Psychologie
Wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij die gedragsevidentie (of gedragsaanwijzing)
gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan dat gedrag ten grondslag liggen.
1.2 Ontwikkelingen psychologie
Ontwikkelingen filosofie
Copernicus:
Onze plaats in het universum. Mens niet het centrum, maar zon
Descartes:
Rationalisme (rede) om mens te begrijpen niet observeren, maar over hem nadenken. Nativisme
(aangeboren kennis)
Mechanische visie. Het lichaam als machine
Empirisme (Hobbes, Locke, Hume):
Kennis komt voort uit zintuiglijke ervaringen en associaties van ideeen ipv aangeboren ideeen.
Locke: Onderzocht werking menselijke geest. Waar komen ideeen vandaan. Limiet menselijke kennis.
Tabula rasa (schone lei) Alles gebaseerd op ervaringen die met schone lei iemand vormen.
Assiociationisme (Locke, Hume) associaties van ideeen.
Door empirisme en associationisme begonnen filosofen te aanvaarden dat mentale gebeurtenissen volgens
natuurwetten opereerden.
Darwin en de evolutietheorie
Publicatie The origin of species van invloed op veel psychologen
De eerste pshychologische experimenten
19e eeuw, Young/Helmholtz, Weber, Donders (Mentale chronometrie)
1.3 Beginjaren psychologie
Structuralisme: waaruit bestaat het bewustzijn
Wilhelm Wundt, wisselwerking tussen fysiologie dmv zintuigen en kijk naar eigen bewustzijn van binnenuit
(introspectie)
structuralisme: op basis van introspectie de structuur van het bewustzijn proberen te ontdekken. Ontleden in
elementaire componenten
Gestaltpsychologie: de perceptie van het geheel
Reactie tegen structuralisme. Gestalt (geheel, patroon, organisatie)
Wertheimer, Kohler, Koffka
Psychologisch veld: het veld van krachten waarin het psychisch proces plaatsvindt.
Functionalisme: wat is de functie van het bewustzijn?
Sterk beinvloed door evolutietheorie van Darwin en pragmatisme van Amerikanen (kennis stond ten dienste
van menselijke noden en moest dus praktisch zijn).
Behaviourisme: hoe kunnen we de mens wetenschappelijk bestuderen?
Psychologie is wetenschap van het gedrag. Enkel observeerbaar en meetbaar gedrag.
Operationele definitie: theorieen baseren op directe obervaties die door anderen herhaald kunnen worden.
Concepten definieren in termen van gebruikte meetprocessen. Voorbeeld honger is niet direct meetbaar.
24hr niet gegeten wel.
Onderscheid tussen afhankelijke en onafhankelijke variabelen.
Hieruit behaviourisme is studie van de invloed van een stimulus (onafhankelijke variabele) op de reactie van
de persoon/dier (afhankelijke variabele)
Behaviourisme ook wel S-R-Psychologie
1
, Psychoanalyse: Sigmund Freud en het onbewuste
Bewustzijn en gedrag slechts zeer oppervlakkige fenomenen. Ware oorsprong van bijv.
persoonlijkheidsverschillen en mentale stoornissen bij onbewuste krachten.
1.4 De hedendaagse psychologie
Homunculus: geest in machine
Geboorte cognitieve psychologie. Overtuiging dat men menselijk gedrag niet kon begrijpen en voorspellen
zonder een beroep te doen op informatieverwerkende (cognitieve) processen die zich afspelen in de
hersenen. Tegelijk stelde men vast dat het psychische niet los stond van het lichamelijke.
Het belang van biologie
Op vier manieren van invloed bij psychologie:
- Alle gedrag via centrale zenuwstelsel en ruggemerg.
- Genen. Erfelijkheid
- Evolutie
- Processen die zich in het lichaam afspelen (hormonen bijv,)
Cognitieve neurowetenschap: onderzoeksgebied dat psychologische en neurobiologische onderzoek naar
de cognitieve functies combineert.
Onmisbaarheid van cognitieve processen
Processen van leren, waarnemen, herinneren, denken, interpreteren, geloven en probleem-oplossen
Belangrijke karakteristiek is constant leren.
Cogn. processen spelen bij nagenoeg alle processen en rol. Makkelijk en moeilijk.
Psychologen bestuderen ook hoe het hebben van verkeerde cognitieve processen kunnen leiden tot
ongevallen of psychische stoornissen.
Mens als deel van groep (sociaal-cultureel)
Vier groepen:
- Individualisme vs. collectivisme.
- Afstand op basis van macht. Statusverschillen binnen cultuur
- Vermijding van onzekerheid en ambiguiteit.
- Masculiniteit. rolverdeling man/vrouw
Bij veel onderzoeken vormen sociaal-culturele factoren de tegenpool van de biologische factoren. Vooral bij
onderzoek over erfelijkheid-milieudebat of het nature-nurturedebat. Binnen dit debat probeert men te
achterhalen hoeveel van de verschillen tussen mensen bepaald wordt door aangeboren, genetische
karakteristieken en door ervaringen die opgedaan zijn in omgeving waarin opgegroeid.
Sociaal-culturele factoren ook van invloed op geslachtsvershillen.
1.5 Onderzoeksmethoden in de psychologie
Theorie is een samenhangend geheel van ideeen dat gebruikt wordt om een fenomeen te verklaren.
Literatuurstudie omtrent onderwerp aangezien anderen zeer waarschijnlijk al rond dit onderwerp wat hebben
gewerkt.
Beschrijvend onderzoek
Naturalistische observatie: Onderzoekstechniek waarbij gedrag systematish geobserveerd wordt in een
natuurlijke context. Voorbeeld onderzoek klassengrootte.
Voordeel: Rijkdom aan gegevens. Goed voor uitbrengen adviezen op evidentie gebaseerd.
Nadeel: Kennis van observatie beinvloed de getesten. Invloed observator op gedrag heet ook wel: reactieve
gedraging.
Onderzoek d.m.v. vragenlijsten. Nadeel vragenlijsten: indrukken ondervraagde weerspiegelt niet
noodzakelijk in overeenstemming met realiteit.
Interviews. Voordeel: bekwame interviewer kan gedetailleerdere antwoorden verkrijgen dan bij vragenlijst.
Onderscheid tussen gestructureerd (vaste lijst vragen) en ongestructureerd interview (inhaken op gegeven
antwoord). Gebruikt bij aansnijden nieuwe onderwerpen om zo verschillende inzichten te krijgen in wat
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller u0051e1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.19. You're not tied to anything after your purchase.