Uitgebreide samenvatting voor het vak goederenrecht. De arresten die je moet kennen voor dit tentamen worden ook behandeld in deze samenvattingen. De samenvatting is ook te koop in combinatie met de samenvatting voor het vak verbintenissenrecht.
Vermogensrecht = het gedeelte van het privaatrecht waarin de regels worden
gegeven inzake de op geld waardeerbare rechten en plichten
Objectief recht is het geheel van rechtsregels (de geschreven en ongeschreven)
die in een bepaalde samenleving gelden. Objectief recht wordt ook wel positief
recht genoemd.
Subjectief recht is een door het objectief recht verleende bevoegdheid;
* Clara heeft een recht van vruchtgebruik op het huis van Oscar. Clara heeft een
aan het objectieve recht ontleend recht, ofwel het recht van vruchtgebruik.
Subjectief recht ontstaat door een rechtsfeit. Een rechtsfeit is een recht dat voor
het recht van belang is, bijv. een koopovereenkomst. Hier tegenover staat een
niet-rechtsfeit, bijv. een thee afspraak met je moeder.
Rechtsfeiten kan je onderverdelen in:
1. Een bloot rechtsfeit: Het rechtsgevolg treedt in zonder dat daarvoor enig
actief menselijk handelen nodig voor is.
Is voor het intreden van het rechtsgevolg wel een feitelijke handeling van een
rechtssubject vereist;
2A. Rechtshandeling: dit is een handeling van een rechtssubject, waaraan een
rechtsgevolg wordt verbonden dat ook door het handelend subject wordt beoogd.
2B. Feitelijke handeling: is een handeling van een rechtssubject waaraan een
rechtsgevolg wordt verbonden, ongeacht of dit gevolg door het handelend
subject is beoogd (bijv. onrechtmatige daad).
Regelend recht, ook wel aanvullend recht: deze regels zijn door de wetgever
opgesteld om in bepaalde situaties te gelden, voor zover niets anders is
geregeld. Er mag worden afgeweken.
Dwingend recht: deze zijn door de wetgever opgesteld en mag niet van worden
afgeweken.
Objectief vermogensrecht: ieder mens verkrijgt tijdens zijn leven vele
goederen en heeft recht op vele door anderen te verrichten diensten. Objectief
vermogensrecht is het recht van op geld waardeerbare rechten en plichten. Het
vermogen van personen wisselt steeds.
- Actieve vermogensbestanddelen: huis, auto, tegoed op de bank enz.
- Passieve vermogensbestanddelen: verplichting betalen huur,
belastingschuld enz.
Actieve bestanddelen worden in het BW aangeduid als goederen (art. 3:1 BW)
In art. 3:2 BW is een omschrijving gegeven aan het woord zaak: ‘Zaken zijn
voor de menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten’
Om een zaak te zijn moet een goed dus stoffelijk en voor menselijke beheersing
vatbaar zijn.
- Dieren vallen onder het begrip zaak
Vermogensrecht (art. 3:6 BW): voldoet een recht aan 1 van de in dit artikel
genoemde kenmerken, dan is het een vermogensrecht.
Een kenmerk is, is dat het overdraagbaar is. sommige rechten zijn echter niet
, overdraagbaar. Recht van gebruik en bewoning is strikt persoonlijk en dus niet
overdraagbaar (art. 3:226 BW). Toch is het een vermogensrecht aangezien het
stoffelijk voordeel verschaft.
Derde kenmerk ziet op bijzondere rechten die door toezegging van een stoffelijk
voordeel aan de wederpartij zijn verkregen.
- Een blinde man laat zich tegen een vergoeding voorlezen. Zonder de
vergoeding zou de afspraak geen vermogensrecht zijn.
Subject van het recht: dit is degene die zelfstandig drager van rechten en
plichten kan zijn. Rechtssubjecten zijn natuurlijke- en rechtspersonen.
Object van het recht: het object van het recht is datgene waarop het
rechtssubject recht heeft.
- Myrna is eigenaar van een stuk grond, het stuk grond is het object van het
eigendomsrecht.
In de machtspositie die rechtssubjecten hebben kunnen wijzigingen worden
gebracht.
Goederenrechtelijke regels die van belang zijn voor alle soorten goederen, staan
in boek 3.
Goederenrechtelijke regels die van belang voor zaken staan in boek 5.
Verbintenissenrecht: is het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de
vermogensrechtelijke rechtsverhouding van een rechtssubject tot een ander
rechtssubject.
Gesloten systeem: de goederenrechtelijke rechten zijn allemaal in de wet
genoemd, andere bestaan dus ook niet. Er is dus sprake van een gesloten
systeem.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Roos1995. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.