3.1 Gewaarwording en waarneming
Gewaarwording: de sensatie. Opname van stimulatie uit omgeving en vertalen van deze stimulus in
electrochemische neuronale signalen die naar de hersenen worden gestuurd
Waarneming: de perceptie. Organisatie, interpretatie en begrijpen van gewaarwordingen.
3.2 Het gezichtsvermogen
De fysica van het licht
Licht: electromagnetische straling. Snelle trillingen van electrisch geladen materiaal. Beweegt zich voort in
golven. Afstand tussen twee pieken is golflengte.
Intensiteit en golflengte belangrijk. Intensiteit bepaalt helderheid van stimulus en golflengte de kleur.
Zichtbare licht miniem segment van totale bereik door gevoeligheid menselijk oog in dit zichtbare spectrum.
Lichtintensiteit: Licht komt in energiepakketjes genaamd fotonen. Hoeveelheid fotonen per tijdseenheid
geeft intensiteit aan. Drie reacties bij bereiken object:
-Reflectie
-Door opp heen. Door transparante eigenschappen object
-Absorbtie. Dit zorgt voor energieopname wat aanleiding geeft tot allerlei chemische reacties.
-Refractie. Lichtgolf verandert van richting
Fosfenen: Visuele gewaarwordingen van lichtvlekken en lijnen door bijvoorbeeld klap op hoofd
Het oog en de gezichtsbanen
Lichtstralen focussen op de retina. Retina bevat lichtgevoelige structuur. Alle lichtstralen dienen opnieuw
geconvergeerd te worden naar een punt op de retina om zo voorwerpen scherp te kunnen zien.
Route lichtgolf:
-Cornea (Hoornvlies). Grootste breking lichtgolf
-Kamervocht
-Pupil. Regelt hoeveelheid licht dat oog binnentreed. Om pupil zit iris. Spieren om iris regelt grootte pupil
-Lens. Elastisch materiaal wat licht verder afbuigt. Dikte van lens regelen cilaire spieren. Dit noemt men
accommodatie. Dichtbij bol. Veraf plat.
-Glasachtig lichaam. Vloeistof
-Retina. Beeld komt links rechts omgekeerd en ondersteboven aan op retina. Wordt door hersenen
gecorrigeerd.
De retina bevat kegeltjes en staafjes.
Transductie proces waarbij een receptorcel fysische energie omzet in electrische signalen.
Kegeltjes voor kleur. Vereist sterk licht om geactiveerd te worden. Kleuren moeilijk te onderscheiden in
donker. Fovea: concentratie kegeltjes het grootst. Centrale gedeelte retina.
Staafjes t.b.v. lage lichtintensiteiten en beweging. Afwezig in fovea. Grootste concentratie rond fovea.
Van ogen naar hersenen.
Retina bestaat uit drie lagen:
-Visuele receptoren. Staafjes en kegeltjes
-Horizontale, bipolaire en amacriene cellen
-Ganglioncellen
Doel lagen: comprimeren signalen
Axonen van de ganglioncellen vormen de oogzenuw. Alle vezels verlaten oogbol via blinde vlek
(gecompenseerd door andere oog)
Neuronale signalen passeren:
-Chiasm opticum (X lijkende structuur)
-Corpus geniculatum laterale
-Primaire visuele cortex in occipitale lob
1
, Myopie of bijziendheid. Voorwerpen op afstand moeilijk scherp te stellen. Bril met concave of holle lens
nodig
Hypermetropie of verziendheid. Voorwerpen dichtbij moeilijk scherp te stellen. Bril met convexe of bolle lens
nodig
Presbyopie is een vorm van verziendheid door ouderdom. Binnenste van lens wordt harder daardoor lens
niet meer kunnen bollen.
Astigmatisme niet perfect bolvormig zijn van cornea
Helderheid en lichtheidsperceptie.
Intensiteit van het llicht bepaalt de helderheid.
Licht en duisternisadaptatie. Receptoren op retina passen zich aan aan lichtniveau. Staafjes bij zwak licht
en kegeltjes bij veel licht.
Relatieve helderheid van voorwerp t.o.v. omringende voorwerpen bepaalt lichtheid van voorwerp.
Gelijktijdig contrast. Gepercipieerde (waargenomen) lichtheid van een voorwerp hangt af van omringende
voorwerpen.
Lichtheidsconstantie. Lichtheid van een voorwerp blijft gelijk bij verschillende belichtingen.
Kleurperceptie
Golflengte bepaalt kleur.
Tweetal factoren spelen rol bij kleurwaarneming:
- Drie type kegeltjes bepalend voor kleurperceptie d.m.v. trichromatische theorie
* Korte golflengte (blauw)
* Midden golflengte (groen)
*Lange golflente (rood)
-Complementaire kleuren en opponente processen
*Drie kanalen met opponente processen:
*Test d.m.v. kleurnabeelden. Door kijken naar bijv. alleen groen raakt groene component
uitgeput. Bij kijken naar wit opp. (alle kleuren) zul je alleen rood zien.
# Geel vs blauw
# Rood vs groen
# Zwart vs wit
Kleurconstantie en -contrast.
Het streven om kleuren als gelijk te blijven zien ondanks verschil in belichting. Kleuren zien er anders uit
tegenover verschillende achtergronden.
Additieve kleurenmenging. Lichtgolven worden bij elkaar gevoegd.
Subtractieve kleurenmenging. Doordat steeds minder golflengten het oog bereiken. Door overlappen van
“golflengtefilters”.
Drie eigenschappen kleur:
-Tint
-Helderheid
-Verzadiging. Hangt af van hoeveelheid chromatisch en achromatisch (wit, grijs en zwart) licht.
Achromatisch licht wanneer alle lichtgolven eenzelfde intensiteit hebben.
Kleurendeficientie. Kleurenblindheid. Ishihara-test
3.3 Het gehoor
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller u0051e1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.19. You're not tied to anything after your purchase.