100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Fysiologie Psychologie $5.43   Add to cart

Summary

Samenvatting Fysiologie Psychologie

 33 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Fysiologie Psychologie

Preview 4 out of 64  pages

  • November 30, 2022
  • 64
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Fysiologie - Psychologie
Hst 1: algemene inleiding

1. Situering van fysiologie als wetenschap
Anatomie bestudeert structuur en fysiologie functie/werking van levende
organismen
• Anatomie (‘opensnijden’)
o De studie van inwendige en uitwendige structuren en de fysieke relaties tussen lichaamsdelen
o Fysiologische mechanismen kunnen uitsluitend worden verklaard obv de
achterliggende anatomie
o Macroscopisch/microscopisch
• Fysiologie: physis (natuur) + logos (studie)
o Fysiologie (levende natuur) vs fysica (levenloos)
o Fysiologie (lichamelijk) vs psychologie (geestelijk)
o Fysiologie (functie) vs anatomie (vorm)
o De leer van het functioneren van de anatomische structuren
• ! Alle fysiologische functies worden door anatomische structuren uitgevoerd. Deze functies volgen
de wetenschap uit de natuurwetenschappen die voor de wereld als geheel gelden !
• Soorten fysiologie (volgens organisme)
o Plantenfysiologie
o Vergelijkende fysiologie (dieren/mens)
o Patho(logische)- fysiologie
o …

Moderne fysiologie is ontstaan in de 19de eeuw
• Grieken: Erasistratus, Galenus, Aristoteles
o Aristoteles: dacht dat het brein diende om de passies van het hart te temperen
o Galenus: het brein ligt te ver van het hart; studie van de hersenen
• 16de-17de eeuw:
o Vesalius: moderne anatomie
o William harvey: werking bloedsomloop
• Grondlegger moderne fysiologie = CLAUDE BERNARD (1813-1878)
o Functie van lever, alvleesklier, glycogeen
o ‘milieu interieur’
o Fysiologische onderzoeksmethodes
▪ -> om de functie van iets te ontdekken haal je het weg = vivisectie


2. Gedragsneurowetenschap
• Biologische of fysiologische psychologie
• Fysiologie van gedrag
• Materialistische en monisme visie (i.t.t. dualisme)
o De geest en elk aspect van gedrag verklaren via moleculen, werking zenuwstelsel, hormonen,

o Beperkt door huidige status van kennis over hersenen,…
• Dualisme
o Geest en lichaam zijn gescheiden
• Monisme

, o Alles in het universum bestaat uit materie en energie; de geest is een
fenomeen geproduceerd door de werking van het zenuwstelsel

Historiek van gedragsneurowetenschappen
• Grieken: hart of hersenen?
o Vroeger: emoties ontstaan in het hart
• Descartes:
o Reflexen: reacties op uitwendige stimuli via zenuwstelsel
o Dualist: pijnappelklier (H) als contact tussen lichaam en geest
▪ De link tussen de menselijke geest en het puur fysieke van het lichaam is het brein
▪ De geest heeft controle over de bewegingen van het lichaam; terwijl het lichaam
(via de organen), de geest van informatie voorziet over wat er gebeurt in de
omgeving
▪ -> in de pijnappelklier
o We zijn mechanisch en worden beïnvloed door omgevingsfactoren
o Het brein bevat holle kamers die gevuld zijn met vloeistof -> onderdruk
▪ Actie uitvoeren: pijnappelklier zorgt ervoor dat de vloeistof van in het brein naar
de gepaste zenuwen gaat -> contractie van de spieren
o Sommige bewegingen van het lichaam zijn automatisch en onvrijwillig
▪ -> vereisen geen participatie van het brein, ze doen zich automatisch voor
▪ Reflexen
▪ Energie die komt van een ‘omgevingsbron’ zou gereflecteerd worden door
het zenuwstelsel, richting de spieren, die dan contracties vertonen
• Galvani: elektrische prikkels
o Elektrische ontlading van materialen
o Een zenuw veroorzaakt contractie in de spier aan welke de zenuw vast hangt
o <-> Descartes: het brein zorgt er niet voor dat spieren bewegen door druk van vloeistof
door de zenuwen
• Müller: doctrine van specifieke zenuwenergie
o Experimentele technieken van fysiologie
o Hij observeerde dat desondanks alle zenuwen hetzelfde basisbericht hebben (een
elektrische impuls), we de berichten verschillende zenuwen op verschillende manieren
waarnemen
o -> omdat de berichten zich in verschillende kanalen voordoen
• Flourens: experimentele ablatie
o Verschillende regio’s in de hersenen van dieren weghalen of beschadigen
o Mensen: na dood naar de hersenen kijken
o Verwijderde verscheidene delen van de hersenen van dieren om op die manier te
observeren wat ze erna niet meer konden -> zo de functie van het weggenomen deel
ontdekken
• Gedrag: processen, structuren in het lichaam -> niet langer dualisme


3. Het leven kan op verschillende organisatieniveaus
onderzocht worden

, lOMoARcPSD|16072111




• Chemische organisatieniveau
o Atomen die samen moleculen vormen – de functie van een molecule wordt door
zijn gespecialiseerde vorm gedefinieerd
• Celniveau
o Moleculen vertonen interactie zodat grotere structuren ontstaan
o Elke structuur heeft een specifieke functie in een cel
o Cellulaire organisatieniveau
• Weefselniveau
o Bestaat uit gelijke cellen die samenwerken om een specifieke functie uit te voeren
o Hartspiercellen -> hartspierweefsel
• Orgaanniveau
o Twee of meer verschillende weefsels werken samen om een specifieke functie uit te voeren
o Bv hard: wanden: lagen hartspierweefsel e.a.
• Orgaanstelselniveau
o Organen werken samen in orgaanstelsels
o Bv hard: wanneer het hart samentrekt, wordt bloed in een netwerk van bloedvaten gepompt
-> hart + bloed + bloedvaten = bloedvatenstelsel
• Organismeniveau
o Alle orgaanstelsel in het lichaam -> leven en gezondheid in stand houden

Het menselijk lichaam bestaat uit 11 orgaanstelsels
• De huid
• Het beenderstelsel
• Het spierstelsel
• Het zenuwstelsel
• Het endocriene stelsel
• Het cardiovasculaire stelsel
• Het lymfestelsel
• Het ademhalingsstelsel
• Het spijsverteringsstelsel
• Het urinaire stelsel
• Het voorplantingsstelsel



Biochemie: cellen maken gebruik van 5 soorten basismoleculen
• Cellen bestaan (vooral) uit water (H2O) en koolstofhoudende (organische) moleculen:
o Enkelvoudig – complex
▪ Suikers – koolhydraten: bv glucose als brandstof
▪ Vetzuren – vetten: bv plasmamembraan
▪ Aminozuren – eiwitten: bv enzymen, hormonen, structuureiwitten
▪ Nucleotiden – DNA/RNA
▪ Energierijke fosfaten

, lOMoARcPSD|16072111




Eiwitstructuur is gebaseerd op DNA-code
• Grote polypeptidenketens
• Unieke sequentie van 20 aminozuren
• Eiwitten! -> structuur is zodanig variabel dat er oneindig veel mogelijkheden zijn om structuren
te maken
• Gen bepaalt unieke volgorde van je eiwit in driedimensionale structuur

Eiwitten kunnen o.a. enzymes, transporters, hormonen, antilichamen,
structuureiwitten,… zijn
• Specifieke 3-dimensionele structuur van eiwitten
o Bv: maakt enzyme specifiek voor unieke substraten
o Gen geeft informatie over hoe een te maken
o Enzym is in staat om twee andere moleculen aan elkaar te hangen -> deze twee
passen dan ook in elkaar -> vormen andere molecule
o Heel uniek




Van genen naar functionele eiwitten in meercellige organism en
• DNA (~23.000 genen) -> RNA -> eiwitten (>100.000 eiwitten)
• Differentiatie = is het specialisatieproces waarbij cellen het mogen verliezen om epaalde eiwitten te
b vormen, zodat de functionele vermogens van de cellen steeds verder worden erkt
bep
▪ Verschillen ontstaan doordat telkens een andere groep genen is uitgeschakeld
▪ Gen geïnactiveerd: verlies vermogen om bep eiwit te vormen en niet in staat
functies te verrichten
o Naarmate meer genen worden uitgeschakeld, worden de functies van een cel verder
beperkt en gespecialiseerd

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmadegroot01. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.43  1x  sold
  • (0)
  Add to cart