de natuur,
veronderstellingen, mogelijkheden en beperkingen van wetenschap (pg. 3)
°karakterisering van Quinton = “filosofie is denken over denken”
àNiet volledig dus aanvulling;
Filosofie is rationeel denken, van een in of meer systematische aard, over:
1. De algemene aard van de wereld = metafysica/ zijnsleer
2. De rechtvaardiging van overtuigingen = epistemologie/ kennisleer
3. Het handelen in het leven = ethiek/ leer van waarden
Deze elementen bespreken we uitgebreid:
1. Metafysica
= Leer van de meest fundamentele en algemene kenmerken v.d. realiteit
Vb. opvattingen over bestaan, modaliteit, identiteit, soorten, causaliteit
- 'Voorbij de zintuigelijke waarneembare fenomenen’ vb. God is horlogemaker
-Meta- metafysica: is metafysische kennis überhaupt mogelijk +
mogelijkheidsvoorwaarden
2. EpistareMologie
1
,= leer van kennis met nadruk op de natuur, voorwaarden, bronnen en limieten van kennis
-algemeen aanvaard dat een gerechtvaardigde overtuiging dat iets waar is een
noodzakelijke voorwaarde is om te weten dat iets waar is à vb. geen muntje opgooien
- denken over de rechtvaardiging van overtuigingen = belangrijke component
- volgens Quinton is epistemologie ‘pars pro toto’ = deel voor geheel vb denken over denken
-verruimde definitie omvat Metacognitie= kennis over kennis
3. Ethiek
= leer van goed, slecht of beter handelen in het leven
-past niet goed in de eerste definitie van Quinton maar meta-ethiek wel;
Meta-ethiek = denken over ethisch denken of spreken
vb. zelfde connotatie bij versch. uitspraken
1.2 Waarom denken over wetenschappelijk denken?
- mensen slechter in logisch redeneren indien toepassingen abstract, arbitrair van overtrouw
à Beter indien betrekking op ‘sociale normen’ of ‘situaties waarbij fysieke schade vermeden
Moet worden’ ~ oefenen door studie van formele logica
- argument geldig als en slechts als het onmogelijk is dat de premissen (= uitgangspunten,
aannames) van het argument waar zijn terwijl conclusie onwaar is
~ Kan meer of minder plausibel zijn; voorbeelden:
1 Argument een
- Geen politiehond is gemeen
- Sommige zeer goed getrainde honden zijn gemeen
- Dus sommige zeer goed getrainde honden zijn geen politiehonden
Plausibele conclusie
2 Argument B
- Geen verslavend ding is goedkoop
- Sommige sigaretten zijn goedkoop
- Dus sommige verslavende dingen zijn geen sigaretten
3 Argument C
- Geen mannelijke miljonair is een vrouw
- Sommige rijke mensen zijn vrouwen
- Dus sommige miljonairs zijn geen rijke mensen
Implausibele conclusie
4 Argument D
- Geen voedzaam ding is goedkoop
- Sommige vitaminetabletten zijn niet voedzaam
- Dus sommige vitaminetabletten zijn niet voedzaam
- Laten ons vaak leiden door implausibiliteit à bias/ vooroordeel; misleidend en weg van
waarheid leiden
2
,- Studie formele logica à kennis van technieken waarmee argumenten correct geëvalueerd
kunnen worden
- m.b.v. wetenschapsfilosofie vooroordelen en misverstanden van wetenschap uit de
weg helpen à leven veel vooroordelen overal bv. Wetenschap is feitenkennis
- Eerst beter begrip hebben van wetenschappelijk redeneren, daarna meer inzicht*
Onderscheiden van pseudowetenschap (= niet-wetenschap dat zich voordoet als w.)
Doel: beter gewapend zijn om na te denken over vragen
·Wetenschapsfilosofie
-Vele wetenschappers staan kritisch tegenover wetenschapsfilosofie: Geert Feynman
à disanalogie: wetenschapsfilosofie even nuttig als ornithologie voor vogels
- wetenschapsfilosofie kan weldegelijk bijdragen aan wetenschap
Voorbeeld: taxonomische groepering gebaseerd op:
- Pheneticisme: observeerbare gelijkenissen
- Cladisme: monophyletische groep moet zijn (= gemeensch. vooroudersoort)
à Probleem: - elke soort deelt wel 1 eigenschap
- niet weten of gemeensch. Voorouder delen door enkel observeren
Door deze ontdekking (Cladisme) werd taxonomie zeer ‘theorie geladen’ onderdeel
2 Natuurfilosofie bij de Grieken
2.1 Mythe, mythologie en de-mythologisering
· Myth = verhaal over hoe iets dat betrekking heeft op de goden1, wereld2 van mens3 tot
stand gekomen is door handelingen die gesteld zijn door bijzondere wezens in de
oertijd
· Theogonie (van Hesiodus) de goden en onderlinge betrekkingen grote invloed op
ontstaan en aanschijn v.d. wereld
- verschillende versies van mythes d.m.v. orale traditie door barden
- verschillende versies van ‘Ilias en Odyssee’ te homogeniseren en op schrift te zetten
à Ontwikkeling van mythologie
-loop v.d. zesde eeuw oude mythes bekritiseren vb. Xenophanes en antropomorfisme NEE
- de de-antropomorfisme gaat gepaard met een de-mythologisering van verklaring
2.2 De vroege Griekse natuurfilosofen
2.2.1 Oerstof: water, het onbegrensde of lucht?
· Oerstof
- Griekse natuurfilosofen bieden andere verklaringen voor natuur en kosmos
- komaf met verklaringen door goden die gemotiveerd worden door liefde, woede, lust, …
- afstand van bovennatuurlijke verklaringen MAAR oertoestand van belang voor verklaringen
- “gehele werkelijkheid bestaat aanvankelijk uit oerstof”
1e Theorie Thales:
- oudste van de bekende filosofen uit Griekse oudheid (624-546 v. Chr.)
3
, - geloofd dat alles is voortgekomen uit Water
- Aristoteles: “hypothese onderbouwt door de observatie dat vloeibaar water cruciaal is
voor leven”
- Russel: “sluit goed aan bij moderne theorie; waterstof meest voorkomende element”
- Homerus’ mythes: “Oceanus en Thetys aan oorsprong van alles”
- Thales: aarde drijft op water, aarbevingen te wijten hieraan
- VRAAG Aristoteles: waarop steunt water?
2Van Theorie Anaximander:
- (610-546 v. Chr.) dacht aan onbepaalde toestand, het Onbegrensde/ Onbepaalde
- Daaruit ontstaan tegengestelde vb. warm/koud, droog/vochtig, …
à Volgens immanente rechtvaardigheid1 steeds in evenwicht gebracht
- Tegengestelde zijn begrensd anders zou één van hen de andere reeds vernietigd hebben
- Niet meer gesproken over goden en hun handelingen
- WEL over onbegrensde als oertoestand en over natuurlijke processen (onstaan, vergaan, …)
- vele theorieën waarin hij geloofden:
· geloof Multiversum = bestaan van oneindig veel werelden
· Aarde vorm van een cilinder; door observatie dat aarde ± vlak lijkt
· Aarde bevindt zich in het centrum, op gelijke afstand van uitersten daarom valt ze niet
3Van Theorie Anaximenes:
- van Milete (585-528 v. Chr.) duide lucht aan als oerstof
- oerstof dat zo min mogelijk bepaald maar wel concreet is
- dit is een kwantitatieve benadering van verschillen tussen dingen: verschillende
eigenschappen van dingen zijn terug te leiden tot verdunning/verdichting van
lucht
- geeft hiermee mechanisme weer achter processen en transformaties die terug te vinden
zijn in de natuur
SAMENVATTING:
- Eerste Griekse natuurfilosofen gaan op zoek naar natuurlijke verklaringen
voor natuurlijke fenomenen
- houden rekening met observaties en kritische argumentatie
- sommige punten reeds geanticipeerd op moderne natuurwetenschappelijke noties
en Theoriëen, ondergeschikt aan het belang van onderneming zelf
2.2.2 Oerprincipe: is alles in beweging of bestaat beweging niet eens?
Belangrijk twistpunt ‘de vraag of er iets verandert’
1 Immanent = wat hoort bij datgene waar je het over hebt en wat niet verder reikt dan datgene waar je het
over hebt; bijblijvend, aanklevend, …
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorvanthiel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.