100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Management en organisatie samenvatting Hoofdstuk 2 en 3 met alle hoorcollegeslides erbij $3.17
Add to cart

Summary

Management en organisatie samenvatting Hoofdstuk 2 en 3 met alle hoorcollegeslides erbij

1 review
 193 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Hoofdstuk 2 en 3 met alle hoorcollegeslides erbij Boek: Organisatie en Management. Een praktijkgerichte benadering, Van Dam en Marcus, Noordhoff Uitgevers 2012 (zevende druk) 978-90-01-80967-6

Preview 2 out of 88  pages

  • No
  • H2, h3
  • March 15, 2016
  • 88
  • 2014/2015
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: ilhameoustou • 6 year ago

avatar-seller
M&O Tentamensamenvatting P3
2.1 organisaties
Samenleving: omgeving waarbinnen organisaties functioneren. Organisaties zijn een
onderdeel van de maatschappij/samenleving.
De omgeving van organisaties bestaat uit partijen of
belanghebbendenafnemers, leveranciers, concurrenten etc. deze leveren invloed
ui op de organisatie. De organisaties kunnen ook invloed hebben op deze
belanghebbenden: reclame, verstrekken van informatie, geven van voorlichting,
rechtstreeks contact met deze partijen.
Omgevingsinvloeden, kan organisatie niet zelf beïnvloeden, maar zijn wel van
groot belang. Economische ontwikkeling, invloed milieu en demografische
ontwikkelingenomgevingsfactoren.
Omgevingsinvloeden zorgen voor verandering in de bestaande situatie, organisaties
moeten hier effectief mee omgaan, kan door veranderingen in aanbod van
producten/diensten, prijsstelling, levering, productieprocessen, organisatieomvang
etc. Afstemming: organisatie zich richt op de omgeving.


2.2 Partijen
Partijen uit de omgeving hebben vooral directe invloed op de organisaties.
 Afnemers, belangrijke afnemers want zij hebben vraag nar producten en
diensten, en de organisatie hierop omzet maakt. Het productassortiment moet
goed rekening houden met de behoefte van de afnemers. De invloed van
klanten op een organisatie is van levensbelang.
 Leveranciers, organisaties stellen eisen aan de leveranciers: kwaliteit,
prijsniveau, levertijd. Veranderingen in de relatie met leveranciers door
internationale concurrentie, veel internationale leveranciers. Klant wil heeft
steeds minder voorraad, en wil just in time-leveringen.
 Concurrentie, concurrenten bepalen de speelruimte die organisaties hebben
op de markt, prijs, kwaliteit, aanbod etc. belangrijk de concurrenten traceren
en hun marktpositie analyseren.
 Vermogensverschaffers, aandeelhouders, financiële instellingen, overheid.
Financiële middelen nodig om activiteiten uit te breiden of in bestaande vorm
uit te kunnen blijven oefenen. Wanneer de geldverschaffers ontevreden zijn,
kunnen ze de geldkraan dichtdraaien, kan consequenties hebben voor het
voortbestaan van de organisatie. Vermogensverschaffers zijn vaak
vertegenwoordigd in een toezichthoudend instituutRVC
 Werknemers, belangrijkste kapitaal voor iedere organisatie. Tegenwoordig
zijn werknemers hoger opgeleid en meer individualistisch. Meer
medezeggenschap om invloed uit te oefenen op de keuze van richting waarin
organisatie zich gaat bewegensociaal beleid.
 Belangenbehartigingsorganisaties, organisaties die de belangen van een
bepaalde groep mensen behartigen. Werknemersorganisaties,
consumentenorganisaties, milieuactivisten.
 Overheidsinstellingen, organisaties moeten toezien op de naleving van
regels die door de overheid zijn uitgevaardigd.

,  Media, aandachtsveld van de media is alles wat in de samenleving afspeelt
en van enige betekenis is voor individuen. Media kan ene grote invloed
hebben op de publieke opinie daarom voorlichtins/publicrelatiosafdelingen.
De mate van invloed per partij kan verschillen, is afhankelijk van veel factoren. Van
groot belang de machtspositie. Bv. Stoppen met financiëren, kopersstaking, negatief
in de media etc.


2.3 Omgevingsfactoren
Omgevingsfactoren hebben indirecte invloed op de organisatie.

Milieufactoren
Economische groeitoename consumptie goederen/dienstensterke vervuiling
milieu.
Nationaal milieubeleidsplan 4(NMP4) een beleidsnota van de overheid die rust op de
voorgaande beleidsplannen en bevat de strategie voor milieubeleid tot 2030.
Hoofddoelstelling: het in stand houden van het draagvermogen van het milieu ten
behoeve van een duurzame ontwikkeling. Duurzame ontwikkeling: in de behoefte van
de huidige generatie voorzien zonder die van de toekomstige generatie in gevaar
brengen dat hun niet meer in die behoefte kunnen voorzien. Behoeftegraadmeter
voor duurzaamheid.
Het milieubeleid moet eraan bijdragen dat een gezond en veilig leven mogelijk is, in
een aantrekkelijke leefomgeving, te midden van een vitale natuur, zonder de
mondiale biodiversiteit aan te tasten of natuurlijke hulpbronnen uit te putten.
Internationale aanpak nodig, harmoniseren van milieunormen is noodzakelijk.
Politieke opvattingen en keuzes of het milieu zijn van invloed op het gedrag van
organisaties. Milieuproblematiek moet op systematische wijze integreren in de
bedrijfsvoeringmilieuzorg, het verkrijgen van inzicht in het verminderen van
beïnvloeding van het milieu door bedrijfsactiviteiten en de communicatie hiervan met
partijen uit de organisatieomgeving.
De milieu-uitdaging waarvoor elke organisatie staat, kent drie dimensies:
1. Het schoonmaken van de huidige activiteiten, milieu-effecten die zij
veroorzaken in kaart brengen en vervolgens komen tot de invoering van
milieuzorg.
2. Het benutten van nieuwe kansen, terugbrengen van de schade aan het milieu
en het werken aan een duurzame ontwikkeling biedt organisaties veel nieuwe
kansen, waarop zij kunnen inspelen met nieuwe producten/diensten.
3. Het werken aan een duurzame toekomst, ingrijpende veranderingen
ondergaan om verzekerd te blijven van een duruzame toekomst. Daarom moet
het management een nieuwe visie ontwikkelen om de nieuwe mogelijkheden
te benutten.
Inkoopafdelinggrondstoffen die minder belastend zijn voor het milieu, gerecyclede
verpakkingen.
Productieafdeling productprocessen ontwikkelen met minder grondstoffen,
energiebesparing
Marketingafdeling voorkuren van afnemers voor milieuvriendelijke producten
identificeren en vertalen in nieuw product
Distributieafdelingengoederen milieuvriendelijker bezorgen
Financiële afdelingvoordelen onderzoeken van omschakeling naar duurzaamheid

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Aschep. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.17. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59804 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.17
  • (1)
Add to cart
Added