Zeer complete samenvatting van Psychopathologie met alle literatuur. OWG gehad van de blokcoördinator die voor extra begrip en toevoegingen heeft gezorgd. Relevante stoornissen en kenmerken zijn duidelijk vermeld. Met deze samenvatting kun je zonder zorgen je tentamen in gaan!
Disruptieve
gedragsproblemen
worden
gekenmerkt
door
impulsief
en
slecht
gecontroleerd
gedrag.
Voorbeelden:
ADHD
en
Conduct
Disorder
à
externalizing
disorders:
hyperactief
+
geen
aandacht.
ADHD
o Attention
Deficit
Hyperactivity
Disorder
(ADHD):
is
een
aanhoudend
patroon
v.
aandachttekort
en/of
hyperactief-‐impulsief
gedrag,
dat
aanzienlijk
meer
aanwezig
is
dan
je
zou
verwachten
voor
een
kind
in
een
bepaalde
ontwikkelingsfase
à
problemen
met
de
executieve
functies
centraal.
o Uiting:
weinig
aandacht,
geen
taken
voltooien,
moeite
met
doelen
bewaken.
o Hyperactiviteit:
zeer
rusteloos
à
altijd
on
the
go
en
willen
bewegen.
o Impulsiviteit:
reageren
zonder
beschouwing
consequenties
à
ongeduldig
en
responsen
niet
onderdrukken
à
liever
onmiddellijke
beloningen
dan
beloningen
langere
termijn.
Criteria
DSM-‐5
Hyperactiviteit
of
aandachttekort
is
significant
meer
dan
bij
‘normale’
kinderen
in
ontwikkelingsfase
en
is
aanhoudend
en
algemeen
over
tijd/situaties.
o Symptomen
zijn
aanwezig
voor
het
12e
levensjaar.
o Symptomen
zijn
aanwezig
in
ten
minste
2
contexten.
o Symptomen
beperken
normale
functioneren:
op
school,
werk
en
sociale
leven.
o Symptomen
niet
verklaard
door
schizofrenie,
andere
psychotische
stoornis
of
mentale
stoornis.
o Aandachttekort
(inattention):
tenminste
6
aanwezig
voor
minstens
6
maanden:
§ Geen
gerichte
aandacht
of
maken
van
zorgeloze
fouten;
§ Moeite
met
richten
van
aandacht
bij
activiteiten;
§ Luisteren
niet
als
er
direct
tegen
ze
gesproken
wordt;
§ Negeren
instructies;
§ Hebben
moeite
met
organisatie;
§ Vermijden/vinden
taken
niet
leuk
die
volgehouden
mentale
moeite
vereisen;
§ Raakt
dingen
kwijt
die
nodig
zijn
voor
voltooien
van
taak;
§ Makkelijk
af
te
leiden;
§ Vergeten
zaken
in
dagelijkse
bezigheden.
o Hyperactiviteit
+
Impulsiviteit:
tenminste
6
van
volgende
voor
minstens
6
maanden:
§ Hoge
niveaus
van
wiebelen/friemelen/rusteloosheid;
§ Niet
stilzitten
en
stoel
verlaten
wanneer
verwacht
wordt
te
zitten;
§ Rent
en
klimt
in
situaties
waarin
dit
ongepast
is;
§ Zeer
veel
praten;
§ Antwoord
eruit
flappen,
voordat
de
vraag
compleet
is
gesteld;
§ Moeite
met
wachten
op
hun
beurt;
§ Onderbreekt
anderen
en
dringt
zich
op
aan
anderen.
Twee
subtypes
van
ADHD
De
meeste
individuen
met
ADHD
hebben
last
van
aandachttekort
en
hyperactiviteit,
maar
een
van
de
twee
patronen
kan
meer
dominant
zijn
à
hierdoor
zijn
er
twee
diagnostische
subtypes
van
ADHD:
1. ADHD
Disorder
predominantly
inattentive
presentation:
is
wanneer
individu
6
of
meer
kenmerken
heeft
van
inattention
en
minder
dan
6
van
hyperactiviteit
+
impulsiviteit.
2. ADHD
Disorder
predominantly
hyperactive/impulsive
presentation:
is
wanneer
individu
6
of
meer
kenmerken
heeft
van
hyperactiviteit
+
impulsiviteit
en
minder
dan
6
van
inattention.
à
Wanneer
beide
elementen
aanwezig
zijn
wordt
dit
combined
presentation
genoemd:
het
individu
heeft
van
beide
6
of
meer
kenmerken.
, Ø ‘Diagnose’
door
omgeving:
wordt
meestal
gedaan
rond
kleutertijd.
Ø Culturele
verschillen:
door
attitudes
cultuur/ouders
en
acceptatie
van
‘externalizing
behaviours’:
‘extern’
gedrag
geaccepteerd
door
Boeddhisme;
in
Nederlandse
gezinnen
veel
meer
diagnose.
Ø Richting
adolescentie:
nemen
symptomen
af
en
zijn
minder
sterk
à
ongeveer
de
helft
(50%)
zal
symptomen
in
volwassenheid
houden
à
kan
IQ
en
functioneren
beïnvloeden.
Comorbiditeit
o Conduct
disorder:
1/2
van
individuen
met
combined
presentation
ADHD
ook
diagnose
conduct
disorder
(gedragsstoornis
waarbij
wordt
gelogen,
gevochten,
vandalisme
wordt
uitgeoefend
en
weggerend
van
huis)
à
hoogste
comorbiditeit
van
van
ADHD.
Deze
comorbiditeit
zorgt
ervoor
dat
ADHD
gelinkt
wordt
met
overtreden
sociale
normen/rechten
anderen
à
link
onbekend.
o Angst/depressie:
kleine
minderheid
à
iets
grotere
kans
hebt
dan
andere
mensen.
Prevalentie
o Lifetime
bij
kinderen:
5%
en
bij
volwassenen:
2,5%
(de
helft).
o 2,5%
van
de
volwassenen
à
+/-‐
helft
van
kinderen
met
ADHD
gaan
hiermee
volwassenheid
in.
o Meer
in
jongens
gediagnosticeerd
dan
in
meisjes
als
kinderen.
Redenen
hiervoor
zijn
dat
jongens
vaker
behandeling
krijgen
en
dat
meisjes
met
bias
behandeld
worden
door
ouders
en
leraren.
o Vrouwen
hebben
meer
inattention;
mannen
meer
hyperactivity.
o In
de
volwassenheid
moet
je
aan
5
criteria
voldoen
ipv
6
à
minder
hyperactief!
Consequenties
van
ADHD
o Schoolprestaties,
vooral
ADHD-‐individuen
met
aandachttekort
(inattentive):
zijn
vaak
slecht.
o Peer
rejection
&
accidental
injury
vooral
bij
impulsiviteit/hyperactiviteit:
Ouders/omgeving
zien
gedragingen
als
intentioneel,
omdat
gedrag
van
individu
niet
veranderd
door
consequenties.
o Moeite
met
vrienden
maken,
algemeen
voor
ADHD’ers.
Etiologie:
‘Oorzaken’
van
ADHD
Ø Biologische
factoren:
lijken
het
belangrijkst
bij
de
vatbaarheid
voor
ADHD.
o Genetische
factoren:
ADHD
een
van
de
meest
erfelijke
psychiatrische
stoornissen
is
à
zeer
grote
erfelijke
vatbaarheid
à
76%
erfelijkheid
à
samenspel
van
genen
lijkt
van
invloed
op
het
ontwikkelen
van
abnormaliteit
van
neurotransmittersystemen
à
dopamine,
norepinefrine
en
serotonine.
Daarnaast
genen-‐omgeving
interactie
zien:
er
wordt
enkel
een
kwetsbaarheid
voor
ADHD
geërfd
en
de
omgeving
bepaalt
of
dit
tot
uiting
komt.
o Neurowetenschap:
laat
zien
dat
ze
een
kleiner
brein
hebben,
dat
zich
minder
snel
ontwikkeld
(minder
volume
van
grote
kwabben
–vooral
frontaal
-‐
en
minder
grijze
materie).
Piekdikte
van
cortex
wordt
bij
normale
kinderen
rond
7,5
bereikt
en
bij
ADHD
pas
rond
10,5.
Vooral
mindere
volume
frontale
cortex
betrokken
bij
de
verminderde
executieve
functies
à
het
inhiberen
van
responsen
en
richten
van
de
aandacht
gaat
moeilijker.
Ook
abnormaliteit
van
cerebellum:
zorgt
voor
problemen
met
het
kiezen,
starten
en
uitvoeren
van
complexe
motorische
+
cognitieve
responsen
à
plannen
dus
moeilijk.
o Prenatale
factoren:
vooral
prenatale
blootstelling
aan
nicotine
zorgt
voor
abnormaliteit
in
dopaminesysteem
van
neurotransmitters
à
moeilijkheden
bij
onderdrukken
gedrag.
Ø Psychologische
factoren:
lijken
iets
minder
van
belang
bij
ADHD.
o Ouder-‐kind
interacties:
ADHD
lijkt
‘in
de
familie
te
zitten’
en
ineffectief
ouderschap
kan
zorgen
voor
uiting
van
genetische
component
(ADHD’ers
voeden
kinderen
op).
o Tekorten
in
Theory
of
Mind:
schijnt
niet
het
probleem
te
zijn
à
eerder
gedacht
dat
problemen
met
executieve
functies
ervoor
zorgen
dat
hun
gedrag
ongepast
is.
Tekort
in
Theory
of
Mind
zou
dus
niet
het
probleem
zijn,
maar
het
executief
functioneren!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PsychMAAS. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.