INDICATIE ANTWOORDEN PERSONEN- EN FAMILIERECHT 24 maart 2014 (1e kans)
DEEL I (niet voor notariële studenten; 30 punten)
a. [10 punten] Mark en Vera zijn in 1994 in koude uitsluiting met elkaar gehuwd. In hun hu-
welijkse voorwaarden staat dat de man de kosten van de huishouding dient te dragen. In de
afgelopen twintig jaar heeft echter ook Vera stevig bijgedragen aan deze kosten; zij had een
goede baan op een universiteit. Het huwelijk van Mark en Vera loopt in 2014 op de klippen.
Kan Vera de ten laste van haar inkomen gekomen kosten van de huishouding terugvorderen
van Mark?
Zie het boek, nr. 42. Van belang is hier vooral het leerstuk rechtsverwerking, zie onder meer de
op college aangestipte arresten HR 20 mei 1987, NJ ‘88, 231 (Rechtsverwerking) en HR 29 april
1994, NJ ‘95, 561 (Ter Kuile–Kofman). Door deze rechtsverwerking kan Vera niets terugvorde-
ren, met uitzondering van het vorige en het lopende jaar.
b. [10 punten] Menno en Veronique zijn in 2006 in gemeenschap van goederen gehuwd. In
2013 wint Menno een dure sportwagen in een loterij. Het lot van 100 euro heeft hij betaald
van zijn inkomen – ook hij heeft een goede baan op een universiteit. In 2014 gaan Menno en
Veronique scheiden. Menno betoogt dat de sportwagen op grond van bijzondere verknocht-
heid niet in de gemeenschap van goederen valt: hij heeft immers het lot gekocht en bovendien
heeft Veronique niet eens een rijbewijs. Wat is uw oordeel hierover?
Zie het boek, nr. 65. Menno’s betoog snijdt geen hout. Op grond van vaste jurisprudentie is de
vraag of een goed of schuld verknocht is afhankelijk van de omstandigheden van het geval,
waaronder met name de aard van het goed of de schuld, zoals deze mede door de maatschappe-
lijke opvattingen wordt bepaald. De rechtspraak vaart hier een restrictieve koers. Subjectieve
elementen zijn niet relevant
c. [10 punten] Vervolg. Stel dat, in afwijking van het voorgaande, het lot door Menno is be-
kostigd met geld dat hij onder uitsluitingsclausule heeft geërfd van zijn vader. Valt de wagen
in de gemeenschap van goederen?
Zie het boek, nr. 69. Op grond van art. 1:95 lid 1 BW blijft een goed dat een echtgenoot anders
dan om niet verkrijgt, buiten de gemeenschap indien de tegenprestatie bij de verkrijging van dit
goed voor meer dan de helft ten laste komt van zijn eigen vermogen. Het lot en de prijs vallen om
die reden buiten de gemeenschap van goederen.
DEEL II (70 punten)
d. [10 punten] Lever commentaar op de volgende stelling: “De Wet wijziging curatele, be-
schermingsbewind en mentorschap, in werking getreden op 1 januari 2014, doet het belang
van de rechtsfiguur curatele afnemen en het belang van de rechtsfiguur bewind toenemen.”
Atw. Eens. De mogelijkheden voor instelling van bewind zijn ten koste van curatele uitgebreid
met de grond ‘verkwisting en het hebben van problematische schulden’. Hierdoor zal een aan-
zienlijk deel van de voormalige curatelegevallen in bewind opgaan. Bewind ingesteld op deze
grond wordt voortaan in de registers gepubliceerd waardoor de beschermende werking van be-
wind groter wordt. Onwetende derden kunnen zich immers niet meer beroepen op de bescher-
ming van art. 1:439 BW. Voorts benadrukt art. 1:378 BW dat curatele enkel kan worden inge-
steld wanneer minder ingrijpende middelen niet toereikend zijn (subsidiariteitstoets). Ander-
zijds, de publicatieplicht bij curatele is afgezwakt doordat niet meer in twee landelijke dagbla-
den ruchtbaarheid hoeft te worden gegeven aan de curatele. Dit werd voor betrokkenen vroeger
als bezwaarlijk ervaren. Het wegnemen van deze verplichting verlaagt de drempel voor curatele.
Verder zijn de gronden voor instelling van curatele niet alleen beperkt maar ook uitgebreid
doordat als gronden zijn toegevoegd drugsgebruik en het niet meer behoorlijk kunnen waarne-
men van de belangen op grond van een lichamelijke stoornis. Per saldo is bewind aantrekkelijker
geworden en zal het aan belang inwinnen ten koste van curatele.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RechtsgeleerdheidRUG. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.