12.1 Wat verstaan mensen onder intelligentie?
Analytische intelligentie. Verwijst naar abstract redeneren en vaardigheid om met iets om te gaan dat nog
niet eerder is gebeurd (bijv. Om nieuwe informatie te analyseren). Vooral nodig om goed te presteren op
school.
Praktische intelligentie. Verwijst naar competentie in alledaagse, vertrouwde situaties, bijv. De mate waarin
persoon goede oplossingen heeft voor gewone dagelijkse problemen op werk/thuis.
Sociale en emotionele intelligentie. Hoe goed kan persoon omgaan met andere mensen in uiteenlopende
sociale situaties.
Drie visies:
- Intelligentie bestaat uit een aangeboren potentieel tot intelligent gedrag
- Iemand is alleen intelligent als dit effectief in het gedrag tot uiting komt.
- Alleen als hij/zij goed op een test presteert.
12.2 Analytische intelligentie
Resing en Drenth: AI kan omschreven worden als een conglomeraat van verstandelijke vermogens,
processen en vaardigheden, die ervoor zorgen dat men abstract, logisch en consistent kan redeneren,
relaties kan ontdekken, problemen kan oplossen en regels kan ontdekken in schijnbaar ongeordend
materiaal.
Ontwikkeling intelligentietests
De eerste intelligentietests.
Galton dacht dat intelligentie bepaald werd door kwaliteit van gewaarwordingen, kwaliteit van reacties en
snelheid waarmee informatie kon worden verwerkt.
Binet en Simon ontwikkelden een empirisch onderbouwde intelligentietest. Bevatten taken die voor
verschillende leeftijden konden worden gemaakt om zo intelligentie te testen van kinderen. Maakte gebruik
van:
Mentale leeftijd (ML). Verwijst naar het soort vragen dat het kind kan oplossen. 6-jarige die bijv. Taken van 8
jarige kan oplossen had mentale leeftijd van iemand van 8.
Stern stelde andere maat voor intelligentie voor:
Intelligentiequotiënt of IQ-score: IQ = ML/CL x 100. (CL staat voor chronische leeftijd)
Moderne intelligentietests
Stanford-Binet-test: Door Stanford University werd test aangepast om beter aan te sluiten bij Amerikaanse
cultuur.
Wechslertests. Ontwikkelde tests waarbij per taak werd getest met oplopende moeilijkheidsgraad. Groter
aantal items die niet beroep deden op taalkennis. Daardoor onderscheid tussen verbale en non-verbale
intelligentie. Verschillende tests:
- WIAS (Wechsler Adult Intelligente Scale (WAIS) Voor volwassenen
- WISC (Wechsler Intelligence Scale of Children) Voor 6-17 jr
- WPPSI (Wechsler Preschool and Primary Scale of Intelligence) 2 jr en 6 mnd - 7 jr en 3 mnd
Belangrijkste verschillen tussen Wechslertests en Stanford-Binet-test:
1. Opgaven niet geordend naar leeftijd, maar per taak
2. Elke taak gemakkelijke en moeilijke items zodat per taak aparte score berekend kon worden
3. Scores op verschillende taken samengevoegd tot verbaal IQ, een performantie-IQ (Gebaseerd op taken
die weinig beroep doen op taal) en een totaal IQ
4. IQ werd op andere manier berekend.
Raven Progressive Matrices test. Vier varianten met oplopende moeilijkheidsgraad. Bestaat volledig uit
non-verbaal materiaal. Figurenreeksen waarbij ontbrekende deel moet worden aangevuld.
SON-R (Snijders-Oomen Niet-verbale Intelligentietest-Revisie). Twee versies (2,5-7jr en 5,5-17jr)
1
, Kenmerken van intelligentietests
Intelligentietests zijn psychometrische tests.
Psychometrische benadering. Verwijst naar ontwikkeling van objectieve meetinstrumenten of tests voor
psychische kwaliteiten zoals intelligentie en persoonlijkheid.
Hoe weten psychologen wat in test moet staan? Uit test van Binet en Simon blijkt dat ze uitgaan van
intelligentie als potentieel in het individu. Taken waren onafhankelijk van kwaliteit opleiding die was genoten.
Psychometrische toets moet aan drie voorwaarden voldoen:
- Goede normsteekproef
- Hoge betrouwbaarheid
- Voldoende validiteit
De normsteekproef.
Normsteekproef is de vergelijkingsgroep die een accurate weergave is van volledige leeftijdsgroep van
onderzochte persoon. Van normsteekproef eist men dat deze representatief is. Gevaar voor goede
normsteekproef is dat er teveel ‘intelligente’ proefpersonen tussen zitten.
Populatie is statistisch begrip en verwijst naar volledige groep waaruit een steekproef getrokken kan
worden.
Gebruik normsteekproeven zorgde voor veranderen berekening IQ. Probleem met deze formule is dat IQ
verschillen voor jonge kinderen groter zijn dan voor oudere.
Normaalverdeling. Klokvormige curve die verdeling van heel wat menselijke eigenschappen en
vaardigheden beschrijft.
Betrouwbaarheid.
Betrouwbaarheid is de consistentie van de scores. Oftewel als een proefpersoon een score heeft zal
betrokkene na een tweede/derde poging hetzelfde moeten scoren. De betrouwbaarheid wordt uitgedrukt in
een correlatiecoëfficiënt. (Ligt tussen -1,00 en +1,00, waarin betrouwbaar dichtbij +1,00 ligt)
Drie manieren om dit te berekenen:
- Test-hertestbetrouwbaarheid. Afnemen van test, waarna na een paar weken test opnieuw wordt
afgenomen om zo correlaties te berekenen
- Gesplitste-testbetrouwbaarheid. Berekenen correlatie tussen even opgaven en oneven binnen dezelfde
test.
- Paralleltestbetrouwbaarheid. Gebruikmaken van twee gelijkwaardige tests en daar correlatie tussen
berekenen.
In praktijk gebruikt men alledrie om betrouwbaarheid tests na te gaan.
Belangrijk bij betrouwbaarheid:
- Standaardisatie en objectiviteit bij testleider
- Onzekerheidsmarge
Validiteit.
Validiteit. Meet een intelligentietest de intelligentie of iets anders? Volgende vormen van testvaliditeit
worden onderscheiden:
- Begripsvaliditeit. Accuraatheid waarmee een test de psychologische processen meet die binnen een
theorie gespecificeerd worden.
- Inhoudsvaliditeit. Mate waarin gestelde vragen representatief zijn voor het kennisdomein dat men wil
weten.
- Congruente validiteit. Manier om inhoudsvaliditeit te controleren is om te kijken naar mate waarin twee of
meer tests die door verschillende testpsychologen ontworpen werden en bedoeld zijn om hetzelfde te
meten, met elkaar correleren. Wordt verkregen door een groep proefpersonen een aantal tests te laten
afleggen en correlaties tussen verschillende scores te berekenen.
- Criteriumvaliditeit. Maat die aangeeft hoe goed de testscores correleren met andere maat voor
vaardigheid die men wil meten (het criterium). Bijv. In hoeverre correleert score IQ-test met
schoolresultaten.
- Predictieve validiteit. Wanneer test gebruikt wordt om toekomstig gedrag te voorspellen. Bijv. Bij
arbeidsselectie voor hoger kader personeel.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller u0051e1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.19. You're not tied to anything after your purchase.