Netto-ontvangsten contant maken à vermogenskostenvoet
Voorbeeld:
Auto ter waarde van 60.000 euro verhuren
Opbrengsten per jaar 40.000 euro
Exploitatie-uitgaven pj 10.000 euro
------------------ -/-
30.000 euro netto-kaasstroom jaarlijks
Vermogenskostenvoet = 10%
Nettokasstroom jaar 1 (incl. restwaarde bij verkoop)
------------------------------ + Hetzelfde voor de volgende jaren
1,10^1 (tot de macht aantal jaren)
Het totaal optellen en vergelijken met de waarde vd auto.
,Indirecte opbrengswaarde à Goederen voortgebracht door de onderneming
Directe opbrengstwaarde à Productiemiddelen vd onderneming
The Value Gap = Kloof tussen economische en boekhoudkundige waarde
The value Gap verkleint langs 3 wegen
1. Bedrijfsmiddelen worden vaker als activum erkend
a. Criteria:
i. Uit gebeurtenissen in het verleden voortgekomen middel
ii. Onderneming beschikkingsmacht
iii. In de toekomst naar verwachting economische voordelen naar de
onderneming zullen vloeien
b. Meerjarige contracten op de balans à balanstotaal alleen omhoog
c. Immateriële vaste activa
i. Uitgaven voor onderzoek & ontwikkeling
ii. Betaalde goodwill
iii. Uitgaven voor de aankoop van merken
2. Bepaalde activa worden gewaardeerd tegen opbrengstwaarde ipv tegen
aanschafprijs.
a. Overtollige liquide middelen à tijdelijke beleggingen in beursgenoteerde
aandelen
3. Aan het vormen van voorzieningen worden strengere eisen gesteld
a. Voorziening reorganisatie:
i. Pas wanneer er concrete plannen op tafel liggen dat op hoofdlijnen
aan de betrokken medewerkers is kenbaar gemaakt.
Economic value à Correcties op boekhoudkundig waardebegrip
1. Investeringen in bedrijfsmiddelen die buiten de balans zijn gebleven alsnog opnemen
( huur of operational lease)
2. Vorming van voorzieningen uit de winstberekening elimineren
3. Interestkosten over het EigenVermogen ten laste vd winst
,Hoofdstuk 3: Verslaggevingsprincipes van
de boekhoudkundige waarde- en
winstbepaling
3.1 Soorten principes
Realisatieprincipe
|
|-> Wanneer de ondernemer haar kant van de overeenkomst heeft voldaan
|-> Goederen bij de klant bezorgd à tijdstip van opbrengst
Toerekening (accrual) aan de opbrengsten kant
Opbrengst à Economisch eigendom overgedragen
Als het realisatiebeginsel opzij wordt gezet dan gebeurt het volgende;
1. Langlopende werken à factureren
2. Effecten tegen beurswaarde
3. Ongerealiseerde valutawinsten
Matchingprincipe (Causaliteitsbeginsel)
|
|-> Verbruik van productiemiddelen
|-> Toerekenen in de periode waarin opbrengsten genomen worden
Aantal verkocht * Afschrijving = kosten dat jaar aan afschrijving
Eindproducten
Toerekening (accrual) aan de kosten kant
- Product matching (directe kosten)
- Period matching (indirecte kosten)
Product matching
Grondstofkosten à geactiveerd onder voorraden à kosten wanneer wordt omgezet
Period matching
Gebouwen à Geactiveerd à Kosten bij afschrijving
Continuïteitsprincipe (Going concern)
|
|-> Waardering op aanschafprijzen
, |-> Omdat er vanuit wordt gegaan dat de onderneming zal blijven voortbestaan
Anders:
Waardering op (lagere) verwachte opbrengstwaardes
Activiteiten onderneming in afzienbare toekomst zal voortzetten
Liquidatiewaarde = vrijwel zekere situatie van discontinuïteit
|-> waardering tegen directe opbrengstwaarde bij gedwongen verkoop
Waardering op liquidatiebasis zo lang mogelijk uitgesteld
! signaal op handen zijnd faillissement
Weknemers à Andere baan zoeken
Banken à Draaien de geldkraan dicht
Leveranciers à Eisen contante betaling
Afnemers à Kopen geen producten meer
Waardering op liquidatiewaarde = het graven van eigen graf
Voorzichtigheidsprincipe
|-> Geen “Perfect foresight”
…!
Verwachte voordelen (conform realisatieprincipe) pas wanneer onderneming
gepresteerd heeft
Verwachte nadelen worden genomen wanneer ze geconstateerd worden
|-> Investering à lagere opbrengstwaarde dan aanschafwaarde
|-> te boek stellen
Bij faillissement à executiewaarde
“Reken je niet rijker dan dat je bent”
In geval van twijfel eerder pessimistisch dan optimistisch
Twijfelgevallen
1. Handelsgoederen, zullen consumenten het wel kopen voor deze prijs?
2. Schadeclaim ingediend, rechter moet nog besluiten
3. Afnemer overschrijdt zijn betalingstermijn
Verwachte voordelen à Zodra voldoende zeker is dat het behaald is
Verwachte nadelen à Zodra ze geconstateerd worden
Het toepassen van het voorzichtigheidsprincipe kan leiden tot een onjuiste matching
over de jaren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jordybekker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.52. You're not tied to anything after your purchase.