Statistiek I - Psychologie
DEEL 1: BESCHRIJVENDE STATISTIEK
STEEKPROEF
Hoofdstuk 2 en 3
Outliers!
Meetniveau!
Klassen
(interval)
Optelling (ordinaal)
:n
(interval)
(ordinaal)
Hoofdstuk 4
1
,UNIVARIATE (1 VARIABELE)
Hoofdstuk 2: visualiseren van data
Data overzichtelijker maken:
(1) Cirkeldiagram ( pie() )
• Voornamelijk nominaal meetniveau
• Absolute frequenties ( table() )
- Absolute frequentie van x is het aantal keer dat de waarde x in de steekproef
voorkomt
- Bv. het aantal mannen en vrouwen in een steekproef (variabele: geslacht)
• Absolute frequentieverdeling
- De absolute frequentieverdeling van X is een tabel met twee rijen waar de eerste rij
de mogelijke waarden van X weergeeft en de tweede rij de overeenkomstige absolute
frequenties.
- De steekproefgrootte (mannen + vrouwen) = aantal elementen in de steekproef
• Relatieve frequenties
- De relatieve frequentie van x is de absolute frequentie gedeeld door de
steekproefgrootte n
(2) Staafdiagram ( barplot() )
• Voornamelijk voor variabelen van nominaal of ordinaal meetniveau
• Relatieve frequenties waarbij de hoogte gelijk is aan de relatieve frequentie (breedte
vrij te kiezen zolang even breed, afstand tussen de rechthoeken moet dezelfde zijn)
• Kan ook adhv absolute frequenties
2
, (3) Histogram ( hist() )
• Histogram = data groeperen > klassen ( cut() ) of intervallen
• Gebruikersafhankelijk
• Gegroepeerde frequentieverdeling
- van een variabele X is een tabel met twee kolommen waar de eerste kolom de
klassen van X weergeeft en de tweede de overeenkomstige frequenties
• Klassenbreedte = b – a
• Relatieve frequenties = absolute frequenties : n
• Oppervlakte van de rechthoek = relatieve frequentie
• Hoogte rechthoek = relatieve frequentie : de breedte
• Aantal klassen bepalen volgens vuistregel =
Scheve verdeling:
Verschillen tussen staafdiagram en histogram:
• Bij een histogram raken de rechthoeken elkaar en kunnen de breedtes van rechthoeken verschillen
• Een staafdiagram wordt vooral gebruikt voor ordinale en nominale variabelen (omdat ze vaak
een beperkt aantal waarden hebben)
• Een histogram wordt vaak gebruikt voor interval- ratioschaal variabelen (door groot aantal waarden)
(4) Cumulatieve frequentiecurve
3
, Ongegroepeerde data
• Cumulatieve absolute frequentie F(x) = absolute frequenties optellen
• Cumulatieve relatieve frequentie ( ecdf () + plot () ) = relatieve frequenties optellen
• Cumulatieve frequenties ( cumsum() ) = “het aantal personen weergeven die
een bepaalde leeftijd hebben of jonger zijn”
• Cumulatieve frequentie van de oudste persoon = n
Gegroepeerde data
• Groepen leidt tot informatieverlies > rekenregel
• Cumulatieve absolute frequentie = aantal elementen in die klasse + het aantal
elementen in de lagere klassen
• Cumulatieve absolute gegroepeerde frequentieverdeling = de klassen weergeven +
de overeenkomstige cumulatieve absolute frequenties
• Rekenregel om cumulatieve frequentie te berekenen van een waarde die in een
interval ligt:
- Kijken wat de absolute frequentie is van de vorige klasse (35-40) = 71
- Kijken hoeveel waarden er liggen huidige interval (40-50) = 10 dus werken met
een breuk op 10 (hier 43, dus 3/10)
- Kijken hoeveel verschil er zit tussen cumulatieve frequentie eerste klasse en
tweede klasse 79 – 71 = 8
Hoofdstuk 3: samenvatten van data
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmadegroot01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.