100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biopsychologie Psychologie $6.96   Add to cart

Summary

Samenvatting Biopsychologie Psychologie

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Biopsychologie Psychologie

Preview 4 out of 40  pages

  • November 30, 2022
  • 40
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Biopsychologie - Psychologie
College 1
Fysiologisch niveau
Verband tussen fysiologie en
hersenen Ontogenetisch niveau
Gedrag of hersenstructuur zich ontw. in individu. Rol van genen, voeding en ervaring worden
meegenomen
Evolutionair
Hoe heeft het zich ontw.
Functioneel niveau
Waarom gedrag en hersenstructuur zich zo heeft ontw.

De buitenste laag van een cel is een Membraan
Hier kan niks doorheen behalve eiwitkanalen reguleren water, zuurstof, zout, natrium, clacium,
chloride en andere belangrijke voedingstoffen.

Cel
Nucleus (kern) – Structuur dat chromosomen bevat (bij elke dierencel)
Om de cel heel zit celmembraan
Mitochondriën – Voert metabolische acties uit
Ribosomen – eiwit moleculen samenvoegt

Motor neuronen
Zit in ruggenmerg en stuurt de spieren aan door axon
Sensory neuronen
Is voor een specifieke prikkel erg gevoelig (licht, geluid, gevoel, etc.)

Afferente– Naar de neuron
Efferente – Van de neuron af

Communicatie gaat via anderen neuronen
(interneuronen) Veel neuronen bij elkaar noemen we een
zenuw

Gliacellen
Astrocytes – Stervormige glia, bind zich om synapsen van axonen.
Hierdoor ontvangt hij ionen en neurotransmitters, helpt deze terug sturen dus synchroniseert de
stroom bij neuronen
Micro glia
Immuunsysteem, schoont virus en fungi van brein, verwijderen zwakste synapsen
Oligodendrocytes (Brein en ruggenmerg) & Schwann cells (Periphery van lichaam)
Ontw. myeline die sommige axonen omringen en isoleren
Radial glia
Leidt de verplaatsing van neuronen, axonen en dendrieten in embryonale ontwikkeling

Bloed-hersen barrière
Beschermt hersenen tegen virussen en bacteriën
Endotheelcellen (Cellen liggen heel dicht bij elkaar en vormen een muur)
Deze houden alle schadelijke stoffen buiten, maar ook goede.
Om toch stoffen binnen te laten ->
Actief transsport – Stoffen van bloed in brein pompen, Glucose, aminozuren, vitamine, ijzer, purine
Passief transsport –

,Neuronen hebben Glucose nodig om te blijven te functioneren, enige stof die bloedbrein barriere in
grote hoeveelheden kan betreden
Om glucose te gebruiken heeft het lichaam vitamine b1 nodig (thiamine) (Niet werkend bij Korsakov)
Lever produceert glucose

Elektriciteit van een cel
Electrical gradient (polarisatie)
Binnen een cel negatief t.o.v. buiten (resting potential) –
70mV Negatieve eiwitmoleculen in cel
Positief natriumionen buiten de cel
Celmembraan laat door:
- Zuurstof
- Co2
- Water
- Ureum
Natrium-kalium pomp (Om andere stoffen door te laten en de stroomlading te
veranderen) In rust
Veel kalium (potassium) ionen in de cel
Veel natrium (sodium) ionen buiten de
cel Constant natrium in en kalium uit
Cel = negatief geladen

Actie potentiaal verloop (bericht zending van een neuron) (altijd dezelfde sterkte)
Kalium poort open (weinig eFFect want verschil buiten cel is positief)
Natrium poort open (natrium wordt aangetrokken in de cel) -> cel wordt positief
Hierdoor kalium de cel uit
Veel natrium de cel in -> Cel wordt positief geladen
Kalium schiet er uit -> cel wordt weer negatief geladen

Nodes of Ranvier
Deze voorkomt dat er natrium in de baan kan waardoor de positieve lading nog sneller
voortbeweegt. Natrium duwt de volgende natrium.
Overgang van node naar node = Saltatory conduction

Als een actiepotentiaal is geweest kan er kort erna niet nog eentje plaatsvinden Refractory period
dus er is een éénrichtingsverkeer
Absolute refractory periode – Geen andere actiepotenitaal produceren
Relatieve refractory periode – Sterkere stimulus nodig voor actie poentiaal

Local neurons
Deze geven actiepotentiaal aan elkaar door




College 2 Synapsen
Sherrington eerste die de synapse ondekte bij het studeren van reflexen

Hij meette de afstand van huidreceptor tot aan spier en berekende de snelheid
15 m/s bij een reflex

,Normaal actie potentiaal is 40 m/s (de snelheid in een axon)
Dit komt door de synapsen die het minder snel laten verlopen

Temporal summation, Meerdere signalen kunnen opgeteld wel boven de drempelwaarde komen
Spatial summation – Dicht bij elkaar gelegen gebieden kunnen hun energie ook optellen
Presynaptic neuron – Die het signaal afgeeft
Postsynaptic neuron – waar het signaal ontvangen wordt
Excitatory postsynaptic potential – Bij niet genoeg stimulatie wordt depolarisatie weer normaal
Maar bij genoeg stimulatie wordt het volledig gedepolariseerd

Chemische synaps en de werking
1. Vorming en opslag van transmitters
Neurotransmitters worden gemaakt in het uiteinde van een axon
NO zit als enige niet opgeslagen in een zakje (Vesikels), Rest van neurotransmitters wel
2. Afgifte van neurotransmitters
Actiepotentiaal opent calcium kanalen
InFLux Ca2+ ionen in pre-synaptische cel
Afgifte van neurotransmitters]
3. Interactie met receptor
Ionotroop - snel
Metabotroop - langzaam
4. Loslaten van receptor
5. OpheFFen van de werking van neurotransmitter
Dit gebeurt wanneer een neurotransmitter niet meer nodig is en niet meer actief hoeft te zijn.
- Afbraak
Een chemische stof wordt opgebroken, de overgebleven stoffen worden weer gebruikt in het
lichaam (sommige worden weer als neurotransmitter opgenomen) -> reabsorptie
- Wegwassen
6. Activatie van autoreceptoren

Post-synaptische potentiaal
Graduele potentiaal
- Exciterende (verschl tussen buiten en binnen cel minder groot)
(EPSP) Na+ in de cel
- Inhiberende (Hyperpolarisatie (alleen bij graduele potentiaal niet bij actiepotentiaal),
verschil tussen binnen en buiten cel groter) (IPSP)
K+ Uit cel/CL- in de cel

Temporele en spatiële summatie
Bij de dendriet worden achter elkaar door signalen gegeven
- Bij dichtbijstaande signaalafgevers -> Ze zullen steeds sterker worden omdat het
signaal steeds versterkt wordn
- Bij verafstaande signaalafgevers -> Niet versterkt want bij het bijna uitdoven van signaal
2 wordt pas signaal 2 afgegeven
Meeste neuronen hebben een spontaneous firing rate -> EPSP versterkt, IPSP vermindert dat


2.2
Lang werd gedacht dat synapsen elektronisch werkte

Neurotransmitters die je moet kennen

, Neurotransmitters hebben meerdere functies
Aminozuren
- Glutamaat
- GABA
Monoamine
- Serotonine
- Dopamine
- Adrealine
- Noradrealine
Neuropeptiden (Worden zelf aangemaakt door het lichaam)
- Endorfine
- Oxytocine
- Substantie P
Acetylcholine
Purines
- ATP
- Adenosine
Gas
- NO (stikstofmonoxide)

Activatie van neurotransmitters
Actie potentiaal -> depolarisatie (positief worden) -> negatieve calcium in de terminal -> Exocytosis
(openbarsten van neurotransmitters in de presynaptic neuron)
Neuronen stimuleren meer dan 1 transmitter, soms tegelijk

Vormen van Transmitters
- Neurotransmitters
- Neuromodulatoren
Kunnen zich verspreiden over een groter gebied en meer neuronen beïnvloeden
Langduriger eFFect t.o.v. neurotransmitters, maar duurt ook langer tot activatie
- Neurohormonen
Worden afgegeven en endocriene klieren
Werkt vrij lokaal – signaal gaat van a naar b met een ‘kabel’
Afgegeven -> Verspreid -> Opname door specifieke
receptoren Kan soms ook als neuromodulator of
neurotransmitter werken

Inotrope eFFecten (snel)
Snelle directe eFFecten
Vrijwel altijd glutamaat
Metabotrobe eFFecten
Indirect langere eFFecten
Glutamaat, GABA, dopamine, veel verschillende stoffen voor deze reactie
Wanneer neurotransmitter receptor koppelt, buigt de receptor -> andere kant komt G eiwit vrij ->
Verhoogde concentratie van second messenger

Neuropeptide (neuromodulators)
Worden losgelaten in dendrieten of cellichaam

Agonist
Doet tegenovergestelde als een
neuron Neuro = activatie
Agonist = (tegenovergestelde) Inhibitie en vice versa

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller florinenevels. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96
  • (0)
  Add to cart