Dit is een samenvatting van het boek Thema's Maatschappijleer H3 Parlementaire Democratie paragraaf 1 tot en met 7. Alle begrippen worden uitgebreid uitgelegd en nog veel meer informatie er omheen. Het boek is erg lang en veel lezen, daarom is deze samenvatting het perfecte alternatief.
Wat is democratie?
Soeverein: op een bepaald, duidelijk begrensd gebied het hoogste gezag uitoefent en het
geweldsmonopolie heeft.
Hobbes vond een soevereine vorst de verstandigste keuze.
Politiek het maken van keuzes waaraan allen in een staat zijn gebonden.
De meeste onderwerpen waarmee de politiek zich bezighoudt zijn van algemeen belang, omdat veel
mensen er nu of later mee te maken krijgen.
Een dilemma voor de politiek: kiezen we voor snel, daadkrachtig en efficiënt besturen of voor een
maximale participatie van burgers in de politiek?
Vroeger bestond er directe democratie, nu is een vorm daarvan een referendum; een
volksstemming over een bepaald voorstel.
Indirecte democratie representatieve democratie: kiest het volk vertegenwoordigers die de
beslissingen moeten afleggen over hun beleid.
Kenmerken van een democratie:
Individuele vrijheid: je mag je mening uiten en je leven inrichten zoals jij wilt.
Politieke grondrechten: iedereen vanaf 18 mag stemmen en zich verkiesbaar stellen als
volksvertegenwoordiger.
Politie en leger hebben wettelijk beperkte bevoegdheden.
Onafhankelijke rechtspraak: rechters staan los van het parlement en de regering en hoeven
hun uitspraken daar niet te verantwoorden.
Persvrijheid: de media controleren de machthebbers en hebben bovendien de taak om ons
goed te informeren.
In een land met een parlementair stelsel kiest de bevolking via verkiezingen een parlement, een
volksvertegenwoordiging hoogste machtsorgaan.
Op basis hiervan wordt er een dagelijks bestuur gevormd van ministers en
staatssecretarissen, een kabinet.
Nederland is nu een parlementaire democratie met een constitutionele vorst.
Als het staatshoofd een koning is dan spreken we van een constitutionele monarchie.
In een presidentiële democratie kiest de bevolking niet alleen een parlement, maar ook het
staatshoofd. De president staat aan het hoofd van de regering, de uitvoerende macht, en kan naar
eigen keuze ministers benoemen en ontslaan.
De meest vergaande vorm is een dictatuur.
Het basiskenmerk van elk autoritair regime is dat de drie machten niet van elkaar gescheiden zijn,
maar in handen zijn van een kleine groep mensen. Een autoritair regime kan nooit een rechtstaat
zijn.
Er is geen onafhankelijke rechtsspraak.
Grondrechten worden niet gerespecteerd.
Oppositiepartijen zijn vaak verboden.
Er is vaak overheidsgeweld.
, Bij verkiezingen is er veelal sprake van verkiezingsfraude, manipulatie en geweld. Er is geen
persvrijheid. De media en ook kunstuitingen staan onder censuur van de overheid.
Je hebt ideologische, religieuze en militaire autoritaire regimes.
Indoctrinatie: de bevolking krijgt de partijideologie met de paplepel ingegoten.
Theocratie: de godsdienst is verheven tot staatsideologie.
Militaire regime: het leger heeft alle macht en de leider is een militair.
Een ideologie is een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van
de samenleving.
Welke normen en waarden staan centraal?
Wat is de gewenste rol van de overheid op sociaaleconomisch gebied?
Links wil de ongelijkheid verminderen door voldoende sociale voorzieningen te bieden voor
mensen die dat nodig hebben, zoals uitkeringen en toeslagen.
Rechts wil juist zo weinig mogelijk bemoeienis van de overheid op sociaaleconomisch gebied:
mensen zijn zelf verantwoordelijk voor een beter bestaan.
Zit een ideologie tussen links en rechts in politieke midden.
Volgens het liberalisme moet ieder individu zich optimaal kunnen ontplooien: wat goed is voor het
individu, is goed voor de maatschappij.
- Persoonlijke en economische vrijheid, individuele verantwoordelijkheid en tolerantie.
- Vrijemarkt economie
- Rechts
Het socialisme benadrukt dat niet iedereen gelijke mogelijkheden heeft. Mensen moeten solidair
met elkaar zijn.
- Streven naar gelijkheid
- Communisten wilden dat de arbeiders door een revolutie alle macht zouden overnemen.
- Sociaaldemocraten wilden maatschappelijke verbeteringen bereiken langs de parlementaire
weg.
- Links
Confessionele partijen baseren zich op het geloof.
- Mensen horen verbanden aan te gaan, daarin dragen mensen verantwoordelijkheid voor
elkaar.
- Christendemocraten: rentmeesterschap, solidariteit en gespreide verantwoordelijkheid.
Ontideologisering is het verdwijnen van ideologie als leidraad voor hoe de samenleving moet
worden ingericht.
Ecologisme is een politieke stroming die vindt dat de mens onderdeel is van een groter ecosysteem.
- Duurzaamheid en bescherming van het leefmilieu.
Populisme:
- Meestal tegen overheidsbemoeienis.
- Zeer nationalistisch.
Progressief is vooruitstreven conservatief is behoudend.
Kosmopolieten zien hun land als onderdeel van een geglobaliseerde wereld waarin we onlosmakelijk
met elkaar verbonden zijn. Nationalisten zien globalisering juist als een bedreiging.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller info8955. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.