9.1 Jong geleerd, oud gedaan
Financiële levenscyclus
Human capital
Bekwaamheden die het resultaat zijn van opvoeding, onderwijs, training en ervaring.
Opbrengst: een investering in human capital vertaalt zich vrijwel altijd in een hoger
toekomstig inkomen.
Positieve externe effecten van het onderwijs: het kennisniveau van de samenleving neemt
toe, waardoor de welvaart in een land toeneemt (betere gezondheidszorg, technologische
verbeteringen).
9.2 Sparen en lenen
Intertemporele ruil
Het verplaatsen van koopkracht naar voren of naar achteren in de tijd.
Rente of interest: enkelvoudig en samengesteld
r=5% percentage
r=0,05 perunage
Voorbeeld: €15.000 spaargeld met 3,5% rente per jaar.
Enkelvoudige interest (1 jaar) 0,035 x 15.000 = €525 wordt aan rente behaald
Samengestelde interest (10 jaar) 15.000 x (1+0,035)10 = €21.158,98 saldo na 10 jaar
Nominale en reële rente
Nominale rente: de rente die met de geldgever overeen is gekomen (in euro’s of
percentages).
Reële rente: de nominale rente gecorrigeerd voor de verandering in het gemiddeld prijspeil.
index nominale rente
Index reële rente = x 100
index gemiddeld prijspeil
Voorbeeld: De nominale rente is 4% en het gemiddeld prijspeil stijgt met 2%.
104
x 100 = 101,96
102
Financiële levenscyclus
Human capital
Bekwaamheden die het resultaat zijn van opvoeding, onderwijs, training en ervaring.
Opbrengst: een investering in human capital vertaalt zich vrijwel altijd in een hoger
toekomstig inkomen.
Positieve externe effecten van het onderwijs: het kennisniveau van de samenleving neemt
toe, waardoor de welvaart in een land toeneemt (betere gezondheidszorg, technologische
verbeteringen).
9.2 Sparen en lenen
Intertemporele ruil
Het verplaatsen van koopkracht naar voren of naar achteren in de tijd.
Rente of interest: enkelvoudig en samengesteld
r=5% percentage
r=0,05 perunage
Voorbeeld: €15.000 spaargeld met 3,5% rente per jaar.
Enkelvoudige interest (1 jaar) 0,035 x 15.000 = €525 wordt aan rente behaald
Samengestelde interest (10 jaar) 15.000 x (1+0,035)10 = €21.158,98 saldo na 10 jaar
Nominale en reële rente
Nominale rente: de rente die met de geldgever overeen is gekomen (in euro’s of
percentages).
Reële rente: de nominale rente gecorrigeerd voor de verandering in het gemiddeld prijspeil.
index nominale rente
Index reële rente = x 100
index gemiddeld prijspeil
Voorbeeld: De nominale rente is 4% en het gemiddeld prijspeil stijgt met 2%.
104
x 100 = 101,96
102