The diversity and complexity of organizations and their activities is difficult to capture in a
single formal definition. -> As a result:
Multiple, contrary, conceptions of organizations exist, each one highlighting particular
features of organizations, but necessarily providing only partial and incomplete views
What did the authors want to make clear with their texts? How to apply these insights in
recent practice? What has changed over time? What is the use of theorizing on organizations
and power?
Het gaat niet over theorie tegenover praktijk in alledaagse taal, maar over:
- Geïnformeerde kennisclaims
- Verbreden van kennis
- Ons begrip verdiepen
- Conceptualisatie
- Vormen: verklarend, interpretatief, emancipatoir
Theorie: a set of interrelated constructs (concepts), definitions, and propositions that present
a systematic view of phenomena by specifying relations among variables, with the purpose
of explaining and predicting the phenomena (Kerlinger)
Sociale identiteit: iemands gevoel van wie hij is, gebaseerd op zijn groepslidmaatschap. Tajfel
stelde dat groepen waar mensen toe behoren een belangrijke bron is van trots en
eigenwaarde.
Grounded theory: complex iteratief proces, het onderzoek begint met de opkomst van
generatieve vragen die helpen het onderzoek te leiden maar die niet bedoeld zijn als statisch
of beperkend. Als de onderzoeker data begint te verzamelen, worden core theoretical
concepts geïdentificeerd. Voorlopige verbanden zijn ontwikkeld tussen de thereotische
concepten en data.
Wat is theorie? Paradigma, heuristisch, raam
De focus ligt niet zozeer op de efficientie en effectiviteit (of management middelen) maar op
het begrijpen, verstehen. Verschillende sociale scientific thema’s en methoden zijn nuttig,
inbedden van sociale phenomena en ontwikkeling is cruciaal. Verschillende definities, biases,
gezond verstand.
- “Organizations are social entities that are goal-oriented; are designed as deliberately
structured and coordinated activity systems, and are linked to the external
environment” (Daft, 2004)
- Organization is “a system of consciously coordinated personal activities or forces”
(Chester Barnard)
- Organizations are arenas of power where discursive struggles take place (Maguire &
Hardy, 2006)
, - Or authors deny the existence of ‘organizations’ and prefer to talk of processes of
‘organizing’ (Tsoukas & Chia, 2002)
The view we adopt in this course comes close to Baum and Rowley’s (2002)
College 2 (8/9) AGENCY STRUCTURE
Voorbeelden van stelen van je baas, iets meenemen wat eigendom is van je baas zonder dat
je door hebt dat het eigenlijk stelen is.
- Social construction of reailty (1967) boek wat werd geleerd aan studenten, erg
abstract en te ingewikkeld. Nu leren we het belangrijke hiervan
Structure: instituties, customs, rechten, ideologie, tradities, organisatorische instellingen,
macht hiërarchie, discourses, stelt frames van referenties voor sociale actie.
Agency: our engagement met de sociale wereld, onze betrokkenheid
Discourses:, spreken over bepaalde onderwerpen tegen bepaalde groep op bepaald niveau,
communicatieproces, eventueel meningsverschil
Structuur staat niet van ons af, we staan er midden in. We zijn structuren, agency, actors
alles door elkaar.
Duality
Two sides of a coin, sociale realiteiten zijn individueel en institutioneel, onze eigen levens
zijn ingebed in structuren en persoonlijke levenswerelden
Institutionalisation: het groeien naar instutities, hoe onze betrokkenheid leidt tot structuren
(externalisatie)
1. Habituation that’s how I do it (gewoontes, kring gesprek)
2. Reciprocal typification that’s how we do it (wederzijds, Tarzan & Jane)
3. Legitimation that’s why we do it (omdat ik het zeg)
4. Objectification that’s just the way it is (doe maar gewoon normal)
Groeit over in gewoontes, interacties worden vaste patronen na de sociale orde is uitgelegd
en gelegitimeerd. Uiteindelijk neem je het voor lief en zie je het als een doelstelling
Structure / agency: in het ziekenhuis heft iedereen een eigen afdeling of richting, je kan niet
zomaar van cast wisselen. Je kan wel praten met elkaar maar je kan niet veranderen van
cast. Assistent, arts, verpleegkundige, etc. verschil academisch niveau, je past je aan aan een
structuur.
Socialization / subjectification
Als we gesocialiseerd worden tot goede leden van de maatschappij, internaliseren we de
sociale wereld en maken het tot ons eigen. Er is een stem in je hoofd die je verteld wat goed
en fout is. Je doet wat je denkt dat men van je verwacht.
,From institution to actor: Socialization, hoe de structuur effect heeft op hoe jij je gedraagt.
1. Initiation by / imitatie van anderen dicht bij je
“They want me to be like this, I want to be like them”
2. Generalisatie
“They all want me to be like this”
3. Internalisatie
“This is really me” you think you’re original, but you used everything around you in
order to be who you are. Just borrowed from others.
Het geheel is meer dan de opsomming van de delen. Zonder individuele actie en agency,
zouden er geen structuren zijn. De structuur is te veranderen, maar het is wel heel
ingewikkeld en alle individuele actoren moeten mee helpen. Organisatorische
wetenschappers moeten weten dat dit is waarom organisatorische verandering zo
ingewikkeld is.
Society only has form, and that form only has effects on people, in so far as structure is
produced & reproduced in what people do – Anthony Giddens
Dialectics
Individuele acties en instellingen zijn wederzijds constituerend: sociale constructief van de
werkelijkheid is een wisselwerking tussen agency en structuur.
Agency-structure is een analytische onderscheiding, het bestaat niet maar we gebruiken het
theoritisch om zin te geven aan het sociale leven. Dus we kunnen het niet los van elkaar
vinden, enkel in combinatie
- Het is waarschijnlijk gelimiteerd te gebruiken, het is te abstract. Misschien is in
termen van cirkels en domeinen onderscheiden nuttig voor empirische analyses?
- Bredere maatschappelijke context, organisatorische setting, interacties en situaties,
iemands innerlijke wereld
- Manier om onszelf sensitief te maken? Wellicht nuttig om je te helpen
Zooming in & out
Als een psycholoog zoom je in, en als een sociologist zoom je uit en we moeten beiden doen.
, Het analytische kader zorgt dat wij micro en macro processen in sociale leven kunnen
evalueren. Micro actor-centered en macro context-sensitive.
Er is een golf tussen de geleefde ervaring van het organiseren en georganiseerd worden door
anderen, met onzekerheden en verwarring en de kleine, gezuiverde teksten op
organisatorisch gedrag – Fineman
Voorbeeld: Beth A. Bechky tekst Role-Based coordination in temporary organizations
Analyse naar tijdelijke organisaties, hoe kan het dat tijdelijke organisaties mogelijk zijn? Een
bepaalde soort orde of structuur die ze volgen, hoe hield dit stand in drie dagen of weken? -
- Argument die Beth geeft is dat tijdelijke organisaties niet kortstondig en onstabiel
zijn, maar continuïteit behouden door gestructureerde rolsystemen (filmopnames)
- Practices (agency): enthousiastic thanking (om conflicten te vermijden) , politie
admonishing (beleefd vragen), role-oriented joking (beleefd uitlachen)
- Structure: tussen organisationele carrière ontwikkeling (door de ervaring in de
opgebouwde carrière) en tijdelijke totale instituties (24/7 alles 100% geven)
Process, conflict, power
Sociale constructive van realiteit wordt verklaard als orde, maar het verwaarloost de
procesmatige, conflictueuze, gepolitiseerde dynamiek.
Plotselinge transformaties (Corona crisis) of meer geleidelijk radicale ontwikkelingen
(globalisering) zijn supra-individuele processen, zoals een sociale avalanche.
Dus kunnen we de wereld veranderen?
Karl Marx: mensen maken geschiedenis, maar niet zoals ze het zouden willen; ze maken het
niet onder zelfgeselecteerde omstandigheden maar de omstandigheden bestaan al. Gegeven
door het verleden. De traditie van de dode generaties weegt als een nachtmerrie (of
blessing) op de hersenen van de leefden.
(Discours of discours bij agency of structure)
Identity regulation, identity work bestaan er om
onderscheid te maken
Power
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorstrik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.95. You're not tied to anything after your purchase.