Psychologie
1. Keuze
1.1. Inleiding
Keuzes zijn alomtegenwoordig. We worden dagelijks geconfronteerd met zowel grote als kleine keuzes. Het aanbieden van
keuzes is essentieel voor het eigen welzijn en het welzijn van de maatschappij.
Grote keuzes: een relatie beginnen, een bepaalde studierichting volgen, een huis kopen, …
Kleine keuzes: wat gaan we eten, kiezen we voor frisdrank of water, reizen, …
“Freedom is the right to choose: the right to create for oneself the alternatives of choice. Without the possibility of choice, and
the exercise of choice, a man is not a man but a member, an instrument, a thing.” – Thomas Jefferson
Maar kunnen we wel kiezen, en worden we er echt beter van?
1.2. Hoe kiezen we?
1.2.1. Rationele keuzetheorie
De rationele keuzetheorie is onderdeel van de klassieke economische visie, waarbij een persoon bij het maken gezien wordt als
een soort home economicus: men gaat er vanuit dat een persoon zijn keuzes baseert op rationeel denken. Hierbij volgt hij een
paar stappen:
1) Wat zijn je doelen?
2) Evaluatie van belang van je doelen
3) Opties rangschikken
4) Beste kiezen
5) Evaluatie in functie van toekomstig denken = achteraf evaluatie of hij hetzelfde gedrag zal herhalen
Bv bij het begin van de dag: wil je afvallen, genieten van het leven… obv daarvan rijkelijk ontbijten, enkel appel, etc.
Opties rangschikken, 1 kiezen en volgende dag jouw keuze evalueren
Deze theorie baseert zich op assumpties:
Mensen hebben bij het maken van een keuze complete informatie = hoeveel calorieën, is het gezond?
Ze maken de perfect logische keuze
Mensen werken aan de hand van een kosten/baten analyse = bv ongezond eten, maar wel sporten of niet sporten
De keuze die we maken maakt ons beter.
1.2.2. Kritiek op de rationele keuzetheorie
Kritiek 1: Dan Ariely uit de behavioural economics
Mensen volgen geen rationeel denkproces bij het maken van een keuze. Ze zijn niet zo rationeel en maken voorspelbare fouten.
Ariely wil de wereld zien zoals hij echt is, terwijl de klassieke economische theorie omschrijft hoe de ideale wereld zou zijn.
Kritiek 2: Barry Shwartz uit ‘the paradox of choice’ => keuze heeft niet enkel positieve gevolgen, maar ook negatieve
Te veel keuze leidt tot:
Verlamming: het uiteindelijk niet kiezen
Onvrede met de uiteindelijke keuze door te hoge verwachtingen
1
, 1.3. Behavioural economics
1.3.1. Inleiding
Volgens behavioural economics zijn we niet zo rationeel als we denken en maken we voorspelbare fouten zoals: DAN ARIELY
Relativiteit
Anker vastleggen
Emoties die ons denken kleuren
Diversificatie bias
1.3.2. Relativiteit
a) Idee
Rechtse cirkel is groter dan links cirkel, maar eigenlijk zijn beide middelste cirkels even groot. Dus een fout in onze perceptie,
hoe verkeerd kunnen onze keuzes dan wel niet zijn.
Relativiteit stelt stap 1 van de rationele keuzetheorie in vraag wat zijn je doelen?
Relativiteit = de drang om de waarde van dingen te baseren op hun waarde in vergelijking met andere
zaken.
Volgens behavioural economics weten we pas wat onze doelen zijn in context en/of relatief
tegenover andere dingen/keuzes. Men gaat keuzes dus altijd vergelijken met elkaar en met de
context, en op basis daarvan doelen opstellen en beslissen waarvan we het gelukkigst zullen worden.
Zo kunnen nutteloze opties die niemand kiest toch invloed hebben op onze uiteindelijke keuzes.
b) Voorbeeldonderzoek
(Ted Talk Dan Ariely) Als we al zo makkelijk misleid worden door onze visie, en voorspelbare fouten maken terwijl we er een
groot, specifiek deel voor hebben in ons brein, hoeveel fouten zouden we dan wel niet maken tijdens onze cognitieve
denkprocessen?
Voorbeeld: in 1973 mocht je gelukkig zijn dat je familie 1 auto had. In
2003 heeft je familie waarschijnlijk 2 auto’s maar dat hebben andere
gezinnen nu ook. Je bent er relatief dus niet schijnbaar gelukkiger
door geworden. Relativiteit toont dus aan waarom geld niet
gelukkige maakt.
Enkele voorbeelden uit de Ted Talk
Uitstap naar Rome: als je een weekend Rome All-in, een weekend Parijs All-in en een weekend Rome MET gratis ontbijt
aanbiedt wordt de laatste optie superieur aan beide andere opties.
Subscription: In een oude advertentie van the economist werd er een fout gepubliceerd. Je kon een online
abonnement aangaan voor 59 dollar, een print abonnement aangaan voor 125 dollar en een combinatie van beide
eveneens voor 125 dollar. Wanneer Ariely deze advertentie aan 100 studenten liet zien, koos 16% van de leerlingen
voor optie 1 en 84% voor optie 3.
Vervolgens liet hij optie 2 wegvallen en liet hij de advertentie nogmaals aan 100 leerlingen zien. Deze keer koos 68% voor optie
1 en 32% voor optie 3.
De populairste optie werd dus de minder populaire en omgekeerd. Dit komt doordat de ‘nutteloze’ optie 2 ervoor zorgde dat
optie 3 er superieurder uitzag. Zelfs superieurder dan optie 1.
2
, Dating: In dit onderzoek liet Ariely drie gezichten zien aan een hoop mensen, en vroeg hij met wie ze graag op date
zouden gaan. Aan de eerste helft liet hij Tom, Jerry en een lelijke versie van Jerry zien. De tweede helft kreeg Tom, Jerry
en een lelijke versie van Tom te zien. Ook hier viel het op dat het toevoegen van een ‘nutteloze’ optie toch de
uiteindelijke keuze kon beïnvloeden. In beide gevallen koos de meerderheid voor de persoon waarvan een lelijke versie
aanwezig was in de keuzes.
Een lelijke (inferieure) versie liet dus de normale versie er zodanig knapper (superieurder) uitzien dat het zelfs als knapper werd
beoordeeld dan de overige optie.
Om een of andere reden kunnen we onze limieten en fouten wel toegeven op fysiek vlak, maar niet op mentaal vlak. Bij dit
laatste “vergeten” we onze limieten en gaan we ervan uit dat we rationeel denken.
c) Nuancering
Je wordt niet gelukkig door wat je hebt, je wordt gelukkig door wat je hebt in vergelijking met wat anderen hebben. De
vergelijking met de context doet ons realiseren hoe gelukkig/ongelukkig we zijn met wat we hebben.
We gaan sommige producten meer vergelijken dan anderen. We gaan veel sneller onze auto, de grootte van ons huis, onze
kledij, enz vergelijken met die van andere en minder snel op vlak van gezondheid, relaties en veiligheid. =MATERIEEL
d) Andere voorbeelden
Koffiemachines van senseo zijn twee keer zo duur dan andere koffiemachines, maar worden zo geplaatst dat ze er in vergelijking
met andere apparaten toch goedkoop uitzien. Er waren bv senseo’s van €50, maar die waren veel duurder dan een normaal
koffietoestel. Dus niemand kocht deze modellen, totdat Philips een nieuw model op de markt bracht van €100. Relatief gezien
was het eerste dus veel goedkoper, waardoor het 1e model massaal werd gekocht.
Ander vb: In een restaurant zullen minder vaak de goedkoopste en duurste artikelen gekozen worden. Wat wel vaak gekozen
wordt is het op een na duurste gerecht; als je zorgt dat je hier grote marge op neemt verdien je veel geld dankzij het construct
van relativiteit.
Ander vb: de verloning van topmanagers werd openbaar bekend gemaakt, in de hoop dat de managers gegeneerd gingen zijn
met hoeveel ze verdienen en dus geen loonsverhoging vragen. Omgekeerd was waar, doordat de managers onderling hun lonen
gingen vergelijken en dus allemaal het meest wouden verdienen. Bracht algemene stijging van lonen met zich mee
1.3.3. Ankers
a) Idee
Ankers stellen stap 2, 3 en 4 van de rationele keuzetheorie in vraag:
Evaluatie van het belang van je doelen
Opties rangschikken
De beste kiezen
Verankering is een cognitieve vooringenomenheid waarbij een individu te sterk afhankelijk is van een eerste stukje informatie
dat wordt aangeboden om een volgend oordeel te kunnen vellen tijdens de besluitvorming. Zodra de waarde van dit anker is
vastgesteld, worden alle toekomstige onderhandelingen, argumenten, schattingen, enz. besproken in relatie tot het anker.
Volgens behavioural economics bepalen voorgaande ankers (= eerst beschikbare info) onze evaluatie van een product. =
anchoring effect
b) Onderzoek
In een onderzoek werden studenten gevraagd of ze naar een optreden wouden gaan kijken. In situatie 1 werden ze betaald om
er naar te gaan kijken. Vervolgens kregen ze de vraag opnieuw gesteld, maar was het gratis. In situatie 2 moesten ze betalen om
er naar te gaan kijken, en werden ze eveneens achteraf gevraagd of ze het zouden doen als het gratis was.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ye2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.