Architecturale context - Vastgoed
Hoofdstuk 1: De Revolutionairen en het Neoclassicisme
In dit hoofdstuk leer je:
- Welke stijlen (barok, rococo, classicerende barok) vooraf gingen aan het
(neo-) classicisme, hoe je deze kan herkennen en wat enkele voorname
realisaties zijn uit deze periodes, met hun specifieke stijlkenmerken
- Hoe de maatschappelijke context (politiek, religieus, sociaal-economisch,
artistiek,…) in de 18de eeuw het denken over en de praktijk van de
architectuur bepaalt
- Welke stijlen (Romeins, Grieks-Helleens en Renaissance) de architectuur van
de revolutionairen en (neo-)classicisten beïnvloed hebben, hoe je deze
diverse stijlen kan herkennen en wat enkele voorname realisaties zijn uit deze
verschillende periodes met hun specifieke stijlkenmerken
- Hoe je het werk van de revolutionairen en het (neo-)classicisme kan
herkennen aan de hand van hun specifieke stijlkenmerken
- Enkele belangrijke ontwerpen en realisaties van de revolutionairen en het
(neo-)classicisme herkennen en situeren
- Enkele specifieke bouwtermen waarmee je vastgoed accuraat kan typeren en
beschrijven
ZIE PP VOOR TIJDSLIJN – VERSCHILLENDE STIJLEN KUNNEN SITUEREN IN
TIJD!
1. Barok (1600-1715)
- In beweging (asymmetrische)
- Eén synthetisch geheel van schilder-, beeldhouw- en bouwkunst
- Druk, breed theatraal
- Diagonalen, contrastwerking
- Verbonden aan tijdsgeest: 16de E
• => Rooms-Katholieken zagen leden dalen <-> aantal Protestanten
steeg
• Katholieken wilde mensen terughalen en lieten daarom imposante
architecturale gebouwen verrijzen
Stijlfiguren (HERKENNEN!) (vrije toepassing van Renaissance vormen)
- Zuilen met verdikte banden of geschroefd (Salamonische zuil)
- Doorbroken frontons
- Afwisseling segment- en driehoekige frontons
- Overmatig zware lijsten
1
,Specifieke barok elementen
- Sterk uitspringende delen en golvende lijnen (convexe en concave muren,
ellipsvormige grondplannen,…)
- Vol beeldhouwwerk dat het bouwkundig kader doorbreekt
- Golvende steunberen met voluten
- Cartouche en ronde of ovale Oeil-de-boeuf
Andere stijlfiguren
- Onstuimige vaart naar omhoog. Eerder opgaande lijnen dan horizontaal
evenwicht (Renaissance):
• Kolossale Orde (2 of meer bouwlagen)
• Koepels en torens
- Gebouw en omgeving als geheel uitgewerkt (vb.: trappen, galerijen,
pleinen, tuinen, parken)
ZIE PP – EXEMPLARISCHE GEBOUWEN (EN BENOEM STIJLFIGUREN)
2. Rococo (1715-1760)
Algemene kenmerken
- Optimistische opvattingen van het rationalisme: ‘bel esprit’
- Luchthartig, sierlijk, bekoorlijk leven, klatergoud
- Verfijnde, elegante wooncultuur
- Van plechtstatig en krachtig (Barok) naar speels en luchtig (Rococo)
- Ineenvloeien van architectuur met beeldhouwwerk, schilderkunst
- Grillig, idyllisch
Stijlfiguren
- Het ‘rocaille’motief:
• ontleend aan schelpen, ijspegels en rotswerk van grotdecoratie –
rocaillearabesken: abstracte vormen, symmetrisch over en rond
• architectonische lijsten gedrapeerd – kamschelp
- Sierlijk smeedwerk en houtsnijwerk
- Chinoiserieën1
- Helmvormig fronton
1 voorwerpen in het Chinees uitgebeeld
2
,3. Classicerende Barok
Algemene kenmerken
- Vooral in Frankrijk tijdens het Ancien Régime (vóór 1789)
- Afgemeten grootsheid, overzichtelijk, met zin voor maat
- Koepelkerken
- Vorstelijke paleizen
- Symmetrische Franse tuin
Stijlfiguren
- Kolossale Orde of 2 of 3 zuilenorden boven mekaar
- Symmetrie
1. Classicisme
Classicisme (18de eeuw)
- Periode van politieke stabiliteit (onder het ancien régime)
- Wordt weerspiegeld in een behoudsgezinde ‘classicistische’ architectuur
Neoclassicisme (19de eeuw)
- Meer de term neoclassicisme gebruiken dan classicisme
- Napoleontische Koninkrijk begin 19de eeuw: Neoclassicisme als uitdrukking
voor nationalistische en ideologische gevoelens
Verlichting
- 18de eeuw was eeuw van Verlichting van de Rede
- Bevordering wetenschap en intellectuele uitwisseling
- Bestrijden van bijgeloof en van rechtsmisbruik in kerk en staat
- Opkomen voor grondrechten
- Uittekenen van een betere wereld met hogere levensstandaard
Romantiek (18de en 19de eeuw)
- Tegenreactie op de Verlichting
- Op zoek naar nieuwe subjectieve ervaringen die oude godsbeeld moeten
vervangen (meer focus op onbekende, duister, mysterieuze, emotionele…)
- Herontdekking archeologische sites => meer wetenschappelijke interesse in
Helleense, Romeinse, Egyptische cultuur
3
, CONTEXT: Schilderkunst
- Ook hier wetenschap centraal
- Passie, emotie en persoonlijk ervaren sentiment centraal
- Sehnsucht (een soort van onbestemd verlangen) en “het sublieme” (de
beleving van het grootse en onbevattelijke) ontwikkelden zich tot centrale
begrippen
Ancien Régime: classicerende barok gaat over in classicisme
- De Oudheid als dwingende norm: herontdekking van de antieken
- Herneming 5 orden (zie afbeelding herkennen)
• 1) Toscaanse zuil
• 2) Dorische zuil
• 3) Ionische zuil
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller didierdeleeuw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.