Wetenschapsfilosofie voor geesteswetenschappen
-Wat is wetenschapsfilosofie?
-Wat zijn geesteswetenschappen?
Wat is wetenschapsfilosofie? Vrij jonge tak van de filosofie: Ontstaan in de
20e eeuw. Ontstond ten eerste doordat wetenschap steeds
belangrijker werd gevonden als maatschappelijk verschijnsel.
Maatschappij begon doordrengt te raken door wetenschap, dat is
vooral te zien door de stroom technische vernieuwingen die op gang kwam
uit de natuurwetenschap: telfoon, auto, spoorwegnet, vliegtuig. Dit waren
allemaal toepassingen van de natuurwetenschap.
Een andere factor die verklaart waarom wetenschapsfilosofie in die tijd zo
belangrijk werd gevonden was dankzij heel radicale vernieuwingen in
de natuurwetenschap in die periode. Denk aan de relatieve
tijdstheorie van Einstein of de quantumfysica. Natuurwetenschap
veranderde hee fundamenteel, daardoor leek de traditionele natuurkunde
van Newton niet meer correct. Iets wat eerst onbetwistbaar waar werd
gevonden, klopte toch niet meer. Dat riep vragen op.
Wetenschapsfilosofie onderzoekt
-veranderingen
-aannames
-criteria van wetenschappelijke vooruitgang
-stelt de vraag : wat is goede wetenschap?
-onderzoekt waarin sommige wetenschappen anders zijn dan anderen
(waarom natuurwetenschap en geesteswetenschap in de praktijk zo van
elkaar verschillen)
Wetenschap is een metadiscipline: een discipline die gaat over een
andere discipline. Dus wetenschapsfilosofie kijkt naar wetenschap.
Wetenschapsfilosofie onderzoekt de vooronderstelling (wat
wetenschappers aannemen), de structuur (hoe het in elkaar zit) en de
basis van wetenschappelijke kennis.
, Wetenschapsfilosofie stelt twee vragen:
-Wat is wetenschap? (Wat wetenschappers doen en kenmerken is voor
wetenschap) ->descriptief
-Wat is goede wetenschap? ->normatief
Dus wetenschap is aan de ene kant descriptief= (beschrijvende kant)
beschrijft wat de wetenschap doet, wat de aannames en
vooronderstellingen zijn. Aan de andere kant is wetenschap ook op zoek
naar nomen, normatief= (eisen stellen aan de wetenschap) probeert vast
te stellen wat goede wetenschap is.
Deze eisen laten een belangrijke spanning zien, want deze descriptieve en
normatieve kant hoeven het niet altijd met elkaar eens te zijn!
In het handboek worden de descriptieve kant van de wetenschap en de
normatieve kant van de wetenschap beschreven met de volgende termen:
-historische adequaatheid (descriptief) : eist dat een theorie of
beschrijving moet kloppen met wat je weet over hoe wetenschap feitelijk
werkt (in het verleden, maar eigenlijk ook in het heden).
Dus als je historisch inadequaat bent= dan schets je een beeld van de
wetenschap dat niet klopt met hoe wetenschap gewerkt heeft/ nog steeds
werkt.
-filosofische adequaatheid (normatief) : eist dat een theorie of
beschrijving in overeenstemming moet zijn / moet kloppen met
filosofische ideeën en opvattingen. Je moet dus filosofisch kunnen
verdedigen waarom je bepaalde eisen aan wetenschap stelt.
Dus aan de ene kant zou de analyse van wetenschap een normatief
filosofisch perspectief (wetenschap filosofisch gefundeerde normen voor
goede wetenschap) moeten hebben, aan de andere kant moet het ook een
descriptief historisch perspectief hebben (overeenkomen met hoe het
feitelijk historisch gegroeid is). Een theorie moet dus filosofisch adequaat
zijn, maar ook feitelijk historisch. Er bestaat een spanning hiertussen.
Wat is wetenschap?
Denk aan de affaire Stapel. De commissie concludeerde dat er door Stapel
veel fraude is gepleegd door bewust informatie weg te laten voor de juiste
of gewenste uitkomst -> rommelwetenschap. Wat kan je dan zeggen?
-of je zegt: het is een geval van fraude van één individu. Dus wetenschap
is niet fout, maar één persoon deed iets wat niet mag.
In de wetenschap is fraude extra kwalijk, want wetenschap zoekt naar
waarheid. Wetenschap wordt als cumulatief gezien: wetenschappelijk
onderzoek moet voortbouwen op voorafgaand wetenschappelijk
onderzoek.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller avpee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.