Samenvatting van hoofdstuk 8 t/m 17, consumentengedrag: de basis van Weber. Uitermate geschikt voor tweedejaars studenten van de opleiding commerciële economie aan de Haagse Hogeschool. Samenvatting van de tentamenstof voor het vak consumentengedrag 2.3.
Hoofdstuk 8: de consument als groepslid van het gezin
De definitie van het gezin luidt als volgt: twee of meer personen die en specifiek
relatie hebben (familie, huwelijk/samenwonend, adoptie enzovoort) en die bij elkaar
wonen. In de westerse cultuur zijn er drie hoofdvormen van het gezin: het
gehuwde of samenwonende echtpaar zonder kinderen, het gezin met een of meer
kinderen en het uitgebreide gezin (ouders wonen in bij hun kind).
Er zijn vier basisfuncties die een gezin kan vervullen, namelijk: het beiden van
economische zekerheid, het bieden van emotionele geborgenheid, het aanleren van
levensstijl en socialisatie als consument.
Socialisatie als consument kan als volgt worden omschreven: het proces waarin
kinderen de kennis, vaardigheid en houding opdoen die het hen mogelijk maakt om
als een zelfstandige consument te functioneren. Hierbij kunnen de kinderen
beïnvloed worden door het gezin waarin zij leven of de vriendenkring waarmee zij
omgaan.
In een gezin kan er sprake zijn van de volgende consumptie rollen:
1� Beïnvloeder: gezinslid dat de overige leden informeert over goederen,
diensten en merken.
2� Filter: gezinslid dat controle heeft over informatie inzake goederen, diensten
en merken.
3� Beslisser: degene in het gezin die de doorslag geeft over de aankoop.
4� Koper: degene in het gezin die daadwerkelijk de aankoop verricht.
5� Betaler: degene in het gezin die de aankoop afrekent.
6� Constructeur/Bereider: degene die de gekochte goederen geschikt maakt voor
consumptie.
7� Gebruiker: degene die het consumptiegoed na aankoop gebruikt.
8� Reparateur: degene in het gezin die de kapotte goederen herstelt.
9� Afdanker: degene in het gezin die het initiatief neemt om gebruikte goederen
af te danken.
De gezinslevenscyclus geeft de aantal stadia in het bestaan van het gezin c.q. van
het huishouden weer. Deze cyclus ziet er als volgt uit: (voor uitgebreide omschrijving
van de cyclus H8 bladzijde 177)
1. Vrijgezel, niet bij de ouders wonend.
2. Pasgetrouwd, jong, geen kinderen.
3. Gezin met kind jonger dan zes jaar.
4. Gezin met oudere kinderen: het jongste kind jonger dan zes jaar.
5. Gezin met kinderen van acht tot achttien jaar.
6. Kinderen zijn het huis uit.
7. Op leeftijd, al of niet met pensioen.
Hoofdstuk 9: referentiegroepen
Een referentiegroep is een feitelijke of denkbeeldige groep (het kan ook een
persoon zijn) die een sterke invloed uitoefent op onze gevoelens, kennis en gedrag.
Referentiegroepen kunnen we onderscheiden in:
1. Normatief: een groep die de algemene waarden van een persoon of diens hele
manier van doen beïnvloedt. Voor het kind is het gezin zo’n groep.
, 2. Comparatief: een groep die invloed uitoefent op specifieke waarden of op
specifiek gedrag. (VB: een bekende voetballer heeft Nike schoenen, dus de
jongen wil ook Nike schoenen)
3. (In)formele: bij een informele groep kennen de leden elkaar goed en bij
formele groep is er sprake van regels en procedures die het gedrag van de
leden bepalen.
4. Feitelijk/symbolisch: een feitelijke groep is een groep waar iemand lid van is
(bijv. het gezin) en een symbolische groep is een groep waar iemand graag lid
van wil zijn (de persoon gedraagt zich zoals de groep zich gedraagt) maar het
nog niet is.
5. Dissociatief: een groep waartoe men absoluut niet wil horen. In plaats van dat
men zich met de groep wil identificeren, zal men zo veel mogelijk van de
groep willen distantiëren.
Uit onderzoek blijft dat referentiegroepen drie soorten invloed kunnen hebben:
1. Informationeel: de manier waarop mensen worden beïnvloed door
mededelingen van anderen.
2. Instrumenteel: de manier waarop mensen aanwijzingen van een groep c.q.
persoon opvolgt, om zo een beloning te krijgen of een straf te ontlopen.
3. Expressief: een persoon gebruikt de referentiegroep als spiegel voor zijn
zelfbeeld. Door goedgekeurde reacties van die groep voelt de persoon zich
gesterkt in zijn zelfvertrouwen en zijn gevoel van eigenwaarde.
Die invloed van referentiegroepen is niet altijd even sterk voor alle producten en
merken die wij als consument kopen. De mate van invloed heeft te maken met twee
factoren, namelijk:
1. Gaat het om een aankoop die noodzakelijk is of gaat het om een luxeaankoop?
2. Gaat het om een aankoop die sociaal zichtbaar is?
De invloed van de referentiegroep is zwak als het gaat om een noodzakelijk goed. Bij
luxegoederen met een hoge sociale zichtbaarheid is de invloed van de
referentiegroep sterk.
In reclame wordt vaak gebruik gemaakt van referentiegroepsinvloed. De
referentiegroepsinvloed bij reclame kan als volgt worden opgewekt:
1. Door het optreden van bekende persoonlijkheden.
2. Door getuigenissen van deskundigen.
3. Door getuigenissen van ‘gewone’ mensen.
De voordelen van het gebruiken van referentiegroepen zijn: de merkbekendheid
stijgt en het waargenomen risico van de consument daalt.
Beïnvloedingsstrategieën binnen het gezin zijn manieren waarop gezinsleden
elkaar kunnen beïnvloeden met betrekking tot consumptieve beslissingen.
Voorbeelden hiervan zijn: gebruik maken van superieure kennis, onderhandelen,
belonen, straffen en bespelen van gevoel.
Hoofdstuk 10: basisbegrippen van de sociologie
Sociologie probeert het menselijk gedrag te verklaren vanuit het sociaal handelen.
In de sociologie wordt tonder sociaal handelen dat gedrag verstaan dat gericht is op
andere personen. Bij sociaal handelen gaat het niet alleen om uiterlijke, zichtbare
gedragingen, maar ook is van belang welke gedachten, gevoelens, en ideeën mensen
daarbij hebben. Dit onderscheid wordt aangeduide met de termen interactie en
communicatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rosannevanantwerpen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.51. You're not tied to anything after your purchase.