Samenvatting van de extra artikelen bij de onderdelen Technisch Lezen en Spellen.
Let op: de artikelen die je zelf op internet moest opzoeken, dus niet de klapper!
Extra artikelen
Onderdeel spellen
Cordewener: Variation in Spelling Ability in Children
H1 General introduction
Goede spellers hebben soms ook nog moeite met woorden spellen, maar ze hebben veel minder moeite
om datzelfde woord te lezen. Dat laat zien dat spelling een complexe activiteit is. = asymmetrie tussen
lezen en spellen. Deze asymmetrie bestaat ook in onderzoek dat naar lezen en spellen is gedaan: veel
meer naar lezen.
Individuele variatie wordt onderzocht door middel van: spellings-verwerving en spellingsinstructie.
Spellingsacquisitie
4-5-6 jaar oud entree in de taalwereld. Voor die tijd hebben ze al veel kennis opgedaan over taal.
Kind ontdekt dat elk woord een compositie is van geluiden (fonemen) en dat elk foneem past bij een
bepaalde letter (grafeem).
Sommige woorden zijn niet klankzuiver. Voorbeelden zijn DREAM en HOPE (je hoort DRIEM en
HOOP). Deze woorden kunnen goed worden voorspeld als fonologische, morfologische en/of
orthografische kennis wordt gebruikt.
Fonologische en morfologische kennis is gebaseerd op de fonologie van de taal en dit is relatief
makkelijk te leren. Orthografische kennis is moeilijker!
Er zijn twee manieren om niet-klankzuivere woorden te leren spellen:
> memorisatie is handig voor woorden die geen regels kennen.
> toepassen van regels. regels ook gebruiken voor woorden die onbekend zijn.
Voorspellers
Een aantal vaardigheden zijn voorspellers voor spellingsacquisitie op jonge leeftijd:
- fonologisch bewustzijn: woorden opbreken in fonemen.
- letterkennis
- werkgeheugen onthouden van de volgorde
- “rapid naming” dingen terughalen uit het lange termijn geheugen.
Spellingsvaardigheid
Er is heel veel variatie tussen kinderen. Het is niet duidelijk waarom de een goed kan spellen en de
ander niet, en of de zwakke spellers op dezelfde manier spellingvaardigheden verkrijgen als de goede
spellers.
Zwakke spellers maken meer orthografische foutjes (schrijven bijv. Rabit ipv Rabbit). Maar de verschillen
zijn klein; over het algemeen maken zwakke en sterke spellers dezelfde fouten, alleen de zwakke iets
meer. Meer fouten bij MMK dan bij MKM woorden.
De conclusies hangen af van de manier waarop de controlegroep is samengesteld, de gebruikte tests, de
taal waarin de data is verkregen en de manier waarop de fouten zijn geanalyseerd.
Zoals het nu lijkt zijn de verschillen tussen zwakke en goede spellers kwantitatief in hun oorsprong en
niet kwalitatief.
,Spellingsbewustzijn is ook belangrijk bij het leren spellen: je moet weten welke woorden/woorddelen en
regels er moeten worden gebruikt in een bepaalde situatie. Daarvoor moet je weten waar je eigen sterktes
en zwaktes liggen en je moet jezelf kunnen controleren. Onderzoekers suggereren dat sterke spellers een
beter spellingsbewustzijn hebben dan zwakke spellers.
Zwakke spellers hebben ook meer moeite met het opsporen van spellingsfoutjes in hun eigen geschreven
teksten.
Spellingsinstructie
Bovenstaande bevindingen hebben invloed op de spellingsinstructie die wordt gegeven. Spelling hangt
meer af van instructie dan lezen. Spellingsinstructie heeft betrekking op: spellingsregels uitleggen,
strategieën benoemen hoe je het beste een onbekend of inconsistent woord kunt aanpakken.
Spellers leren niet vanzelf een woord, totdat ze dat is aangeleerd. Dat geldt vooral voor zwakke spellers!
Het is voor alle spellers moeilijk om zelf orthografische regels te ontdekken. Dus spellingsinstructie is
nodig voor zowel sterke als zwakke spellers!
Visueel dictee wordt vaak gebruikt: ziet een woord woord bedekt woord opnoemen
controleren.
Andere manieren zijn: overpronunciation. (Wednesday WED/NES/DAY).
Deze strategieën zijn goed voor sterke en zwakke spellers.
Expliciete regel-instructie is erg effectief voor spellers. Zwakke spellers hebben vaak transferproblemen.
Zelf-correctie training is ook goed, vooral voor zwakke spellers.
Spellingsinstructie moet gericht zijn op spellingsbewustzijn = effectiever!
Nederlands = opaque. Dat betekent: de grafeem-foneem koppeling = meer consistent dan foneem-
grafeem koppeling.
Er zijn dus meer mogelijke manieren om een woord te spellen dan om ze uit te spreken. Bijv. MEIDEN
en MIJDEN.
In het Nederlands hebben we een verdubbelingsregel: als de klank kort is, dan is het bij meervoud de
volgende letter dubbel (KAT KATTEN).
H6 Improving spelling performance and spelling Consciousness
Spellingsbewustzijn
Spellers moeten hun eigen teksten analyseren op fouten dit kunnen ze vaak niet zo goed. Er zijn grote
verschillen tussen individuen met spellingsbewustzijn.
Spellingsbewustzijn en spellingsprestatie correleren positief. Spellingsbewustzijn kan worden verbeterd
door een korte trainen, gericht op metacognitieve vaardigheden.
Spellingsinstructie
Niet-klankzuivere woorden kunnen het beste worden aangeleerd door overpronunciation.
Ambigue woorden kunnen het beste worden aangeleerd door visueel dictee (woorden als
BOURGEOIS).
Strategie instructie
Fonologische, morfologische en orthografische principes.
,Zelfcorrectie
Kijken naar het goede woord en hun foute spelling verbeteren. Dit helpt ook om het spellingsbewustzijn
te ontwikkelen.
Spellingsvermogen en woordkenmerken
Het is nog onduidelijk of de instructie voor zwakke spellers gelijk moet zijn als die voor goede spellers.
Goede spellers hebben meer spellingsbewustzijn.
Zwakke spellers zijn meer zeker er van dat ze het goed hebben gespeld dan goede spellers zij checken
hun spelling vaker.
Zwakke spellers zijn meer afhankelijk van instructie dan goede spellers. Maar hoe dit moet worden
ingevuld is onduidelijk.
Deze studie: welke feedback is het meest effectief voor het verbeteren van de spelling en
spellingsbewustzijn?
- strategie-instructie
- zelfcorrectie instructie
- geen correctie instructie.
Toewijzing aan deze drie groepen hing af van de score op de voortest, leeftijd en geslacht.
Methode
Test bestond uit 50 gewone woorden en 50 leenwoorden in willekeurige volgorde.
Spellingbewustzijn werd gemeten.
De leerlingen kregen eerst nog wel training.
Resultaten
Er werd gekeken naar de directe effecten en de lange-termijn effecten.
Discussie
Directe effecten
> Spellingprestatie: strategie-instructie was het meest effectief voor zowel zwakke als goede spellers.
> Spellingsbewustzijn: strategie-instructie was effectiever dan geen instructie voor het schrijven van
leenwoorden. Geen-instructie groep: overschatten hun vaardigheden.
Lange-termijn effecten:
> Spellingsprestatie: de gunstige effecten vervaagden toen de training stopte. Spellers in de no-
instruction groep gingen meer vooruit dan spellers in de zelfcorrectie groep.
> Spellingsbewustzijn: ook hier; effecten verdwenen als werd gestopt met de feedback. Dit geeft dus het
belang aan van strategie instructie en zelfcorrectie.
Strategie instructie leidt tot meer juiste beoordelingen over hun eigen kunnen dan zelfcorrectie.
Voor de praktijk betekent het dat de leraren aandacht moeten besteden aan spellingsbewustzijn om zo
het spellingsvermogen op te krikken. Dit kan je doen dmv strategie-instructie of zelfcorrectie-training.
Alle spellers moeten instructie krijgen in spellen.
H7 The role of instruction for spelling performance and spelling consciousness across words,
interventions and spellers
Bij de studie in H6 werd de strategie toegepast nadat de kinderen de test hadden gemaakt, maar zou het
,niet beter zijn als ze deze strategieën toepassen voor ze dingen op papier zetten? metacognitieve
vaardigheden!
In dit onderzoek wordt de rol van instructie onderzocht op spellingsprestatie en –bewustzijn.
Drie condities:
- strategie instructie
- strategisch monitoren
- zelf monitoren.
Spellingsprestatie en spellingsbewustzijn
Metacognitieve vaardigheden kunnen helpen om effectiever te leren. Deze vaardigheden ontwikkeling
als iemand ouder wordt en meer ervaringen heeft.
Hoe de metacognitieve vaardigheden moeten worden gestimuleerd is onduidelijk.
Visuele controle nadat een woord is opgeschreven werkt om foutjes te ontdekken. Het werkt nog beter
in combinatie met het uitspreken van het woord.
Dus: spellingsbewustzijn kan worden verbeterd met een training.
De rol van instructie voor spellingsprestatie en spellingsbewustzijn wordt bepaald door de effecten voor
verschillende typen woorden en interventies en het niveau van de speller.
Interventietype
Memorisatie is soms handig, maar je kunt onmogelijk alle woorden onthouden. Een paar regels
onthouden is veel gemakkelijker en zorgt voor automatisering. En dat verbetert ook hun
spellingsbewustzijn.
> Strategie instructie: leerlingen moeten actief nadenken over hun spelling en kijken welke strategieën ze
hierbij gebruiken: er wordt aangeleerd om het woord op te delen in lettergrepen. Strategieën toepassen
voordat ze een woord opgeschreven.
> Strategisch monitoren: vragen stellen aan de leerlingen prikkelt hun metacognitieve vaardigheden.
Leerlingen moesten de strategieën toepassen tijdens de correctie-fase
> Zelf monitoren: vooral zwakke spellers profiteren hiervan, maar uit zichzelf kunnen zij het niet goed,
dus moet wel begeleiding bij zijn.
Speller
Zwakke spellers hebben de neiging zichzelf te overschatten. Zwakke en goede spellers gebruiken andere
strategieën. Goede spellers maken meer gebruik van strategieën.
Onduidelijk is of ze dezelfde instructie nodig hebben, maar onderzoek suggereert van wel.
Resultaten en discussie
Effecten op spellingsprestaties
Toename van spellingsprestatie verschilde niet tussen de drie verschillende interventies ze boekten
allemaal vooruitgang. Vooruitgang was groter voor gewone woorden dan voor leenwoorden.
Er was ook niet echt verschil tussen zwakke en sterke spellers.
, Effecten op spellingsbewustzijn
Geen significante verschillen. Dus alle drie de interventies werkten mee aan spellingsbewustzijn
ontwikkelen. Vooruitgang gelijk bij gewone woorden en leenwoorden.
In deze studie werden sterkere effecten gevonden voor de strategieën/interventies dan in de vorige
studie in H6.
Voor de praktijk betekent dit dat instructie voor elke speller belangrijk is, ongeacht het niveau. Het
maakt ook niet uit om welke woorden het gaat of om welke strategieën er worden gebruikt.
Onderdeel technisch lezen
Ehri: Learning to read words: theory, finding and issues
Woorden worden altijd op dezelfde manier geschreven en daarom in ons geheugen opgeslagen, maar
grafeem-foneem correspondentie verandert dezelfde letter kan anders worden uitgesproken en een
foneem kan anders worden opgeschreven (i – ie).
Om te begrijpen hoe mensen lezen is het van belang te weten hoe beginnende lezers geschreven worden
automatisch en accuraat herkennen. (woordherkenning).
Vier verschillende manieren om woorden te lezen. De eerste drie zijn om onbekende woorden te lezen
en de vierde is hoe we woorden lezen die we al eerder hebben gelezen:
1. Decoderen= fonologisch hercoderen letter of cluster van letters stapje voor stapje.
2. Analogieën woorden die je wel kent gebruiken om een nieuw woord te lezen
3. Voorspellen
4. Geheugen of “sight”.
Sight word reading
= automatisch aanspraak maken op het geheugen als je een woord ziet.
Test = kleurentest (bijv. het woord rood in blauwe letters en je moet dan de kleur oplezen).
Unitization = woorden worden als geheel uitgesproken, geen pauzes er tussen.
Sight word reading = geen strategie om woorden te lezen! Dit is de meest efficiënte manier om te lezen,
want het gaat automatisch.
Bij de andere drie manieren moet je je goed richten op het woord, wat ten koste gaat van het
tekstbegrip.
Sight word learning
Hoe leren kinderen sight word reading? belangrijk = verbinding-vormend proces: verbinding leggen
tussen een woord en de betekenis en uitspraak van dat woord dat wordt opgeslagen in het geheugen.
Een hypothese was dat visuele informatie er voor zorgde dat het woord werd opgeslagen. Maar dit is niet
helemaal waterdicht, want dan zou je bijvoorbeeld ‘pupil’ kunnen lezen als ‘student’ zelfde visuele
beeld, maar een ander woord.
Kinderen leren sight word reading door connecties te vormen tussen letters (spelling) en de uitspraak
van de woorden. Belangrijke aspecten hierbij zijn: kennis van alfabetisch systeem, grafeem-foneem
koppelingen, fonemisch bewustzijn en kennis van de spelling.
Kennis over grafeem-foneem relaties moet worden geleerd door expliciete instructie of impliciet leren en
oefenen.
Kinderen ontwikkelen schema’s met veel mogelijk spelling-uitspraak relaties en patronen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Araaanka. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.