Uitgebreide samenvatting van het vak Medische Beeldvorming 2, gebaseerd op al het studiemateriaal dat door de docent (Bacher) gegeven is. Deze samenvatting bevat ALLES wat je moet weten voor het examen! Inclusief tips over welke onderwerpen zeker in het examen zullen zitten, super handig dus!!
EXAMEN
- Open vragen met stellingen waar om een mening/ onderbouwing gevraagd wordt.
- Medische beeldvorming: theorie + praktijk + opdracht
Klaus.bacher@ugent.be
, 1. Medische beeldvorming Bacher
1.1 Herhaling medische beeldvorming 1
Intra-orale radiografie:
- Lage kVp-waarde (bv. <50 kVp): niet goed, te veel absorptie voor de patiënt dus te hoge dosis, te
weinig stralen op de detector
- Hoge kVp-waarde (bv. >70 kVp): meer strooistraling, contrast vermindert
Attinuatie-coëfficiënt: bij lage energieën is het verschil in attinuatiecoëfficiënt groot, waardoor de
intensiteit ook heel groot is. Bij hoge energieën is het verschil in attinuatiecoëfficiënt klein, waardoor de
intensiteit klein is: hierdoor zie je weinig contrast op je beeld.
Belichtingstijd is ongeveer 10 milliseconden bestralen.
Bewegingsartefacten als het voorwerp beweegt tijdens de opname
CBCT: hierbij heb je meer kVp, mA en belichtingstijd nodig.
Filtratie van X-stralen: aluminium plaatje op het einde van je collimator, hierop staat ook hoe dik het is.
Deze filtert de lage energieën die niet goed zijn, want zorgen voor absorptie.
Absorptie en verstrooiing (de patiënt is de verstrooiingsbron)
- Belang voor beeldvorming en radioprotectie
Afscherming
- Absorptie van x-stralen: loodschort
- Opletten voor correct gebruik bij patiënten
Beter settings afstellen i.p.v. loodschort
Opletten bij schildklierkraag bij een OPG —> kan zijn dat deze door de detector gedetecteerd wordt
waardoor niet alleen het beeld minder worden maar deze ook meer straling gaat afgeven
Strooistraling
- Comptoneffect
o Hoe groter de X-stralenintensiteit, hoe meer strooistraling
§ Lagere patiënt dosis = lagere personeelsdosis
o Hoe groter het bestraald volume, des te meer strooistraling
§ Gebruik collimatie
o Meer strooistraling → minder contrast
2
,Tandradiografie
- Fosforplaten
o Indirecte beeldvorming
o Laser-uitlezing
o Herbruikbaar
§ Bij veelvuldig gebruik: beschadiging van de buitenkant van het
detectorplaatje wat resulteert in krassen en artefacten in het
beeld hiervoor heb je dus een kwaliteitscontrole nodig
o Lage dosis
- CCD/ CMOS = interne technologie
o Directe beeldvorming
o Dikkere detector met kabel
o Herbruikbaar
§ Deze kunnen veel langer mee, meer robuust, kan meer aan: het gevoelige
gedeelte zit in plastic omhult, wel duurder
o Laagste dosis
o
1.2 Inleiding tot de 3D beeldvorming Vervorming van het beeld
OPG: Panoramic imaging (2D opname) t.g.v. positionering:
- Low dose, superposition of structures, ‘ghost images’, 2D
- OPG geeft lage dosissen (ongeveer 20-30 microsievert)
o Is gelijk aan enkele dagen natuurlijke achtergrondstraling, die 5-7
microsievert per dag bedraagt.
o Of is te vergelijken met vlucht van Brussel naar NY
o (Een intra-orale opname is ongeveer 5 mSv, dus als je hier 5/6/7
opnames moet maken is er al meer dosis dan OPG)
- Het geeft een overzichtsbeeld maar wel 2D, hierdoor zijn er superposities
van structuren waardoor bepaalde identificaties moeilijker verlopen
- De pt moet gepositioneerd worden in een houder de kwaliteit van het beeld
is zwaar onderhevig aan deze positionering
- Het minste van objecten zoals oorbellen in de opname zorgt ervoor dat er structuren
afgebeeld worden die er niet zijn
- Linear measurements problematic, correct position critical
o Vooral in specialisaties wil men meten, voornamelijk de botdikte voor implantaten
o Maar het uitvoeren van metingen op een OPG is problematisch.
o Daaraan gelinkt zit de positionering van de patiënt, dit is zeer kritisch omdat het
beeld anders gaat vervormen à is vooral essentieel in functie van opvolging
o OPG voor metingen en opvolging is niet ideaal, dan het best intra-orale foto’s
- Er is een wisselwerking tussen de gebruiker van het toestel en de klinisch fysicus
(controledienst 1x/3jr), want als jij de laserstralen volgt bij positioneren maar het apparaat
staat niet goed afgesteld of werkt niet meer goed, dan is jouw opname niet goed.
- AEC (Automatic Exposure Control): systeem pas zijn stralingsdosis/ intensiteit automatisch
aan afhankelijk van welk object/ densiteit de röntgenbundel gaat tegenkomen.
- Voordelen: Aanvaardbaar in kostprijs
- Nadelen: 2D beeldvorming & problematisch wat betreft metingen uitvoeren, zeker als je wilt
vergelijken tussen patiënten of bij een pt in functie van tijd, doordat een mispositie zorgt
voor vervorming.
3
, Computed tomography (CT)
- Fan beam set-up
- Transaxial slices, no superposition, better contrast, 3D
- Doel: we gaan een smalle waaiervormige bundel rondom de pt laten draaien
o Je gaat heel precies een opname krijgen in schijfjes wat een 3D beeld vormt. Je kan de pt
vanuit verschillende hoeken bekijken
o De bundelbreedte: als je een opname maakt van de pt dan gaan we aan de ene kant x-
stralen bundel laten draaien rond de pt (smal en waaiervorming) aan de andere kant van
de pt detectoren. Na 1 rotatie maakt de pc een opname van alle structuren op die plek,
deze heeft een bepaalde breedte. Daarna draait het apparaat opnieuw rond de pt om
een andere locatie. Al deze schijfjes samen vormen een zeer nauwkeurig beeld in 3D
o Grijswaarden zijn zeer belangrijk (hansfield unit waarde) —> geeft de samenstelling aan
van de structuur. De grijswaarde van dat stukje bot in de pt is zeer reproduceerbaar,
hierdoor goed op te volgen in functie van tijd.
o De CT kan afstanden zeer goed meten, is zeer reproduceerbaar. Elk puntje in een transversale coupe
o Kosten: het apparaat is heel duur, maar ook veel stralingsdosis: van een CT-scan is een ‘pixel’, als je
§ Intra-oraal: 5 micro sievert dat in 3D bekijkt wordt dat een
‘voxel’. En 3D wilt eigenlijk zeggen
§ OPG: 20-30 micro sievert
dat je rekening moet houden met
§ CT: 1000 micro sievert
breedte vd transaxiale coupe. Een
- Voordelen: geen superpositie, beter contrast, 3D beeld
perfect 3D-model is een waarbij de
- Nadeel: grote dosis voxels isotroop zijn = dezelfde
- Reconstructed data = hounsfield units afmetingen in alle mogelijke
richtingen. Dat is bij CT niet het geval
o
o De manier waarop CT-beelden worden weergegeven is de Hounsfield unit. Een
transversale coupe geeft een verdeling van grijswaarden weer, en elk van die
grijswaarden is terug te koppelen tot een getal = hounsfield waarde à deze is terug te
brengen tot de waarde van de attinuatie coëfficiënten van de x-stralen bundel op die wel
bepaalde plaats. Met je CT-scan meet je de attinuatie coëfficiënt van weefsel op die
plaats. Maar een CT-scanner schrijft in zijn beeld een hounsfield unit waarde weg: omdat
de attinuatie coëfficiënt van een bepaald materiaal was afhankelijk van het materiaal en
het energiespectrum van de rx-bundel (bij lagere energie had je hogere attinuatie
coëfficiënten dan bij hogere energie). De hoogspanningswaarde (kV-waarde) is dus van
groot belang en kan verschillen per apparaat hoe de bundel wordt gefilterd à om toch
eenzelfde beeld te krijgen met verschillende apparaten: hounsfield formule (gemeten
attinuatie coëfficiënt (U) verminderen met U van water, gedeeld door U van water
omdat deze ook energie-afhankelijk is)
§ U tissue= Attinuatie coëfficiënt van weefsel dat je aan het bestralen bent
§ U water= Attinuatie coëfficiënt van iets wat je ooit hebt gemeten/ standaard waarde
Waardes tussen
-1000 en +3000
o
§ Bv. att.co. van bot (wit) is veel groter dan water (grijs) en lucht (wit)
§ Hoe denser het bot, hoe hoger de coëfficiënt, hoe hoger de H
§ De grijswaarden die afgebeeld worden, hebben fysisch de betekenis van een
attinuatie coëfficiënt. DUS de attinuatiecoëfficiënt staat gelijk aan de
samenstelling en dichtheid die het weefsel/ materiaal heeft.
Soms is dit goed om te weten en op te volgen in functie van de tijd.
De grijswaarden worden gecorreleerd aan de hounsfield unit waarde.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller puckschoonen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $29.84. You're not tied to anything after your purchase.