Module 2 Het menselijk lichaam en verzorging (25656)
Summary
Samenvatting Reader Anatomie, fysiologie en pathologie
30 views 1 purchase
Course
Module 2 Het menselijk lichaam en verzorging (25656)
Institution
Hogeschool NTI (NTI)
Samenvatting van Reader Anatomie, fysiologie en pathologie. Hierin staat alles uitgebreid uitgelegd met bijhorende plaatjes en teksten uit het lesboek. Het is de reader die bij module 2 hoort.
Module 2 Het menselijk lichaam en verzorging (25656)
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
irisdoff1
Reviews received
Content preview
READER
MODULE
2
, HOOFDSTUK 1
anatomie→wetenschap die de bouw van het menselijk lichaam onderzoekt.
fysiologie→bestudeert het normale functioneren van de onderdelen van het menselijk
lichaam.
pathologie→wetenschap die zich bezig houdt met de algemene ziekteleer en de stoornissen
in de bouw en het functioneren van de onderdelen van het menselijk lichaam.
cytologie→wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van cellen.
Levenskenmerken:
- stofwisseling
- groei
- beweging
- voortplanting
- reactie op prikkels van buitenaf
➢ In de cel vindt verbranding afbraak en aanmaak van bepaalde stoffen plaats.
Bouw van cellen:
● celmembraan→wand van de cel.
● cytoplasma→celvloeistof.
● nucleus→celkern.
celmembraan→dun vlies om de cel. Heeft openingen voor het uitwisselen van stoffen. Het
celmembraan is semipermeable: halfdoorlatend. Welke stoffen wel en welke
niet worden doorgelaten ligt aan:
- grootte van de poriën.
- opbouw van membraan.
- eigenschappen van de stof.
cytoplasma→bestaat uit water, koolhydraten, eiwitten en zouten. Er bevinden zich
verschillende celorganellen met elk een eigen functie.
nucleus→bevat de chromosomen die bestaan uit 22 autosomenen en 1
geslachtschromosoom.
chromosoom→dragers van erfelijke eigenschappen. Je krijgt 23 van je vader en 23 van je
moeder. Is opgebouwd uit genen die informatie hebben voor 1 erfelijke
eigenschap. Dit ligt vast in het DNA.
↳vrouw: XX
↳man: XY
DNA→desoxyribonucleïnezuur.
,Celdeling:
● mitose→er ontstaan 2 genetische identieke cellen die gelijk zijn aan de moedercel.
Het DNA verdubbelt en er worden extra eiwitten en andere stoffen in het cytoplasma
gemaakt. Alles wordt verdeeld over de dochtercellen die groeien door aanmaak van
cytoplasma.
● meiose→de geslachtscellen die ontstaan hebben 23 chromosomen. Meiose zorgt
voor een vermindering in de chromosomen zodat de zygote totaal 46 chromosomen
bevat i.p.v. 46 van de zaadcel en 46 van de eicel.
homozygoot→2 dezelfde genen voor erfelijke eigenschappen.
heterozygoot→2 verschillende genen voor erfelijke eigenschappen.
genotype→de totale hoeveelheid erfelijke informatie die een mens heeft.
fenotype→erfelijke informatie die tot uiting komt.
mutatie→verandering in het genotype.
➢ Of een gen tot uiting komt ligt aan de sterkte van het gen. De sterke gen is dominant
en de zwakke gen is recessief.
X-chromosomale aandoening:
- eigenschappen heten X-chromosomaal gebonden.
- een man krijgt de aandoening.
- een vrouw is drager of ze moet 2x X met gen hebben.
differentiatie→er worden verschillende soorten cellen gevormd met elk een eigen vorm en
functie.
Voorbeelden chromosomale afwijkingen:
● syndroom van Down→chromosoom 21 komt in drievoud voor. Zwakbegaafdheid en
mongoloïde uiterlijk.
● syndroom van Turner→vrouw heeft maar 1 X-chromosoom. Zwakbegaafdheid,
vruchtbaarheidsproblemen en klein.
● syndroom van Klinefelter→man heeft een X-chromosoom teveel. Zwakbegaafdheid,
kleine penis en obesitas.
stofwisseling→ons lichaam bestaat voor 96% uit koolstof, waterstof, zuurstof en stikstof.
Celmaterialen hebben een beperkte levensduur en daarom moeten er
voedingsstoffen worden aangevoerd en afvalstoffen worden uitgescheiden.
Dit noem je stofwisseling of Metabolisme.
➢ Wanneer de stofwisseling minimaal is spreek je van rust wisseling of
basaalmetabolisme.
celdeling→proces waarbij de cel zuurstof uit het bloed haalt voor verbranding. Met de
vrijgekomen energie maakt de cel nieuwe stoffen. De afvalstoffen worden
teruggegeven aan het bloed.
, energie→dit is nodig om essentiële processen goed te laten verlopen. We geven warmte af
en hebben energie nodig om die warmte terug te krijgen. Energie kan je lichaam
opslaan. Komt vrij in warmte en mechanische energie.
↳mechanische arbeid
↳transportprocessen
↳elektrische arbeid
↳productie celmateriaal en producten
Stelsels stofwisseling:
● hart-vaat stelsel→zorgt voor aanvoer brandstoffen en bouwstoffen. En voor afvoer
afvalstoffen.
● ademhalingsstelsel→opname van zuurstof en afgifte van koolstofdioxide en
waterstof.
● uitscheidingsstelsel→longen: koolstofdioxide
nieren: urine
huid: water en zout
voedingsstoffen→koolhydraten, eiwitten en vetten die in het spijsverteringskanaal worden
afgebroken zodat de cel het kan opnemen. De cel breekt de stoffen af
met
zuurstof tot koolstofdioxide, water en energie. Dit noem je Katabolisme of
afbraakstofwisseling.
↳brandstof→vetten + koolhydraten
↳bouwstof→eiwitten
regulatie→hormonen zijn eiwitten en belangrijk voor de stofwisseling. Insuline wordt
gemaakt
door de alvleesklier en is belangrijk voor de koolhydraatstofwisseling.
groei→voedingsstoffen dragen bij groei omdat er steeds celmateriaal bij moet komen.
oppervlakteweefsel→oppervlakken die aan de buitenwereld grenzen noem je epitheel,
oppervlakken die niet aan de buitenwereld grenzen noem je
endotheel.
↳indeling rangschikking: eenlagig, meerlagig, meerrijig.
↳indeling vorm: plaat- of plaveiselepitheel, cilinderepitheel, kubisch
epitheel.
↳overgangsepitheel→meerrijig epitheel dat van de ene vorm overgaat
in de andere vorm.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisdoff1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.