Dit is een samenvatting, in de vorm van oefenvragen, op basis van alle relevante stof die nodig is voor het tentamen van het vak Psychotherapeutische Stromingen.
Vragen hoorcollege 1: Gedragstherapie
Literatuur: Van Deth H1 + H4
Welke grondleggers zijn er in de gedragstherapie?
John B Watson, B.F. Skinner en Bandura.
Van welk experiment is Watson betekend, wat wilde hij hiermee aantonen en hoe wordt dat
tegenwoordig genoemd?
-John B. Watson (klassieke conditionering): bekend van het Little Albert experiment. Om aan te
tonen dat omgevingsfactoren heel belangrijk zijn is dit experiment uitgevoerd. Het geobserveerde
kind was niet bang voor een witte rat. Maar toen werd de rat laten zien terwijl er een luid geluid
(waar het kind al bang voor was) te horen was. Sindsdien is hij bang voor de witte rat, ook zonder het
geluid.
- Een ongeconditioneerde stimulus die voorheen geen betekenis had (witte konijn), krijgt deze wel
wanneer er door conditionering een logische samenhang (contingentie) ontstaat met een andere,
betekenisvolle stimulus (hard geluid).
Zo kan iets dat helemaal niet angstig is toch angst oproepen omdat het met iets anders (wat wel
angstig is) geassocieerd is.
o Met andere woorden: er wordt een verband geleerd tussen de ene en de andere situatie.
Wat wordt bedoeld met generalisatie?
generalisatie: het geobserveerde kind werd ook bang voor witte konijnen en alles wat pluizig is.
-Je fobie breidt zich dan uit.
Van welk experiment is Skinner bekend, wat wilde hiermee aantonen en hoe wordt dit tegenwoordig
genoemd?
B.F. Skinner (behaviorisme/ operante conditionering): heeft de theorie van Watson uitgebreid. Is
bekend van de Skinner-Box: hiermee kan worden aangetoond hoe beloningen bepaald gedrag
veranderen. Het dier tikt op een plaatje en wordt beloond met eten. Hierdoor bleef het dier drukken.
,Welk onderscheid is er te maken qua straffen en belonen?
-Positieve beloning: Er komt iets fijns bij. De rat krijgt voer.
-Negatieve beloning: Er gaat iets vervelends weg. Een vervelend alarm gaat weg als je op een knop
drukt. Als je nu je spruitjes op eet hoef je niet je kamer op te ruimen. Iets vervelends gaat weg.
-Positieve straf: Er komt iets vervelends bij. De rat krijgt een stroomstoot als hij op een knop drukt.
Hierdoor stopt de rat met drukken.
-Negatieve straf: Er gaat iets fijns weg. Bijvoorbeeld voer verdwijnt als de rat op een knop drukt. Dan
zal gedrag uitdoven. Als je nu je spruitjes niet op eet mag je straks niet tv kijken.
Wat wordt bedoeld met de Twee-factoren theorie van Mowrer.
Dit is een samenvoeging van klassieke- en operante conditionering. Dit verklaart het
vermijdingsgedrag.
Eerst associeer je iets negatiefs (klassieke conditionering). En vanuit je angst blijf je binnen waardoor
je angst weer zakt. Door deze beloning (angst gaat weg) blijft je gedrag en vermijdingsgedrag in stand
(operante conditionering).
Waar is Bandura van bekend en wat houdt dit in?
Bandura (model-leren): kinderen zag een voorbeeld van een agressief iemand die op een
opblaaspop sloeg. Daarna ging het kind de pop ook in elkaar slaan. Dit noemt men model-leren.
Leren door observeren. Dus waarom vertoont iemand bepaald gedrag: je ziet iemand anders (een
model) iets op een bepaalde manier doen dan gaat het kind dit zelf ook doen.
Wat zeggen Watson, Skinner en Bandura over waarom iemand bepaald gedrag vertoont?
,Wat voor mensbeeld zit er achter de gedragstherapie?
Alles wie wij zijn is aangeleerd door onze omgeving, door model-leren en door straffen en belonen.
Dus mega erg benaderd vanuit de nurture kant. Dit zou betekenen dat je genen geen invloed
hebben. Het genenpakket van je ouders doet er niet toe, alleen hoe ze jou opvoeden.
Vanuit behaviorisme:
-Nature vs. Nurture
-Mens is gedetermineerd (je lot is bepaald door dingen buiten eigen wil) vs. Mens heeft vrije wil
-Mens is maakbaar vs. Mens staat vast
Welke kritiek is er op deze vorm van therapie?
Je bent mensen aan het straffen en belonen om gedrag te veranderen. Is een heel effectieve en
sturende techniek. Maar je gaat niet echt met mensen in gesprek over wie zij willen zijn en samen op
zoek naar verbetering.
Welke positieve- en negatieve punten zijn er t.a.v. gedragstherapie?
+ De therapie is heel inzichtelijk
+ Geeft concrete handvatten
+ Laagdrempelig voor cliënten (is niet heel ingewikkeld)
+ Effectief voor veel klachten
- Gaat puur over gedrag. Negeert de (bijv. angstige) gedachten van de jongere
- Negeert subjectieve beleving: hoe is dat voor jou als persoon?
- Gedragstherapie is symptoombestrijding: alleen bezig aan oppervlakte. Onderliggende probleem
(mogelijk trauma of laag zelfbeeld) doe je niks mee.
Wat houdt eclectisch behandelen in?
Je wilt uiteindelijk eclectisch behandelen: elementen uit verschillende psychotherapeutische
stromingen toepassen. Niet als een maniak één stroming volgen.
In behandeling zijn technieken onder te verdelen in probleemoplossend gedrag aanleren en
ongewenst gedrag afleren. Welke vorm is gericht op operante technieken en welke op klassiek
conditioneren? Noem van beide ook een aantal technieken.
• Aanleren van probleemoplossend gedrag: doet vooral een beroep op operante technieken.
- Sociale vaardigheidstraining. - Ontspanningsoefeningen of relaxatietraining. - Zelfbeheersing of
zelfcontrole verwerven. - Contingentiemanagement (belonen van gewenst gedrag in de opvoeding,
hierin met meerdere personen op systematische manier bekrachtigen van het kind).
• Afleren van ongewenst gedrag: doet vooral een beroep op klassieke conditionering.
- In plaats van vermijdingsgedrag, worden cliënten blootgesteld aan gevoelens van angst en spanning
(exposure). Ze zullen dan ervaren dat ze niet bang hoeven zijn.
Welk onderscheidt valt te maken in de verschillende vormen van exposure?
o In de verbeelding (in vitro): de client moet zich voorstellen dat hij zich in de angstige situatie
bevindt.
o In het echt (in vivo): de client wordt daadwerkelijk blootgesteld aan de angstige situatie.
- Systematische desensitisatie (geleidelijke gewenning): stapsgewijs om leren gaan met steeds
moeilijkere situaties, waarbij spanning onderdrukt wordt met ontspanningstechniek (kader 4-4).
- Flooding (overspoelen): tegenover systematische desensitisatie, geen geleidelijke confrontatie
(meteen blootgesteld aan meest gevreesde situatie, zonder het leren om te ontspannen).
o Door gewenning (habituatie) treedt uitdoving van de angst op.
- Exposure met responspreventie: blootstelling (meestal in oplopende moeilijkheidsgraad) wordt
afgesproken dat hij niet kan ontsnappen uit de angstige situatie door op de gebruikelijke manier te
reageren.
o Dit wordt volgehouden tot de angst en spanning afnemen.
, Beantwoord de volgende vragen vanuit de visie van de gedragstherapie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RTDZ. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.62. You're not tied to anything after your purchase.