- 2 stromingen: Naturalisme en constructivisme
• Ontologie: wat is, leer van zijn
• Epismotologie: wat, kennisleer
• Methodologie: hoe
- Complementaire: iemand die vindt dat naturalisme en
constructivisme complementair is
- Bouwstenen: Ze hebben het gebruik van theorievorming (ideeën over hoe
de werkelijkheid in elkaar zit) en empirie (zintuigelijke
observatie/waarneming) gemeenschappelijk
Illustratie 1 PPT 11
• Verband tussen etnische achtergrond en criminaliteit
o Vroeger was dit taboe
• Wat zegt de studie?
o Studie van San & Leerkes
o Het aantal verdachten kan te maken hebben van het gedrag (discriminatie)
door politieagenten
1. Discriminatie verklaringen: De belangrijkste nuances is van VERDACHTEN
geen veroordeelden
2. Socio-economische verklaringen: Rekening houden met de
sociaaleconomische verhouding > in armoede leven kan een push geven.
3. Culturele verklaring
o Er is een statistisch verband maar je mag dat verband nooit causaal
gaan interpreteren. > Nuanceren
ILLUSTRIE 2 PPT 14
• Selectie-effect veeleer dan een beïnvloedingsaspect
• Niet meegenomen van individuele cognitieve vaardigheden
ILLUSTRATIE 3 PPT 16
• Thema criminaliteit
• New York criminaliteit jaren ’90 > broken windows theorie -> Zero tolerance principe
(nultolerantie)
o Eerste misstap wordt direct gesanctioneerd > bij het minste kwaad ingrijpen
➔ Bv. Naast zebrapad stappen = direct boete
1
, o Terecht?
• Dalende rode lijn voor Guilliani aan de macht was
• In LA was er geen broken windows theorie en er was toch een daling.
• Er is overal een daling niet alleen in NY, zelfs het nationaal gemiddelde daalt.
• Abortuswetgeving: vaak kregen in de US alleenstaande vrouwen ongewenste
kinderen, die leefde in slechte omstandigheden en de enige manier om aan
geld te geraken was door de criminele weg. Door de minderstreng maken
van de abortuswetgeving werden die niet geboren.
• Guilliani zei dat het door zijn leiding/beleid was. Maar ligt het beleid van
Guilliani aan de oorzaak van de daad of hangt ze er gewoon mee samen?
o 3 voorwaarden van causaliteit (PPT 25)
1. Verband tussen 2 variabelen
2. Ene gaat vooraf aan de andere: Tijdvolgorde
3. Relatie mag geen gevolg van of meebepaald worden dior
andere variabelen.
ILLUSTRATIE 4
• Fransman is op Erasmus gegaan in Chicaco en merkte op dat racisme meer diversere
vormen aannam dan in Frankrijk; Hij is geïnteresseerd in de zwarte gemeenschap
“de ghetto”. Hij gaat in een bok club en leert die jongens kennen en vormt zich een
beeld van hun leven, vanaf hun geboorte krijgen ze al geen kansen.
• Doorprikken stereotypen zwarten
o Daar merkte hij op dat ze zich wel aan de regels hielden
Bouwstenen en soorten sociaal onderzoek
INLEIDING
• Productie van betrouwbare en geldige kennis
Voorbeeld: klimaatopwarming PPT 3/4
• Wetenschappers lijken mekaar tegen te spreken
> Steun van wetenschappers om hun kracht bij te zetten
• > eis van stringente methodologie
1. Observatie
o We stellen statistisch vast …
2. Verklaringen
2
,Bouwstenen
Einde van de les 4 concepten: essentiële bouwstenen
1. Theorie
2. Empirie: systematisch observeren, systematisch waarnemen hoe de werkelijkheid
in elkaar zit
+ 2 processen “cement”
1. Inductie: de wijze waarop je van waarnemingen op theorieën komt
2. Deductie: vanuit theorie een aantal hypotheses naar voren brengt en kijken of
die kloppen
➔ Vormen samen: cyclus van empirisch onderzoek
Theorie (1)
= samenhangen geheel van uitspraken die beschrijven en verklaren
• Antwoord op de 3 basisvragen “wat waar waarom
• Voorspellen? > Sociale wetenschappers
• Kenmerken
1. Consistent: je gaat concepten gebruiken
2. Empirisch toetsbaar: de dingen die we vertellen moeten we kunnen waarnemen
3. Veralgemeenbaar: een theorie heeft een zekere mate van
veralgemeenbaarheid PPT 8: rode draad doorheen de 4 foto’s:
JDC-S Model van Robert Karasek
▪ Gebruikt 3 concepten
1. Job demand, control, Support
2. Hoe hoger de eisen van de job, hoe hoger de kans op stress
3. De mate waarin je overeenkomt met uw collega’s, de mate waarin je steunt
ervaart van uw chef/ Collega’s
➔ SCHEMATISCH: De figuur: verbanden zitten hierin vervat $
• Op elke as zie je een concept (x-as job eisen, y-as mate van autonomie, Z-as de
mate waarin je ondersteunt wordt of niet)
• Gevaar: hoge eisen maar weinig controle over de wijze waarop hij zijn job invult
> Het leidt alleen tot stress als ze weinig controle hebben, veel controle = healthy
work
• Geld dit schema ook voor handenarbeiders?
▪ Toepassing VOLVO: 1X worden de banden een half uurtje plat gelegd om een survey af
te nemen bij de arbeiders. De mensen werken in teams. Hun werk varieert > betere
3
, werktevredenheid. Volvo werkte met 3 ploegen: ochtend en nachtploegen werkte goed,
middagploeg niet
➔ Link met Karasek:
1. Het zou te maken hebben met support (gebrek eraan)
2. De sfeer in de teams
Soorten theorieën
• Formele theorie
• Grand theories - Mills
o Hoog abstractieniveau
• Middle range theorie - Merton> Karasek
o Makkelijk hypothese uit af te leiden
o Domein-specifiek
o < Makkelijk om hypotheses uit af te leiden
o Belangrijkste theorie
Empirie (2)
= het zintuigelijke ervaren van de wereld rondom ons
• Probeert de waarneming onafhankelijk te maken van de waarnemer
• De inwisselbaarheid kennende subject= of ik kijk of iemand, het moet
hetzelfde blijven
Voorbeeld foto jongen PPT 15: sommige kan je observeren, andere vergen heel wat kennis
over de context
Voorbeeld feilloos PPT 16 waarnemen: (dambord) A & B zijn even donker
Inductie en deductie
Theorie > empirie = deductie
• Hypothetisch deductieve manier
• Uit algemene regel waarnemen afleiden
• Bv alle zwanen zijn wit > waarnemen
Empirie >theorie = inductie
• Wat je observeert probeer je patronen te vinden, en op basis van die observaties
ga je naar het algemene
• Uit waarnemingen algemene regel distilleren
• Bv. Waarneming > alle zwanen zijn wit
De empirische cyclus van wetenschappelijk onderzoek
Zie ppt 21
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmadegroot01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.30. You're not tied to anything after your purchase.