100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting anatomie en fysiologie heel leerjaar 2 (VVT) $5.35
Add to cart

Summary

Samenvatting anatomie en fysiologie heel leerjaar 2 (VVT)

5 reviews
 15 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting heel leerjaar 2 van de Anatomie en Fysiologie van de behandelde onderwerpen binnen de VVT. Dit betreft de volgende onderwerpen: 1. Zorg en begeleiding van ouderen. 2. Zorg en begeleiding van chronisch zieken. 3. Zorgvragers met dementie. 4. Psychogeriatrische aandoeningen. 5. Zorgvrage...

[Show more]

Preview 5 out of 29  pages

  • Unknown
  • March 18, 2016
  • 29
  • 2015/2016
  • Summary

5  reviews

review-writer-avatar

By: sachacc20 • 6 year ago

review-writer-avatar

By: simonedormancare2you • 6 year ago

review-writer-avatar

By: nasteehofarah • 6 year ago

review-writer-avatar

By: anjahaandrikman • 7 year ago

review-writer-avatar

By: cketelaar • 6 year ago

avatar-seller
Samenvattingen VVT Periode 5 AFP:

H6 Zorg en begeleiding van ouderen:
Kenmerken van ouderen:
Belangrijkste kenmerk van ouderen: lichamelijke veroudering en de gevolgen die
dat heeft voor het lichamelijk, psychisch en sociaal functioneren.

Gerontologie: wetenschap die onderzoek doet naar de normale processen die
zich afspelen bij het ouder worden.
Psycho-geriatrie: wetenschap die zich bezighoudt met psychische stoornissen
die op oudere leeftijd kunnen optreden. (afwijkingen in gedrag en beleving)

Endogene factoren: erfelijke eigenschappen die van invloed zijn op het
verouderingsproces
BV: * erfelijkheid
Exogene factoren: factoren van buitenaf die van invloed zijn op het
verouderingsproces
VB: * Voeding
 Roken
 Stress
 UV straling

Vergrijzing: als het aantal ouderen ten opzichte van het aantal jongeren
toeneemt.

Lichamelijke verouderingsverschijnselen:
 Gerimpelde huid, grijs haar
 Zintuigelijke functies nemen af
 Motoriek neemt af
 Spijsvertering wordt zwakker
 Pompkracht van het hart wordt minder
 Reserve vermogen ontbreekt

Ouderdomsdoofheid: achteruitgang van het binnenoor
Geleidingsdoofheid: trommelvlies en de botjes in het middenoor geven de
geluidstrillingen niet goed door aan het binnenoor (gehoorapparaat helpt goed)

Oorzaken geleidingsdoofheid:
 Infectie in het middenoor
 Hoofdletsel of aangeboren afwijkingen
 Ziekte als otosclerose

Perceptiedoofheid: centrale doofheid (binnenoor werkt niet meer goed)
Oorzaken:
 Erfelijke en genetische oorzaken
 Verouderingsprocessen
 Blootstelling aan harde geluiden
 Bepaalde medicatie

,Succesvolle veroudering: ouderdomsziekten en handicaps komen weinig voor en
er is sprake van een geode mentale en lichamelijke conditie.

Functionele leeftijd: functioneren van iemand op een bepaalde leeftijd.

Voorbeelden ziektebeelden die kunnen ontstaan als gevolg van
veroudering:
 Diabetes: suikerziekte
 Trombose: bloedpropjes in de bloedbaan
 Hypertensie: te hoge bloeddruk
 Osteoporose: botontkalking
 Atrofie van organen: verschrompeling
 Oogziektes als staar en slijtage van het netvlies
 CVA, hersenbloeding, herseninfarct

Psychische ouderdomsverschijnselen:
 Bemoeilijkte aanpassing van veranderingen
 Kleine stressbestendigheid
 Dingen slechter kunnen inprenten
 Verminderde motivatie
 Veranderd slaappatroon
 Tempo en hoeveelheid informatie in het geheugen neemt af

Sociale ouderdomsverschijnselen:
 Andere positie
 Andere rollen
 Minder contacten, relaties
 Lichamelijk minder mobiel
 Opgegroeid met andere normen en waarden

Pathologische veroudering: als bij de veroudering van 1 van de bovenstaande
ziektebeelden sprake is.

Beperking: moeilijkheden die iemand heeft t.a.v. gedrag of uitvoeren van
activiteiten (gevolg stoornis)
Stoornis: afwezigheid of afwijking van psychologische, fysiologische of
anatomische functie of structuur.
Handicap: participatieprobleem (nadelige positie die iemand heeft met een
beperking)

Geriatrie: wetenschap die zich bezighoudt met het ontstaan en behandeling en
preventie van ziekten bij bejaarden
Klinische geriatrie: als die wetenschap in de praktijk wordt toegepast (bijv.
ziekenhuis)


Kenmerken geriatrische zorgvrager:
 (hoog) bejaard
 Multiple pathologie (meerdere ziekmakende aandoeningen)
 Storingen of tekortkomingen in de ADL
 Neiging tot blijvende hulpbehoevendheid

,  Labiel lichamelijk geestelijk en sociaal evenwicht.

Cognitieve veroudering:
Cognitie: vermogen om te kennen en te leren

Belangrijkste cognitieve functies:
*waarnemen *geheugen *oriëntatie *vaardigheden
*concentratie *intelligentie *taalgebruik
Cognitieve veroudering kan beïnvloed worden door gebeurtenissen in het leven.
Daardoor nemen het reactievermogen en het concentratievermogen af.

Psychogeriatrie: wanneer cognitieve veroudering ook pathologische vormen
aanneemt zoals Parkinson en alle vormen van dementie.

Zorg- en begeleidingsbehoeften van ouderen:
Kwetsbare ouderen:
Multimorbiditeit: optreden van meerdere ziekten tegelijkertijd.

Wat kan iemand nog meer kwetsbaar maken:
Wel of niet hebben van:
1. Kennis
2. Sociale vaardigheden
3. Financiële middelen
4. Sociaal netwerk
5. Bepaald opleidingsniveau

NPO: nationaal programma ouderenzorg

NPO is opgezet door de overheid en gericht op de groep kwetsbare ouderen en
probeert die kwetsbaarheid te beïnvloeden door:
 Vroeg in de ziekte in te grijpen
 Dreigend verlies van zelfstandig functioneren op te vangen
 Oudere mensen te helpen om goed met hun ziekte om te gaan
 Ouderen te ondersteunen om mee te doen aan de samenleving als het niet
meer vanzelf gaat.

ICF: beschrijft het menselijk functioneren in termen van lichamelijke functies,
activiteiten, participatie of deelname aan het maatschappelijk leven.

Verlies van cognitieve functies:
Delirium: tijdelijke psychische stoornis, zoals een aandacht, concentratie of
geheugen stoornis.
Wanneer -> bij één of meer ziekten, het gebruik van medicijnen of het stoppen
van medicijnen.

Oorzaken verlies cognitieve functies (m.u.v. veroudering):
 Vitamine gebrek
 Niet goed werkende schildklier

Verlies van cognitieve functies kan uiteindelijk leiden tot ingrijpende problemen.

,Verminderde mobiliteit:
Mobiliteit: vermogen om je te kunnen verplaatsen.

Als verpleegkundige is het belangrijk om:
- Voorlichting en instructie geven over het belang van bewegen
- Te weten welke hulpverleners iets kunnen betekenen bij
mobiliteitsproblemen.
- Op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen op het gebied van
voorzieningen die van belang kunnen zijn bij mobiliteitsproblemen.

Multimorbiditeit:
 Optreden van meer dan één ziekte bij één zorgvrager in een bepaalde
periode.
 Comorbiditeit is hetzelfde

Polyfarmacie: veel medicijnen tegelijkertijd gebruiken
Diseasemanagement: zorgbeleid op basis van kennis over een ziekte)
Casemanagement: zorgbeleid op basis van een specifieke situatie)

Ondervoeding en uitdroging:
Ondervoeding: als iemand te weinig voedingsstoffen binnenkrijgt
Uitdroging: als je meer vocht uitscheidt dan opneemt.

Gevolgen van ondervoeding en uitdroging:
 Afname van spierkracht
 Afname algemene conditie
 Verminderen hart- en longcapaciteit
 Verminderen immunologische afweer
 Verminderen wondgenezing

Als verpleegkundige: observeer je het voedsel en vochtgebruik & stimuleer je dat
ze voldoende kans hebben om te eten en drinken.

Isolement:
 Niet instaat zijn contacten met anderen te leggen terwijl daar wel behoefte
voor is.

Dit kan leiden tot:
 Vereenzaming
 Relatieproblemen
 Verwaarlozing
 Depressie

Als verpleegkundige: moet je er achter komen wat de gevoelens van de ZV zijn.
En wat hij zou willen.


H7 Zorg en begeleiding van chronisch zieken:
Kenmerken van chronisch zieken:
Er is sprake van een chronische ziekte als de ziekte:
1. Minimaal 6 maanden duurt

, 2. Er geen genezing mogelijk is
3. Er voortdurende interventie met medicijnen of speciale benodigdheden
nodig zijn
4. Aandoening zorgt voor beperking in zelfzorg, onafhankelijk wonen en
sociale interactie
5. Er gevolgen zijn voor activiteiten en maatschappelijke participatie
6. Er gezondheidszorg nodig is


Verloop van een chronische ziekte:
Verschillende fasen:
1. Prodomale fase 4. Chronische fase
2. Diagnostische fase
3. Behandelfase
Prodomale fase:
 Voorafgaande fase
 Hierin doen zich de eerste verschijnselen voor

Van de verschijnselen hangt af hoelang deze fase duurt

Diagnostische fase:
 Deze begint als een ZV zich meldt bij een arts
 Artsen proberen in deze fase vast te stellen wat de oorzaak is
 De behandeling is meestal het bestrijden van de symptomen

Behandelfase:
 Doel is vaak verslechtering voorkomen of voor verbetering zorgen
 Deze kan soms pijnlijk, belastend of vermoeiend zijn door medicijnen,
leefregels, hoop etc.

Chronische fase:
 In deze fase is het duidelijk dat de behandeling niet meer zal leiden tot
verder herstel
 Zorgvrager staat voor de opgave de situatie te accepteren.

Verschillende verlopen van een ziekte in de chronische fase:
Progressief verloop: ziekteverschijnselen worden geleidelijk erger en de
beperkingen nemen toe
Permanent verloop: ziekteverschijnselen en beperkingen blijven lange tijd
hetzelfde. Wordt niet beter maar ook niet slechter
Cyclisch verloop: perioden dat de verschijnselen toenemen en ook dat ze weer
afnemen

Prognose: hoelang iemand nog te leven heeft
LOK: lichamelijke onverklaarbare klachten
CVS: chronische-vermoeidheidssyndroom

Hiervan wordt gesproken als er van alle andere oorzaken geen sprake is

Zorg- en begeleidingsbehoeften van chronisch zieken:
Veel optredende problemen bij een chronische ziekte:
1. Problemen bij de verwerking
2. Problemen bij het aanpassen van de leefstijl

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ismaydevries. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64450 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.35  15x  sold
  • (5)
Add to cart
Added