Uitgebreid overzicht van 15 pagina's van de medische vakken colleges uit periode 4 met veel afbeeldingen. Onderwerpen zijn:
-biodistributie
-fysiologie van de nier
-pathofysiologie van de nier
Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken
Medische vakken
All documents for this subject (38)
1
review
By: manoukvdv16 • 5 year ago
Seller
Follow
Dominiquekoolhaas
Reviews received
Content preview
MV Colleges Periode
4
vMV Biodistributie
Biodistributie: biologie = leer van het leven. Distributie = verplaatsing, vervoer. Dus het
vervoer in het lichaam.
70% van het lichaam is water. Naar mate je ouder wordt, wordt dat minder. Zo’n 67% is
intracellulaire vloeistof, 26% extracellulaire vloeistof en 7% is plasma.
Homeostasis: het constant houden van het interne milieu.
Ééncellig organisme; het celmembraan laat dingen binnen
en laat dingen eruit hierdoor homeostase
Lichaamscel – milieu interne
o Tractus digestivus (spijsverteringsstelsel)
Aanvoer: voedingsstoffen, afvoer: afvalstoffen
o Tractus respiratorius (ademhalingsstelsel)
Aanvoer: zuurstof, afvoer: CO2
o Tractus uropoëticus (urinestelsel)
Afvoer: urine
o Tractus circulatorius (bloedvatenstelsel)
Transport mechanismen
Diffusie
o Door dubbele vetlaag
o Door kanaal
Via transportmolecuul (eiwit)
o Gefaciliteerde diffusie
o Actief transport
Osmose
Endocytose: celmembraan verandert van vorm en neemt iets op in de cel.
Exocytose: celmembraan verandert van vorm, pakt iets op en stoot iets naar buiten
de cel.
Diffusie
De drijvende kracht is het verschil. Het is passief transport.
Het doel is een gelijke verdeling van moleculen
One-way flux (2x) leidt tot net-flux (downhill). Er gaan heel
veel moleculen van links naar rechts, maar ook van rechts naar
links. Netto flux gaat dus naar rechts.
Afhankelijk van:
o Temperatuur; hoe hoger de temperatuur, hoe meer
diffusie.
o Molecuulmassa; hoe hoger de massa, hoe minder diffusie
o Oppervlakte scheidingsvlak; hoe groter het vlak, hoe
meer diffusie.
o Medium; hoe wateriger de vloeistof, hoe meer diffusie.
Tijd neem toe met afstand (kwadratisch)
Flux = Kp.A.(Co-Ci) Flux is een diffusie beweging. Kp = permeabiliteitscontstante
(=doorlaatbaarheid) A = scheidingswand, Coutsite, Cinside = het
concentratieverschil.
Celmembraan: dubbele vetlaag (niet polair). In het celmembraan zit een dubbele laag
van fosfolipiden. Hier zitten ook eiwitten bij.
Stof
o Niet polair: snelle diffusie (O2, CO2)
o Polair (ontstaat vaak na biochemische reactie): diffusie moeilijk. Polair = het
richt zich in een magnetisch veld. Alles bij elkaar is het deeltje niet geladen.
Diffusie door eiwitkanalen
Meer diffusie dan verwacht op basis van polariteit (Na+, K+, Cl-, Ca++)
, MV Colleges Periode
4
Per cel verschillende permeabiliteit; hierdoor bij NG bindt de ene stof in het ene
orgaan.
Kanaal open of gesloten door:
o Binding van molecuul
o Potentiaalverschil = lading verschil
o Mechanische factor (gerekt); als het meer water opneemt wordt de cel meer
gerekt.
Transport molecuul (eiwit)
Transporteiwitten (verschillen per cel)
1) Binding van molecuul aan eiwit
2) Verandering van vorm
3) Deeltje naar binnen/buiten
4) Loslaten
Transport afhankelijk van
o Aantal transporteiwitten
o Verzadiging van
transporteiwitten: stel je
gebruikt 500 eiwitten gaat het
sneller dan dat je 100 eiwitten gebruikt.
o Snelheid van verandering van vorm van eiwitten
Gefaciliteerde diffusie (downhill): maakt gebruik van een eiwit dat van vorm verandert
het is een transporteiwit, géén diffusie. Er zit een maximum aan het transport.
o Zonder energie, want concentratieverschil is de drijvende kracht. Maar het
gaan wel via een kanaal.
o Met bindingseiwit
o Bindingseiwit bepaalt maximale flux.
Actief transport (up-hill: ATP nodig); van lage naar hoge concentratie.
o Primair actief transport
o Secundair actief transport
Primair actief transport
Kost energie in de vorm van ATP
Voorbeeld: Na-K pomp
o 3Na+ eruit en 2K+ erin
Twee gradiënten
o Concentratiegradiënt in
o Electrische gradiënt
Binding Na+ en K+
o Na+ Fosforylering
o K+ Defosforylering
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Dominiquekoolhaas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.