Hoorcollege 1: Gedragstherapie
Literatuur: Van Deth H1 + H4
7-6-2022
Psychotherapeutische stromingen: in deze cursus worden 5 stromingen geïntroduceerd hoe je een
behandeling aan kan vliegen:
-Gedragstherapie (vandaag)
-Cognitieve & Cognitieve gedragstherapie
-Cliëntgerichte therapie & oplossingsgerichte therapie
-Psychoanalyse (psychodynamische therapie)
-Systeemtherapie
Mensbeeld (filosofie) → theorie → therapie
Casus Micky: gaat bijna niet meer naar school. ’s Ochtends last van buikpijn. Moeder meldt hem dan
af voor school. Dit is een patroon geworden waardoor hij veel school mist. Micky wordt op school
wat gepest. Wat is hier nou precies aan de hand en hoe kunnen we dit behandelen?
Grondleggers in gedragstherapie:
John B. Watson (klassieke conditionering): bekend van het Little Albert experiment. Om aan te
tonen dat omgevingsfactoren heel belangrijk zijn is dit experiment uitgevoerd. Het kind was niet
bang voor een witte rat. Maar toen werd de rat laten zien terwijl er een luid geluid (waar het kind al
bang voor was) te horen was. Sindsdien is hij bang voor de witte rat, ook zonder het geluid.
Witte rat → huilen.
Dus door dingen te associëren kan je iets nieuws aanleren. Dit is ook zo bij PTSS. Door trauma kan je
heel snel getriggerd bij ‘gewone dingen’.
Hierbij zie je ook generalisatie: hij werd ook bang voor witte konijnen en alles wat pluizig is.
-Je fobie breidt zich dan uit.
Er kan ook sprake zijn van discriminatie: niet bang voor zwarte dieren.
-Je kan dus specifieke angsten ontwikkelen, zoals bij fobieën.
,Hoe zit dit bij Micky?
Wat kan er geassocieerd zijn bij de pijn?
Gepest worden op school → angst → zeggen: buikpijn.
Schooldag → angst → zeggen: buikpijn.
Generalisatie: ook angst op buitenschoolse opvang
Discriminatie: niet bij buitenspelen.
Klassieke conditionering
Een stimulus die voorheen geen betekenis had, krijgt deze wel wanneer er door conditionering een
logische samenhang (contingentie) ontstaat met een andere, betekenisvolle stimulus.
Zo kan iets dat helemaal niet angstig is toch angst oproepen omdat het met iets anders (wat wel
angstig is) geassocieerd is.
o Met andere woorden: er wordt een verband geleerd tussen de ene en de andere situatie.
Sd = discriminatieve stimulus = aanleiding
R = response = gedrag
B.F. Skinner (behaviorisme/ operante conditionering): heeft de theorie van Watson uitgebreid. Is
bekend van de Skinner-Box: hiermee kan worden aangetoond hoe beloningen bepaald gedrag
veranderen. Het dier tikt op een plaatje en wordt beloond met eten. Hierdoor bleef het dier drukken.
Beloning: je gaat gedrag extra doen.
Straf: je gaat gedrag minder doen.
Positief: er komt iets bij.
Negatief: er wordt iets weggehaald.
,Positieve beloning: Er komt iets fijns bij. De rat krijgt voer.
Negatieve beloning: Er gaat iets vervelends weg. Een vervelend alarm gaat weg als je op een knop
drukt. Als je nu je spruitjes op eet hoef je niet je kamer op te ruimen. Iets vervelends gaat weg.
Positieve straf: Er komt iets vervelends bij. De rat krijgt een stroomstoot als hij op een knop drukt.
Hierdoor stopt de rat met drukken.
Negatieve straf: Er gaat iets fijns weg. Bijvoorbeeld voer verdwijnt als de rat op een knop drukt. Dan
zal gedrag uitdoven. Als je nu je spruitjes niet op eet mag je straks niet tv kijken.
Bij Micky
Zeggen: buikpijn → dan mag Micky thuisblijven en dat is fijn: er komt iets fijns bij (positieve beloning)
Zeggen buikpijn → hij hoeft niet naar school: iets vervelends gaat weg (negatieve beloning)
Operant conditioneren
Doordat bepaald gedrag beloont (of bestraft) wordt zal het blijven bestaan of juist uitdoven.
Twee-factoren theorie (Mowrer)
Samenvoeging van klassieke- en operante conditionering. Dit verklaart het vermijdingsgedrag.
Eerst associeer je iets negatiefs (klassieke conditionering). En vanuit je angst blijf je binnen waardoor
je angst weer zakt. Door deze beloning (angst gaat weg) blijft je gedrag en vermijdingsgedrag in stand
(operante conditionering).
, Bandura (model-leren): kinderen zag een voorbeeld van een agressief iemand die op een
opblaaspop sloeg. Daarna ging het kind de pop ook in elkaar slaan. Dit noemt men model-leren.
Leren door observeren. Dus waarom vertoont iemand bepaald gedrag: je ziet iemand anders (een
model) iets op een bepaalde manier doen → dan gaat het kind dit zelf ook doen.
Bij Micky
Ouders melden zich ziek met buikpijn. Dan denkt Micky: “dat is een goede manier om van stress af te
komen”.
Overzicht grondleggers gedragstherapie
Samenvatting drie leertheorieën
Mensbeeld achter de gedragstherapie
Alles wie wij zijn is aangeleerd door onze omgeving, door model-leren en door straffen en belonen.
Dus mega erg benaderd vanuit de nurture kant. Dit zou betekenen dat je genen geen invloed
hebben. Het genenpakket van je ouders doet er niet toe, alleen hoe ze jou opvoeden.
Vanuit behaviorisme:
-Nature vs. Nurture
-Mens is gedetermineerd (je lot is bepaald door dingen buiten eigen wil) vs. Mens heeft vrije wil
-Mens is maakbaar vs. Mens staat vast
Kritiek:
Je bent mensen aan het straffen en belonen om gedrag te veranderen. Is een heel effectieve en
sturende techniek. Maar je gaat niet echt met mensen in gesprek over wie zij willen zijn en samen op
zoek naar verbetering.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RTDZ. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.